Posts tonen met het label picasso. Alle posts tonen
Posts tonen met het label picasso. Alle posts tonen

vrijdag 30 mei 2025

41. MEXICAANSE VERTELLINGEN. KUNST IN DIENST VAN HET COMMUNISME

"Detail van een muurschildering van David Alfaro Siqueiros, In het Kasteel van Chapultepec in Mexico-Stad belicht de muurschildering "Van het Porfirianisme tot de Revolutie" van David Alfaro Siqueiros een cruciaal moment in de Mexicaanse geschiedenis. Met een oppervlakte van 410 vierkante meter fascineert de schildering de bezoeker met het verhaal van de eerste Mexicaanse staking in Cananea, die een epische strijd tussen kapitalisme en revolutionair socialisme vertegenwoordigde. Siqueiros, die de muurschildering tussen 1957 en 1966 schilderde, van 1960 tot 1964 was hij een politieke gevangene." (Historical Mexico)


Maar wat voor kunst dan wel? Een revolutie in de kunst is mooi maar de echte revolutie, de revolutie van Pancho Villa en Emiliano Zapata, is grotendeels mislukt. De dictator is verdwenen maar daarvoor is een eenpartij dictatuur gekomen. Dezelfde elite maar dan uitgebreider. De oude economische elite is vervangen door een nieuwe elite van kapitalisten die net zo asociaal is of misschien wel erger.


Het zijn de moderne kapitalisten en bourgeoisie die het lot van Mexico vandaag de dag bepalen. De boeren op het land zijn niet veel beter af dan voorde revolutie en als ze naar de stad trekken om arbeider te worden dan worden ze onderbetaald.De revolutie van Mexico is halverwege of nog eerder gestrand. Voor de gewone Mexicanen is er niet veel veranderd behalve de verstedelijking door de armoede op het platteland.


Kan de schilderkunst daar iets aan doen? David denkt van niet. Schilderkunst is een verbeelding van de werkelijkheid in welke vorm dan ook -surrealistisch, poëtisch, expressionistisch, impressionistisch of wat dan ook - maar niet de werkelijkheid zelf. Schilderkunst is een afspiegeling van de werkelijkheid en dan nog. Wie zijn werkelijkheid en welke werkelijkheid? Kunst is een doolhof waar je gemakkelijk de weg in kwijt raakt.


Maar een ding is zeker, met schilderijen maak je geen revolutie. Dat is geruststellend want stel je voor dat je met een enkel schilderij Mexico op zijn kop zou kunnen zetten,  maar ook een teleurstelling want wat kun je dan wel? De schilder die revolutie wil maken en dat wil David nog steeds ondanks alle teleurstellingen die hij heeft ondervonden, kan niet anders dan activist in de werkelijkheid van alledag te worden, in de politieke werkelijkheid wel te verstaan. 


De kunstenaar moet zijn handen niet alleen vuil maken in zijn schildersatelier maar ook in de politiek. Kan de schilderkunst hem daarbij eventueel van dienst zijn? David denkt van wel. Het Mexicaanse volk heeft dringend behoefte aan de ontdekking van zichzelf als revolutionair, net zoals hij zichzelf ontdekt heeft. Schilderkunst in dienst van de revolutie maar welke revolutie?


Dat is niet moeilijk, de communistische revolutie. Het communisme is voor David de logische voortzetting van de Mexicaanse revolutie. Dat zeggen hier in Parijs ook veel van zijn schilderkunstige vrienden. Picasso is lid van de communistische partij. Miró is weliswaar geen lid van de communistische partij maar wel een Republikein in hart en nieren en anti-Franco. Zelfs André Breton, de dichter/schrijver van de “écriture automatique” en daarmee de grondlegger van het surrealisme, is communist. 


Communisme is de trend van de tijd, het nieuwe ideaal zo vakkundig verwoord door Marx en Lenin en in Rusland werkelijkheid geworden. Communisme belooft een wereld van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Het maakt de belofte van de Franse revolutie waar.


David besluit de schilder van de communistische revolutie te worden. Hij zal de Mexicanen met zijn schilderijen leren zichzelf en tegelijk het communisme te ontdekken. Hoe moeilijk kan het zijn? David is in Parijs politiek en schilderkunstig wijzer geworden, meer kan hij niet verlangen. 

vrijdag 16 mei 2025

MEXICAANSE VERTELLINGEN 39. DAVID ONTMOET PICASSO

Twee Mexicaanse schilders in Parijs in de tijd tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog.
In het midden boven Diego Rivera en naast hem rechts David Alfaro Siqueiros. De middelste van de 3 vrouwen is Angelina Beloff, van oorsprong Russisch, schilder en de eerste vrouw van Diego Rivera. De man links boven is Leon Caillou. De vrouwen links onder: Magda Caillou, rechtsonder Graciela Armador.

Terwijl Diego nieuwe plannen maakt met zijn Sara, viert David het ene schildersucces na het andere dankzij de opdrachten van zijn voormalige revolutionaire vrienden die het intussen politiek ver geschopt hebben. Terwijl zij druk doende zijn met de revolutie terug te brengen tot administratieve-bureaucratische procedures en zich persoonlijk te verrijken, het lot van elke revolutie, wordt hij als de bewaker van het revolutionaire vuur beschouwd. Schilderkunst als revolutionaire schaamlap.


David beseft dat terdege maar hij laat zich dat aanleunen. Hij moet immers ook leven en op deze manier kan dat prima. Hij verdient dankzij de opdrachten en de daarmee verkregen bekendheid onder de Mexicaanse bourgeoisie een dikke boterham. David wordt de hofschilder van de revolutie.


Intussen is het tot hem en zijn vriendenkring doorgedrongen dat kunstenaars in Parijs bezig zijn de schilderkunst opnieuw uit te vinden. Picasso, diens vriend Miró en zijn Catalaanse landgenoot Dalí zijn bezig aan een revolutie in de schilderkunst. Daar wil hij wel eens wat meer over weten.Nu hij geld genoeg verdient, kan hij zich een reis naar Parijs veroorloven. Zo gezegd, zo gedaan.


De stad Parijs is wat hij ervan verwacht, een wereldstad met monumentale gebouwen en straten. De Eerste Wereldoorlog heeft de stad ongemoeid gelaten. De Eiffeltoren staat nog altijd fier en trots overeind als het symbool van Franse glorie, van vooruitgang en macht. Zoiets zou Mexico-stad ook moeten hebben. Maar ja, Mexico-stad is niet zoals Parijs de cultuurhoofdstad van de wereld. Nog niet.


David heeft het geluk om Picasso en zijn vriendenkring plus aanverwanten regelmatig te ontmoeten in café’s of op feestjes in een of ander atelier. Picasso is verreweg de grootste schilder van allemaal. Zijn talent is snel herkend onder de kunstkenners, bij galeries en conservatoren. Hij slaagt erin om zich als het Spaanse genie te presenteren, wat natuurlijk weer de nodige jaloezie opwekt bij sommigen van zijn vrienden.


Ook David vindt dat Picasso de grootste is. Schilderkunstig kan hij eigenlijk alles. Zo ontwikkelt hij samen met Braque spelenderwijs een heel nieuwe vormentaal, een die vibreert tussen werkelijkheid en abstractie. Vanwege de dominerende rechthoeken in een schilderwerken spreekt men van Kubisme. Picasso wordt vereenzelvigd met het kubisme.


Het moet gezegd worden, het heeft wel wat. Je zou denken dat van daaruit Picasso en zijn vrienden verder de weg opgaan van de abstractie maar dat is tot verbazing van kenners niet het geval. Integendeel, Picasso blijft figuratief maar dan wel in een zo virtuoze eigen afwijkende stijl dat een schilderij al vrij snel herkenbaar is als een Picasso.


De taal van zijn vriend Miró, die meteen na het uitbreken van de burgeroorlog in Spanje (1936) zich gevestigd heeft in de stad, is poëtischer en abstracter, zijn kleuren zijn uitgelaten, meer dan bij Picasso. Zijn vormen zijn niet altijd te herleiden tot herkenbare figuren, niettemin spreken ze aan omdat ze een buitenaardse of mythische sfeer oproepen. Miró laat je zien dat we in een vreemd universum leven en wijzelf ook vreemde schepsels zijn. Ook zijn schilderijen zijn meteen herkenbaar als afkomstig van hem.


woensdag 27 november 2024

GUERNICA

 

Ik denk dat het schilderij Guernica van Picasso voor Spanje net zo belangrijk is als de Nachtwacht voor Nederland. Het trekt in ieder geval net zoveel aandacht in het Museo Reina Sofia in Madrid. Picasso en Rembrandt behoren tot de grootste schilders van de wereld. Hun thema's zijn verschillend net zoals hun verfkunst. De Nachtwacht is portretkunst van het hoogste niveau. Het zou een saai schilderij zijn als Rembrandt er geen dynamiek in had gebracht door het plaatsen van de nachtwakers, en dan vooral de twee vooraan ent het raadselachtige meisje met de kip aan de gordel, alsof ze op weg gaan. Zelfs de lansen en geweren suggereren beweging. Die beweeglijkheid van de geportretteerden zien we ook in ene andere wereldberoemd schilderij "La Meninas" van Velazquez.  
Guernica is in zijn aard beweeglijk en gene portret of je zou het een portret van een bombardement moeten noemen. Picasso schildert het eerste bombardement ooit; een bombardement op het stadje Guernica tijdens de Spaanse burgeroorlog door Hitler's Luftwaffe. Het is een universele aanklacht geworden. Guernica is met zijn 27,3 vierkante meter een stuk groter dan de Nachtwacht met zijn 17,21 vierkante meter.

Voor schilders is de Guernica bijna een onuitputtelijke bron voor studie en inspiratie. Zo heeft Picasso voor altijd het onpeilbare leed vastgelegd van de moeder die haar kind verliest. Opvallend is de rol die de stier speelt. Zo te zien ontfermt hij zich over het leed van de moeder met het dode kind. De stier niet als offer maar als beschermgod. We zien voor haar op de grond een krijger liggen met een gebroken zwaard in zijn afgehouwen hand. Boven hem staat een paard in doodsangst. Helemaal bovenaan het schilderij brandt een lamp alsof Picasso nog eens wil benadrukken dat hetgeen zich afspeelt heel goed gezien moet worden.

Detail van het gebroken zwaard nog altijd stevig geklemd in de hand van de dode krijger. Wat betekent de vage bloem naast zijn hand? Is het een bloem voor de moedige krijger? Is het bedoeld als troost of is het de onverschilligheid van de natuur op het moment van vreselijk lijden bij de mensen? De uitvoering in tinten grijs en zwart met streepjes-accent versterkt de kracht van de scene.

Nooit is de smeekbede om hulp beter in beeld gebracht dan met de gezichten van deze twee vrouwen.  Het is op dit detail van het schilderij niet te zien maar de bovenste vrouw houdt een olielamp vast die als het ware licht moet werpen in de duisternis van het leed dat hun wordt aangedaan. De lijnen van de tekening zijn zoals in het hele schilderij trefzeker en worden verterkt door het gebruik van de schaduwkleuren. 

De wanhoop van deze vrouw is diep zwart. Er is nog slechts een heel klein raam boven haar waarvan we kunnen vermoeden dat daar nog licht is, maar of dat licht nog ooit deze wanhopige vrouw zal bereiken, is hoogst onzeker.


dinsdag 9 april 2024

BRIEF AAN GERARD 6.

Je hoefde Reve niks wijs te maken over hoe hij zijn werk aan de man moest brengen. In de jaren zestig trad hij 4 keer op in he populaire TV programma 'Mies en Scène' van Mies Bouwman, in de tijd zo een beetje de nationale moeder van ons land. Hij en Mies kenden elkaar goed van het satirische programma "Zo is het toevallig ook nog eens een keer", een programma dat veel nationale aandacht kreeg vanwege zijn provocerend karakter. Dat laatste werd Mies Bouwman veel zwaarder aangerekend dan Reve.

 

Beste Gerard,


Van meet af aan is duidelijk dat je een dolende zie bent. Je eerste boek “De Avonden” meteen ook je meesterwerk, laat daar geen twijfel over bestaan. Het dompelt je onder in de beklemmende eenzaamheid van een opgroeiende jongen op zoek naar zijn bestemming of zijn lot. Die grondtoon verdwijnt nooit meer uit je boeken.


Ik ken lezers die grote moeite hebben gehad dat boek uit te lezen. Hun commentaar: er gebeurt niks. Gewend als ze zijn aan een verhaal met een begin en een eind, kunnen ze jouw verhaal niet vinden. Voor hen is er geen verhaal en dus stoppen ze met lezen.


Dat krijg je als lezers blijven steken in sprookjesverhalen, verhalen met een begin en een einde met daar tussenin de gebeurtenissen en avonturen. De verwikkelingen lopen uiteindelijk goed af voor de goeden en slecht of onbestemd voor de kwaadwillenden.


Tegenwoordig hoeft het niet altijd meer goed af te lopen. Het mag zelfs in de ondergang van de hoofdpersoon eindigen, als er maar een verhaal aan vast zit. Het echte leven is immers ook geen lolletje. Je valt ineens van je fiets, loopt je vriend(in) onverwacht weg, je huis vliegt in brand, je krijgt een ongeluk of je wordt op school gepest. Er gaat altijd wel iets mis in het leven, dus waarom niet in een boek?


In ons land gaat er tegenwoordig zoveel mis dat we zo langzamerhand meer getraumatiseerd zijn dan in Oekraïne, wat toch een land in oorlog is waar de bommen je om de oren vliegen.


Je brievenboeken zijn een mooie oplossing voor het zogenaamde gemis aan een verhaal. Brieven gaan over belevenissen, gedachten en gevoelens. Dat weten de lezers. Ze weten dus wat hun in een brievenboek te wachten staat: geen verhaal. Daar kunnen ze dan mee leven.


Je hebt geluk dat je een goeie brievenschrijver bent. Je hebt heel wat brieven uitgegeven in boekvorm. Ene Vincent Hunting heeft het allemaal nagerekend. 


"Het eerste dat daarbij opvalt, is dat de indruk van een eindeloze reeks delen met ontelbare brieven, onterecht is. Sinds 1974 zijn er van Reve dertien brievenboeken gepubliceerd, met daarin 1196 brieven. Daarnaast zijn er 152 brieven opgenomen in zes boeken met verspreid werk: de twee delen Archief Reve (1981-1982); In gesprek (1983); Album Gerard Reve (1983); Schoon schip (1984); Roomse heisa (1985) en Een eigen huis (herzien 1990). Bij elkaar gaat het dus om 1348 in boeken gepubliceerde brieven. Dat is een aanzienlijke hoeveelheid, meer dan van enig ander na-oorlogs Nederlands auteur." (Vincent Hunting, De Brievenboeken van Gerard Reve inde digitale bibliotheek voor de Nederlandse Letteren) 


Al met al hebben die boeken je geen windeieren gelegd. Je hebt je talenten goed vermarkt. Ik heb er geen verstand van maar lees dat je weinig scrupels had om brieven te verkopen aan de hoogste bieder. Het maakt een wat platte indruk voor iemand die op zoek is naar de hoogste liefde maar je hebt natuurlijk ook gelijk dat de kachel moet branden. 


Aan iedere kunstenaar kleeft trouwens wel een zwart vlekje. Picasso was lid van Communistische Partij net als Frida Kahlo. Joris Ivens was een aanbidder van Mao en net als Harry Mulisch ook van Fidel Castro. Wagner was een anti-semiet. Dan doe jij het al met al zo slecht nog niet.


Met Groet,


donderdag 24 augustus 2023

CASINO KUNST KNOKKE 2023

 

Knokke heeft net als de rest van de amper 60 kilometer Belgische kust een mooi breed zandstrand.

Als je je van zee wegdraait dan zie je net als bij de rest van de Belgische kust super lelijke appartementsgebouwen staan. Knokke, Oostende en al die andere fameuze badplaatsen zijn steenwoestijnen met een randje strand.

Meteen bij binnenkomst staat een witte Bentley als welkom bij de Art Fair onmiddellijk gevolgd door  deze enorme overdadig luxe of liever kitsch kroonluchter. Past een kunstbeurs wel in een Casino, vraag ik me af?

Hoe krijg je het verzonnen om een olifant met een goudkleurige peer balancerend op zijn slurf kunts te noemen. Kermiskunst zou een gepaster woord zijn. 


Nog meer goud dat er blinkt. Dit is niet zoals ik mij de schoonheid van Afrika herinner.


Met zo een mooie sportauto voor in de huiskamer of in de hal kun je wel van bling bling kunst spreken.

Bij het aanschouwen van dit tafereel valt mij het woord nachtclub kunst in. Jammer van de schilder die zo zijn best heeft gedaan op zijn kleurrijke panelen.


Komen we toch nog dit sympathieke vliegmachientje van Panamarenko tegen, een groot Antwerps kunstenaar. Hij heeft een serie van 20 van deze machientjes gemaakt bij zijn 80ste verjaardag. Dit is nummer 12. De prijs nog altijd 14.000 Euro. Dat is veel geld voor zo een klein pronkstuk in de villa.

Verveling is nooit ver weg op een Art Fair voor de chique.


Het Casino wordt ook tijdens de Art Fair zorgvuldig gepoetst.

Het Casino heeft zijn beste tijd gehad. De op de muur geschilderde Margritte's zien er verlopen uit.

Her en der is er ook echte kunst te koop; De bezoekers fotograferen een echte Buffet. Er hangt wel een Casino prijskaartje aan van 380.000 Euro.


Tot slot treffen we ook nog een echte Picasso aan met de nadruk op echt. De prijs is in ieder geval naar: 90.000 euro.






donderdag 13 juli 2023

PICASSO AAN DE MUUR: LE VIEUX MAÎTRE

 

petrus nelissen, "Le vieux Maître", olieverf op doek (80 x60 cm), 2023

maandag 29 augustus 2022

KUNST MET EEN VERHAAL. 2. HEDENDAAGSE NACHTWACHT 0.1

donderdag 17 maart 2022

NACHTWACHT 0.2

Petrus Nelissen, 'Nachtwacht 0.2', olieverf op kaasdoek, &,5 x 1,2 meter

 

De Nachtwacht is en blijft een boeiend schilderij waar zowel inhoudelijk als schilderkunstig veel van te leren valt. Als je het schilderij nuchter van een afstand bekijkt is het een merkwaardige troep uitgedoste mannen, studentikoos bijna met daartussen slechts een enkele vrouw, een meisje nog. Wat zij daar precies doet, weet niemand en toch staat dat meisje is het volle licht van Rembrandt.

Nergens zie je de ernst van het nachtwaken terwijl die er wel is. Per slot van rekening zijn het ordetroepen. Rembrandt werd betaald voor het portretteren van de leden van de Nachtwacht en niet om hun taak als ordehandhavers in beeld te brengen. Wel suggereert hij dat de troep op weg is naar haar taak van nachtwaken.

Naar aanleiding van de reconstructie van de Nachtwacht, te zien in het TV programma ‘Het Geheim van de Meester’, kwam ik op het idee om een nieuwe nachtwacht te maken maar dan een die de ordehandhavers tijdens de uitvoering van hun werk in beeld brengt.

Op basis van foto’s heb ik schilderkunstig een tafereel geconstrueerd waarop de nachtwakers van nu bezig zijn. Mijn schilderkunstige aanpak was niet Rembrandtiaans. Niet de illusie van werkelijkheid met licht en donker en echte mensen staat voorop maar het drama van ordehandhaving wat hoe dan ook altijd een kleine oorlog is tussen handhavers en verstoorders met de altijd aanwezige de onschuldige toeschouwers en nieuwsgierigen.

Voor de compositie heb ik mij laten inspireren door Picasso’s geniale en reusachtige schilderij ‘Guernica’. Zijn schilderij is een aanklacht tegen het bombardement van het stadje Guernica door Hitler’s luchtmacht tijdens de Spaanse burgeroorlog. Dat staat ver af van de handhaving van een demokratische rechtsorde. Guernica verbeeldt de vernietiging van een stad zoals het Russisch leger nu doet in Marioepol en andere Oekraïnese steden. 

Niettemin is de revolutionaire compositie van Picasso's Guernica goed bruikbaar om een eigentijds tafereel te construeren met in het centrum het drama van ordehandhaving. Picasso weet ondanks de gecompliceerde compositie de eenheid van het enorme doek te bewaren. Hij doet dit door het schilderij in zwart-wit tinten uit te voeren. Ik heb daarentegen gekozen voor een balans tussen verschillende kleuren om de eenheid van het doek te bewaren. 

Guernica meet 3,49 x 7,77 meter ofwel 27,12 vierkante meter verf.  De Nachtwacht meet 3,63 x 4,37 ofwel 15,9 vierkante meter verf. In vierkante meters verf is ‘Guernica’ bijna 2x zo groot als De Nachtwacht. Nachtwacht 2.0 meet slechts 1,5 x 1,2 meter ofwel nog geen twee vierkante meter verf (1,8 m2).

De ook in Nachtwacht 0.2 aanwezige vrouw, ze loopt als het ware het tafereel binnen, is een verwijzing naar Venus, de godin van de Liefde op het schilderij ‘De Geboorte van Venus’ van Sandro Botticelli gemaakt in 1485-1486. Dat schilderij meet 1,72 x 2,78 meter ofwel 4,8 vierkante meter. Ze verwijst ook naar Rembrandt’s meisje op zijn Nachtwacht. Als naakte vrouw is zij het symbool van kwetsbaarheid. Met haar telefooncamera in de aanslag is zij meteen ook een eigentijdse toeschouwer.

maandag 1 november 2021

SALVADOR DALI PROVOCATEUR (1904 - 1989)

 

'Dali en niets anders' is de titel van de expositie in het Noordbrabantsmuseum met vooral foto's van Descharnes en reclamewerk van Dali.

Het is Salvador Dali zelf die zich een provocateur noemt aldus het Noord Brabants Museum die deze uitspraak van hem groot in beeld brengt. Ik ken het werk van Dali al vele jaren en ik mag hem ondanks zijn grootspraak, bluf, commerciële instelling en dik aangezette eigen roem (eigen roem stinkt, zei mijn moeder altijd). Want je mag veel van hem vinden maar hij kan schilderen, heeft een vrije, rijke fantasie en weet de mensen ondanks zijn narcisme voor zich in te nemen.




Hij had zijn tijd mee met tijdgenoten als Duchamp, Picasso, Paul Éluard, Miró en allerlei andere grote talenten rond de eeuwwisseling. Van de dichter Paul Éluard, zijn beste vriend, stal hij diens vrouw Gala die zich dat liet welgevallen. Ze werd zijn muze en is op veel schilderijen te zien. Op de tentoonstelling zien we beiden vaak samen op de tientallen foto’s van fotograaf Descharnes die huisfotograaf van Dali was.

De tentoonstelling bestaat vooral uit foto's van Dali en zijn vrouw Gala.
 

Dali kun je de voorloper noemen van Andy Warhol. Warhol was net als Dali niet vies van reclame voor zichzelf, van de reclamewereld als zodanig (Warhol kwam uit die wereld), wist ook veel volk rond zich heen te verzamelen, was uitgesproken eigentijds en kon ook schilderen. Maar als ik ze punten moet geven, krijgt Dali toch meer punten dan Warhol.


De door Dali bewerkte etsen van Goya's serie Caprichos.


Dat Dali brutaal was in het zich toeëigenen van werk van anderen blijkt uit zijn eerbetoon aan Goya. Dali maakte exacte repilica’s van de oorspronkelijke zwart-wit prenten van Goya’s serie Caprichos. 

" Los Caprichos zijn een reeks van 80 aquatint-etsen, gemaakt door de Spaanse kunstenaar Francisco Goya in 1797 en 1798. De etsen werden in 1799 samen uitgebracht als een album. Los Caprichos waren bedoeld als een artistiek experiment waarmee Goya de universele dwaasheden van de Spaanse gemeenschap waarin hij leefde wilde uitbeelden. Zo zijn de schetsen gericht tegen de overheersing van bijgeloof, de onwetendheid en onkunde van verschillende leden van de regerende klassen, pedagogische tekortkomingen, mislukte huwelijken en de neergang van de rationaliteit. Sommige van de schetsen behandelen ook het antiklerikalisme. Het werk wordt gerekend tot de verlichting van het 18e-eeuwse Spanje. Goya maakte voor elke ets uit de reeks een korte omschrijving waarin de vaak cryptische betekenis van het werk wordt uitgelegd. Deze omschrijvingen worden tegenwoordig bewaard in het Museo del Prado."

Die aquatint-etsen zijn stuk voor stuk meesterwerkjes die Dali heeft bewerkt en ingekleurd, een soort fotoshoppen avant la lettre. Ik vind het niet zo geslaagd maar misschien komt dat omdat ik een bewonderaar ben van het werk van Goya.


Tegelijk met de Dali tentoonstelling is er ook een Piacsso tentoonstelling van diens serie etsen getiteld 'Suite de Vollard'.
 

Het is prijzenswaardig dat het Noordbrabants museum ons met deze tentoonstelling kennis laat maken met Dali maar als je hem echt wil leren kennen kun je toch maar het beste het geheel aan hem gewijde Dali museum in de Spaanse grensstad Figueres onder het Frans Perpignan) bezoeken en zijn daar in de buurt liggende voormalige woonhuis in Cadaquez.

maandag 4 oktober 2021

DE MAN DIE DE WOLKEN MEET

'De man die de Wolken meet', een beeld van Jan Fabre

 

Het beeld van de Belgische kunstenaar Jan Fabre ‘de Man die de Wolken Meet’ sloeg bij mij in als een bom. IJzersterke poëzie van het absurde die onmiddellijk binnenkomt in hoofd en hart. Nooit eerder had ik de hulpeloosheid van de mens in zijn pogingen om de wereld te beheersen zo krachtig verbeeld gezien.

Eerder had ik zo een poëtische ervaring met  ‘Het Karretje om de Hemel te vervoeren’ van de Belgische kunstenaar Roger Raveel, dat ik voor het eerst zag in het museum dat is gewijd aan hem in zijn woonplaats Machelen. Dezelfde plaats als waar Gerard Reve heeft gewoond, maar dat terzijde. De hemel vervoeren met een karretje is al net zo een poëtische absurditeit als het meten van wolken. De grootsheid en de kleinheid van de mens in een beeld gevangen. Dat is pas kunst.

Raveel is jaren geleden in vrede gestorven. Fabre leeft nog en moet nu meemaken dat zijn poëtische beeld besmet wordt met een aanklacht van leden van zijn theatergroep Troubleyn over seksuele intimidatie. Hij moet zich daarover binnenkort verantwoorden voor de rechter. Zoiets stemt treurig. 

Nog treuriger is dat zijn beeld vanwege deze affaire verwijderd is van het dak van het Antwerpse kunstencentrum De Singel. Het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst S.M.A.K. zal het wel laten staan maar het er even afhalen om er een debat rond te organiseren. Ik heb geen oordeel over het gedrag van Fabre maar betreur de gang van zaken met de beelden.

Ik zal het beeld van ‘De Man die de Wolken meet’ nooit meer los kunnen zien van de zedenaffaire die nu rond Fabre speelt net zoals ik ook nooit het werk van Harry Mulisch kan lezen zonder te denken aan zijn onvermogen om zijn ongepaste aanbidding van het dictatoriale Cuba te corrigeren. 

Maar tegelijk besef ik maar al te goed dat Fabre en Mulisch ondanks hun kunstenaarschap ook maar mensen zijn en mensen hebben zo hun fouten. Zo was ik ook geschokt te lezen dat Picasso als lid van de communistische partij naar een congres in het Stalinistische Moskou ging en de gevierde Chileense dichter Pablo Neruda als lid van de Chileense communistische partij zich liet lauweren door de Stalinistische en Maoïstische communistische partij.

maandag 28 januari 2019

FOTOBLOG: KRÖLLER MÜLLER MUSEUM 1

 De buitenkant van het Kröller Müller Museum op 9 januari 2019

Het Museum Restaurant

Drie primitieve paaltjes en een bol, Barry Flanaga. Ik noem ze primitief omdat ze me aan Afrika doen denken, aan houten palen die gebruikt worden om verkoopstalletjes mee te maken.

Barry Flanagan,  Bleach I, (1970). Ook dit doet me denken aan Afrika.

Een voorwerp van Maria Barnas. Officiële naam: Turning Limbs #2, glas en touw. Dit is kunst die (te) veel uitleg behoeft: "Dichter, schrijver en beeldend kunstenaar Maria Barnas (Hoorn, 1973) onderzoekt in gedichten, sculpturen en films de concrete aspecten van taal en de manier waarop wij dingen met woorden verbinden..." met andere woorden Maria onderzoekt hoe de mensen de dingen een naam geven.

Rebecca, Ossip Zadkine (1927) Schoonheid en elegantie die geen uitleg behoeft.

Zo kun je een mens ook zien: kwetsbaar en eenzaam. Herkenbaar Giacometti.

Prachtig rood accent bij vergane Zonnebloemen van Van Gogh.

Contrast tussen schaduw en zonlicht, de barokke vorm van een boom tegenover het zacht op  de wind bewegende sculptuur van George Ricky, L'S-one up one down excentric II (1981)


Het ei van Constantin Brancusi (Het begin van de Wereld, 1924) in de kast rechts met op de achtergrond een Compositie van Piet Mondriaan. Ze passen als gegoten in de architectuur van het museum.


Twee bezoekers met op de achtergrond het neon kunstwerkje Wandflower van Ian Hamilton Finlay (1975).


Levende Kunst (Autohappening met 2 acteurs) naast 'De Omgekeerde Graftombe' van Huang Yong Ping (1994) buiten het museum.

woensdag 30 mei 2018

JEAN BRUSSELMANS IN HET HAAGS GEMEENTEMUSEUM

Zelfportret met schildersezel, 1935
Brusselmans is hier 51 jaar oud. 
We zien een ingetogen zelfportret van een robuuste man met klompen aan, 
symbolisch voor zijn eenvoud en armoede.
Op het doek staan brede streken verf alsof hij wil zeggen dit is wat ik heb: 
verf, penselen, palet, een ezel en mijn vakmanschap als schilder. 
Dit ben ik en ik kan niet anders.

Het Gemeentemuseum Den Haag zegt het zelf, de Belgische schilder Jean Brusselmans is een vergeten schilder. Onterecht vonden ze blijkbaar want ze hebben een overzichtstentoonstelling van zijn werk gemaakt. Gelukkig maar want ondertussen had mijn vriend A. mij op Brusselmans geattendeerd. Hij kent Brusselmans nog van zijn tijd op de kunstacademie in Tilburg. Daar had hij geleerd over de Vlaamse expressionisten, impressionisten, de Latemse school en dus ook Brusselmans.

Stilleven met Rode Kruik, 1933
Een schilderij van dagelijkse gebruiksvoorwerpen geordend als een feest der dingen
met daar boven als om het af te ronden dansende bloemetjes.
Brusselmans zoekt zijn thema's en inspiratie in het dagelijkse leven.
Hij is geen schilder van grootse drama's en gevoelens maar van de eenvoudige
en dagelijkse dingen des levens.

Brusselmans (1884-1953) was een tijdgenoot van Mondriaan (1872-1944) en Picasso(1881- 1973). Je kunt je afvragen hoe hij als tijdgenoot tussen deze twee grootmeesters van de schilderkunst past. In het algemeen kun je zeggen dat Brusselmans in zijn abstractie lang niet zo ver gaat als Mondriaan. Net als bij Picasso blijft de echte wereld zijn ankerpunt maar zonder die te kopiëren. Brusselmans schept zich een eigen wereld net als Picasso.

Winter in Dilbeek, 1954 (Dilbeek is een Vlaamse deelgemeente van Brussel)
Wat me aan dit schilderij verbaasde, is de onhandige manier 
waarop de rode zon in gele en roze kleuren 
boven het sneeuwlandschap is geplaatst. 
Het gele licht wordt als twee vlekken weerkaatst door twee muren. 
Voor het rest is het een somber schilderij.
In het museum hangt een identiek schilderij met dezelfde titel 'Winter in Dilbeek' 
maar dan zonder die opvallend gekleurde zonsondergang
 behalve dan de rode zon.
Beide schilderijen moeten vlak na elkaar gemaakt.

Vond hij het schilderij met alleen de rode zon te somber, te kleurloos?
Het landschap is vooral links nogal somber en dik aangezet. 
Dat is bij het andere schilderij wat lichter waardoor het geheel meer in evenwicht is.
In 1950 schildert hij nog eens hetzelfde landschap maar zonder sneeuw maar wel dezelfde boom.
Omdat ook dat een droevig gestemd landschap is, valt de vogel die links vliegt juist op.
Ik vermoed dat het landschap, een uitzicht is uit zijn huis.

Hij bekommert zich niet om het  klassieke “perspectief” dat in de schilderkunst de grootste bijdrage is aan de “net echt” illusie. Tot ver in de negentiende eeuw was het perspectief de meest geslaagde goocheltruc van kunstschilders om de kijker de illusie te geven dat ze zo goed als naar de werkelijkheid zelf keken. Een illusie waar ondanks de uitvinding van de fotografie veel mensen nog steeds van onder de indruk raken.

De regenboog, 1932
In een over het algemeen somber schilderij, een grijs-witte, woelige zee met zwarte bootjes en een zwaar blauwe hemel met links verticale strepen die een regenbui moeten verbeelden, hangt als een
soort feestelijke decoratie een felgekleurde regenboog.
Het is alsof Brusselmans ons wil vertellen dat de wereld geen pretje is maar er toch altijd wel ergens weer hoop aan de horizon ligt.

De tegenstelling tussen de regenboog en het sombere landschap
geeft het schilderij een spanning waardoor je blijft kijken.
Een schilderij om aan de muur te hebben in je slaapkamer aan het voeteneind van je bed
zodat je 's morgens met nieuwe moed aan de dag begint.

Brusselmans kiest voor het zogenaamde ‘primitieve perspectief’ waarbij de volgorde van de dingen op het doek de diepte suggereert. Kinderen doen dat spontaan vaak ook zo. Maar het gaat Brusselmans, Picasso en andere schilders niet om zoveel mogelijk de echte wereld weer te geven maar om langs de weg van de echte wereld hun gevoelens te uiten over die wereld een dat met schilderkunstige middelen als compositie, kleur en thema.

Het Grote Interieur, 1939
Temidden van een feest van eenvoudige, dagelijkse dingen, zit ene vrouw te lezen.
Ook al gene spectaculaire of aandacht vragende activiteit.
Integendeel, van het tafereel gaat rust en bezinning uit zoals
we dat ook zien in schilderijen van Vermeer.
Het raam met de gordijntjes is komisch, 
alsof je een poppenkast ziet.
Nou ja, het leven is ook een poppenkast.

Wat we bij Brusselmans zien is dat hij de wereld reconstrueert. Hij schildert geen wolken maar construeert ze. Hetzelfde doet hij met landschappen, stillevens enz. Hij neemt de schilderkunstige vrijheid om de dingen te schilderen zoals hij ze ziet, beleeft of voelt. Kennismaking met die wereld van Brusselmans voelt als een bevrijding en dat nu is kunst.

Naakt met Schelp, 1945
Geen spannend naakt, niet in het minst erotisch.
Ze staat er wat verlegen, zelfs onbeholpen bij.
De schelp is een symbool voor vruchtbaarheid.
heeft Brusselmans dat ook zo bedoeld?
De compositie is merkwaardig.
Het lijken wel twee schilderijen.
Aan de ene kant het naakt met schelp, vaas en schilderij,
aan de andere kant het bloedgordijn waar je langs moet kijken
om het naakt te zien.
Ze is liefdevol en zonder gène geschilderd.


Van de wereld van Brusselmans of het nu een landschap is, een naakt, een portret of stilleven, er gaat rust vanuit en stilte. Je kun mediteren bij zijn schilderijen. Zijn onderwerpen zijn gewoon, zelfs doodgewoon of alledaags en dat ook geeft innerlijke rust en leidt tot bezinning op het alledaagse leven.

De tentoonstelling ‘Jean Brusselmans’ is te zien in het Gemeentemuseum den Haag t/m 10 juni.