vrijdag 9 juni 2023

33. TERUG NAAR NIJMEGEN. LESSEN IN LIEFDE.

 

Chagall heeft enkele illustraties gemaakt bij het Hooglied. Deze hoordt bij de strofe "Je borsten zijn als kalfjes, als de tweeling van een gazelle, die tussen de lelies weidt.(Hooglied 4:5)

Het Geestelijk Hooglied van Jan van het Kruis is een beurtzang tussen de ziel en haar beminde, in dit geval God. Het is geïnspireerd op het Bijbelse Hooglied van Salomon een liefdeslied dat naar men vermoed teruggaat tot Egyptische tijden. Was het een bruidszang, een beurtzang voor een huwelijk? Hoe dan ook het Hooglied schuwt de erotiek niet. Bijgevolg was het lezen van het Hooglied in het puriteinse Spanje van Jan van het Kruis verboden, een verbod waar hij en de Heilige Theresia zich niks van aantrokken.

Het gedicht van Sint-Jan bestaat uit 40 strofen van 5 regels. Op verzoek van een priorin van ongeschoeide Karmelietessen scheef hij bij elke strofe en soms bij een enkele zin een toelichting bedoeld om de lezer op weg te helpen naar de mystieke ervaring van God’s liefde. Volgens Jan van het Kruis drukt dit gedicht en naar ik aanneem ook de andere gedichten uit wat eigenlijk niet in woorden is uit te drukken. 

“Want wie zou kunnen beschrijven wat Hij de liefhebbende zielen waarin Hij verblijft laat verstaan? En wie zou in woorden duidelijk kunnen uitdrukken wat Hij hen doet ervaren? En wie tenslotte wat Hij hen laat verlangen? Niemand is hiertoe bij machte, dat is zeker; zelfs zij aan wie dit overkomt vermogen het niet. Want juist daarom laten zij door beelden, vergelijkingen en symbolen iets overstromen van wat zij gewaarworden. Uit de overvloed van hun geest vertolken zij eerder geheime mysteries dan dat zij een rationale verklaring geven.” (blz. 268, Verzamelde Werken Jan van het Kruis, uitgever Paul Brand)

God’s liefde is een mysterie dat zich niet onder woorden laat brengen anders dan door symbolen, vergelijkingen en beelden. Dat komt dicht bij aardse liefde. Wie wel eens verliefd is geweest, kan er over mee praten. De liefdeservaring is moeilijk uit te drukken in woorden. Liefde is een gewaarwordingen die je meegemaakt moet hebben om te weten wat het is. 

Wat wel kan, is iemand op weg helpen die liefde gewaar te worden. Jan van het Kruis beschrijft met zijn gedichten de weg die een verliefde ziel moet afleggen om uiteindelijk met zijn geliefde verenigt te worden. Het zijn dus eigenlijk lessen in (geestelijke) liefde. 

“De ontwikkelingsgang, die in deze strofen beschreven wordt, loopt vanaf het moment dat de ziel God begint te dienen totdat zij de laatste toestand van volmaaktheid, het geestelijk huwelijk, bereikt. Aldus wordt hier gesproken over de drie stadia of wegen van het geestelijk leven, langs welke de ziel tot genoemde toestand (het geestelijk huwelijk) geraakt: de weg der zuivering, der verlichting en der vereniging. Van ieder stadium worden enige eigenschappen en uitwerkingen verklaard.” (blz.276, Verzamelde Werken van Jan van het Kruis)

Om een idee te geven hoe het werkt, hieronder de eerste strofe van het Geestelijk Hooglied plus enige uitleg van Jan van het Kruis.

Waar houdt Gij U verborgen,
Beminde, en Ge laat me in zuchten achter?
Gelijk een hert ontvlucht Ge,
Nadat Ge mij gewond hebt;
Ik liep en riep U na en Gij waart spoorloos.

"In deze eerste strofe toont de ziel zich verliefd op het Woord, Gods Zoon, haar Bruidegom. Door het klaar aanschouwen van zijn Wezen wil zij met Hem verenigd worden. Zij geeft uiting aan haar gekwelde liefde en verwijt Hem dat Hij niet bij haar is, vooral nadat Hij haar door zijn liefde heeft gewond. Dit was namelijk de reden waarom zij zich van al het geschapene en van zichzelf heeft teruggetrokken. En nu moet zij nog lijden onder de afwezigheid van de Beminde. Want Hij heeft haar nog niet zo van het sterfelijke vlees verlost, dat zij Hem kan genieten in de glorie van de eeuwigheid. Daarom zegt zij: Waar houdt Gij U verborgen?" (blz. 278, Verzamelde Werken Jan van het Kruis)

 

woensdag 7 juni 2023

KLEINSCHALIGE LANDBOUW 3. MEST EN NOG EENS MEST

Het huis van de opa en oma van mijn vrouw in het ontginningsgebied in Someren rond 1925. De voordeur is eigenlijk een schuurdeur en aan de zijkant zit een klein raam. Je kunt je voorstellen hoe weinig licht daar binnen kwam. De kinderen sliepen op een zolder zonder ramen. Er waren slechts luchtgaten. De hooimijt achter is groter dan het huis.

 

Dat kleinschalige landbouw eigenlijk overlevingslandbouw is, leert het verleden.  Mijn grootouders aan vaderskant waren keuterboeren. Met in zijn geval een paar varkens, kippen en gepacht land om aardappels te poten, was het wel bekeken. Loonarbeid daarnaast was noodzakelijk.

Nu was in die tijd iedereen op het platteland, behalve het schoolhoofd, de notaris en de pastoor, arm en dus viel het niet zo op. Armoede was normaal. Vanwaar die armoede? Een kwestie van productiviteit. Boeren hadden vroeger geen of weinig hulpmiddelen behalve mens en paardenkracht (de tractor is een uitvinding zonder weerga ter verbetering van het boerenleven en de vergroting van de productie), geen kunstmest of veredeld zaaigoed, primitieve landbouwwerktuigen enz.  en dus was hun productie beperkt tot de beschikbare menskracht op de boerderij, man vrouw en kinderen en het paard voor de ploeg. Meer land pachten dat je vervolgens niet kon bewerken was zinloos.

Een sprekend voorbeeld van armoede en kleinschalige landbouw is het leven van de grootouders van mijn vrouw. Zij boerden op de ontginningsgronden van het Noord Brabantse Someren (zie foto boven deze blog) De onderstaande tekst is leerzaam als het gaat om armoede als gevolg van gebrek aan productiemiddelen en productiviteit.

“Mest, mest en nog eens mest.

Het ontginnen was van vóór de komst van kunstmest een moeizame zaak en was alleen mogelijk als men voldoende stalmest had. Voor 1850 was er altijd een tekort aan mest. Omdat de organisatie van op het landbouwbedrijf toen anders was. De meeste landbouwbedrijven waren zelfvoorzienend. men paste het drieslagstelsel toe, dit was het driejarig opvolgen van winterrogge, zomergewassen en een braakjaar.
Alles draaide om mest en nog eens mest. De mestproductie vond plaats in de potstal (de mestfabriek) en werd aangevuld met haardas en stadsbeer, dat uit een grote stad werd betrokken. Aan de mest en gier werden allerlei strooisels, zoals heideplaggen, zoden, hei, ruigte, stro toegevoegd. Het vee en de schapen werden dus gehouden voor de mest. 

Regelmatig moest de stal leeggemaakt worden, een vies en zwaar karwei. De aangetrapte mest werd eerst los gestoken met de “meststik” en daarna op de “erdkar” naar het land “gevaren” en daar verspreid. Per jaar werden wel 80 karrevrachten per ha. op het land gebracht. Door al die mest kregen de akkers rond de boerderij vaak een bol aanzien.

De heide was dus erg belangrijk voor de mestproductie, vlikken, plaggen, leem, bijen, weideplaats voor de schapen, de jacht en de visvangst vanwege de talrijke vennen. Een boerenbedrijf kon alleen groeien als er vruchtbare grond ter beschikking was. Men moest daarvoor de aanliggende woeste grond ontginnen. Om te kunnen ontginnen diende men meer mest te produceren en daarvoor was meer vee nodig. Voor het vee had men weer meer weide nodig en zo was de cirkel rond. De groei was derhalve minimaal.” (zie: C.P.J. Verhagen, Noeste Werkers op Woeste Grond, De ontginningen in de gemeente Someren, 1997) 

Voor de meeste mensen was er geen groei en dus armoede. Pas met de komst van de kunstmest, betere productiemiddelen zoals de tractor enz., beter zaaigoed, landbouwvoorlichting en onderwijs en niet te vergeten benodigde kredieten van banken om het benodigde te financieren, werd groei mogelijk. 

Dat alles is niet aan komen waaien maar stap voor stap op georganiseerde wijze bij de boeren terecht gekomen waardoor zij Nederland van de benodigde voedingsmiddelen konden voorzien. Ik heb de indruk dat vooral de verstedelijkte bevolking geen enkel idee meer heeft wat er komt kijken om een betaalbaar vers brood of een goede aardappel op tafel te krijgen.

 

dinsdag 6 juni 2023

WOLVENJACHT

 


“Een groot gebied rond Someren ( ten oosten van Eindhoven) werd tussen 1750 en 1800 geteisterd door wolven en daarom werd in augustus 1804 een laatste “generale” klopjacht op wolven georganiseerd. In de Somerse gemeenteraadsvergadering werd het volgende gezegd: “Dat zich alhier in de heide en Peel enige wolven ophouden, welke aanmerkelijke schade aan de schapen hebben aangericht”. Voor deze act leverde Someren 175 “weerbare” mannen en de omliggende gemeenten 1220 man. Dit aantal was zo groot omdat niet alleen de Somerense maar ook de heide en de woeste gronden van Asten, Nederweert, Weert, Heeze, Geldrop en Leende , zo’n 10.000 hectare woeste grond, belopen moest worden. De mannen zoude ’s morgens vroeg uit hun gemeente vertrekken. Het centrum van de klopjacht was de “Jan Lammershut” in Someren. “ 

Aldus te vinden in het boekje “Noeste Werkers op Woeste Grond, de ontginningen in de gemeente Someren, geschreven door C.P.J. Verhagen. De passage over wolven staat op blz. 19.

 

maandag 5 juni 2023

OORLOGSBULLETIN 65. DE WAARSCHUWING VAN YEVGENY PRIGHOZIN

 

Bendeleider Yevgeny Prigozhin kondigt in fromnt van enkele van zijn mannen met de Russische vlag in zijn handen en zijn Putjisnki laarsjes aan, de stad Bakmuth te hebben ingenomen.

Yevgeni Prigozhin, de bendeleider van de Wagner huurlingen, waarschuwt in een van zijn donderpreken tegen de Russische generaals en de oligarchen dat Rusland als gevolg van de oorlog in Oekraïne wel eens in een prerevolutionaire fase terecht kan komen zoals in 1917 tijdens de Eerste Wereldoorlog.

De enorme verliezen van het toenmalige Tsaristische leger tegen vooral de Duitse legers waren de katalysator van een volksopstand tegen het tsaren regiem waar Lenin en Trotsky met hun Bolsjewieken handig gebruik van wisten te maken. Met de daarop volgende communistische Sovjet revolutie kwam een definitief einde aan het Rusland van de Tsaren en de Russische adel.

De Russische oorlog in Oekraïne is van een heel andere orde dan de Eerste Wereldoorlog waarin Rusland aan het Oostelijk front vochten tegen de Duitsers, Oostenrijkse-Hongaarse legers en de Turken. Het was een oorlog op vele fronten tegelijk verspreid door het hele Oosten van Europa tot aan de Baltische staten, Roemenië, Bulgarije en ja ook Oekraïne toe.

Maar net als toen mislukken ook nu de meeste Russische aanvallen. Het offensief tegen de hoofdstad Kiev liep vast. De voorgenomen blitzkrieg draaide uit op een enorm debacle voor Rusland. Na deze mislukking volgde een succesvol Oekraïns offensief tegen de Russische bezetting in het Oosten. Steden als Charkov en Cherson werden bevrijd van de Russen.

De Russen besloten daarop met hulp van Wagnerhuurlingen zich te concentreren op de oostelijke districten Luhanks en Donetsk. Putjinski verklaarde ze alvast tot Russisch grondgebied. Maar ook hier stagneerde het offensief. De inname van Bakmuth kostte vele duizenden levens en veel materieel. De stad was een puinhoop geworden.

Prigozhin kondigt zelfs de terugtrekking van zijn mannen uit Bakmuth aan. Het is dan dat hij waarschuwt dat het Russisch leger niet in staat zal blijken te zijn het hoofd te bieden aan het leger van Oekraïne dat sinds het begin van de oorlog vele malen sterker is geworden.
 
De oorlog heeft de zo door Putjinski gewenste demilitarisering van Oekraïne het tegendeel bewerkstelligt. Oekraïne is militair veel sterker aan manschappen en materieel dan voor de oorlog. Pregozjin meent dat als de Russische bevolking eenmaal doorkrijgt hoe groot de prijs aan levens is in deze oorlog, zij zich wel eens massaal tegen Putjinski zouden kunnen keren. Volgens de militaire staf in Oekraïne zijn er meer dan 200.000 doden aan Russische zijde gevallen. Aan de zijde van Oekraïne zouden er meer dan 25.000 doden gevallen zijn.


 

vrijdag 2 juni 2023

32. TERUG NAAR NIJMEGEN. H. TERESIA VAN AVILA

 

Pater Juan de la Miseria smaakte op verzoek van de overste der Karmelieten, pater Jerónimo Gracián, een portret van de Heilige Teresia van Avila zodat de nonnen haar zouden herinneren als ze terugkeerde naar Castilla. Het portret is geschilderd in 1576, op 61-jarige leeftijd. Pater Juan schilderde haar in verschillende lange sessies, waarin hij haar dwong te poseren, "zonder haar hoofd te schudden of haar ogen op te slaan". Er wordt gezegd dat toen Juan de la Miseria haar het schilderij liet zien, Teresia van Jezus zei: "God vergeve je, pater Juan, wat heb je me lelijk en ongemakkelijk geschilderd!" Het schilderij is echter zijn belangrijkste werk en heeft hem wereldwijde bekendheid heeft gegeven. Het originele doek bevindt zich in het klooster van de Karmelieten (Las Teresas) in de stad Sevilla.

Voor ongelovigen zal het lezen van gedichten van de op God verliefde ziel moeilijk zijn, zo niet onbegrijpelijk. Hoe kan een ziel verliefd zijn op God, een wetenschappelijk niet aan te tonen wezen? Is dit niet een vorm van een of andere psychische stoornis, het gevolg van een afwijking in de hersenen? 

Er is vast een psychologische verklaring voor te vinden. Zou het kunnen dat het thuis hoort bij het ziektebeeld van de schizofrenie? Veel voorkomende symptomen van schizofrenie zijn wanen, hallucinaties, verward denken, zichzelf terugtrekken en verwaarlozing van de  sociale omgeving. 

Het vervelende bij Jan van het Kruis is dat nergens uit zijn gedichten, zijn toelichtingen en zijn brieven aan de heilige Teresia van Avila blijkt dat hij verward is. Integendeel, hij schrijft helder en duidelijk. Hij weet zijn mystieke ervaringen goed uit te leggen voor zijn  volgelingen.

Verwaarlozing van zijn sociale omgeving is er ook niet bij. Als pas afgestudeerd Karmeliet is hij ontevreden over de heersende regels. Hij wil leven volgens de oorspronkelijke - strengere -  regels van de orde. Daardoor wordt hij “een gemakkelijke prooi van de heilige Teresia van Avila”, die daar al eerder mee is begonnen onder de vrouwelijke Karmel.

Zij had vijf jaar eerder in Avila ondanks hardnekkige tegenwerking een kleine gemeenschap gesticht van vrouwen die het oorspronkelijke ideaal van de Karmel willen beleven. Dat is haar niet genoeg. Zij wil ook voor mannen een dergelijke orde. Jan van het Kruis laat zich overtuigen en stort zich samen met haar en nog een karmeliet in het avontuur van de oprichting van een gemeenschap van ongeschoeide Karmelieten, zoals de hervormde orde zich noemt.

“Teresia heeft er alle vertrouwen in als Juan, samen met Antonio en de lekenbroeder José de Cristo, op 28 november 1568 in armzaligste omstandigheden het eerste klooster van ongeschoeide Karmelieten begint. Het is hetzelfde jaar, waarin Alva te Antwerpen de Raad van Beroerten opricht en de tachtigjarige oorlog begint.” (zie verzamelde werken Sint-Jan van het Kruis, Algemene inleiding, blz.28)

Terwijl in de Lage Landen een burgeroorlog woedt tegen katholieke dwang van Filips II en voor protestants christelijke  hervormingen, beginnen de H. Teresia met Jan van het Kruis de orde van de Karmelieten die in verval was geraakt, te hervormen.

Maar in de wereld van religieuzen gaat het er niet altijd zo devoot aan toe als buitenstaanders wel eens denken. Het zijn per slot van rekening ook maar mensen. Karmelieten van de oude observantie (de geschoeide karmelieten) zien in de hervormingen een afwijzing van hun kloosterleven, alsof dat niet meer goed genoeg zou zijn. Zij gaan zo ver om Jan van het Kruis gevangen te zetten. Hij zit negen maanden in een cel in Toledo  op een rantsoen van water en brood.

Tijdens zijn gevangenschap dicht hij het grootste deel van het Geestelijk Hooglied dat als een samenvatting van zijn geestelijke leer kan worden beschouwd. Ondertussen is hij praktisch genoeg om na te denken hoe hij uit zijn gevangenschap kan vluchten. Dat lukt hem na het feest van Maria Hemelvaart in 1578. Waarna hij verder gaat met te werken aan zijn ideaal: vorming van Karmelieten en Karmelietessen en leken die ernst willen maken van hun geestelijk leven.
 

donderdag 1 juni 2023

INTEGRATIE MOEILIJKER DAN MEN DENKT

 

Bijna zes op de tien Turks-Nederlandse stemmers geven aan te hebben gestemd op president Recep Tayyip Erdogan en zijn AK-partij. Daarmee ‘wint’ hij de verkiezingen onder stemgerechtigden in Nederland afgetekend, met tweemaal zoveel stemmen als zijn concurrent Kemal Kilicdaroglu. (De Kanttekening)

Er wordt te lichtzinnig gedacht over de integratie van migranten. Vooral linkse mensen denken dat uiteindelijk de meeste mensen dankzij de liberale democratische omgeving die Nederland biedt de migrant als vanzelf progressief wordt. Dat is dus zeer twijfelachtig.

Neem de jonge van afkomst Turkse vrouw op het journaal die naar haar hoofddoek verwees als verklaring waarom ze op Erdogan stemt. Erdogan mag dan autoritair zijn, op het anti-democratische af hij heeft er toch maar voor gezorgd dat mensen zoals zij in Turkije meetellen. De vrouw is duidelijk religieus conservatief.

Tot grote schrik en verbazing van progressieve Nederlanders stemt de meerderheid van de Nederlandse Turken op Erdogan. Hebben kranten en TV waaronder ook de NOS niet breed uitgemeten dat de oppositie in de peilingen voorstaat op Erdogan en bovendien wordt het na 20 jaar niet eens tijd dat hij uit de politieke verdwijnt?

De Nederlandse media lijden al jaren aan een progressieve bias, vertekening van de werkelijkheid. Niet alleen de drie kranten Volkskrant, Trouw en NRC maar helaas ook de nieuwsvoorziening van de NOS. Men doet daar aan wensdenken in plaats van analyse van de werkelijkheid.

Progressieve Nederlanders voelen zich kosmopolieten en denken vanuit dat perspectief dat uiteindelijk iedereen kosmopoliet zal worden en ieder geval ook de migranten.

Het stemgedrag van Turkse Nederlanders wijst op het tegendeel. Migranten houden vast aan hun  culturele, religieuze en nationale identiteit tot aan vele toekomstige generaties.

Is dat vreemd. Nee, helemaal niet. Wie wat verder kijkt dan zijn kosmopolitische neus lang is, ziet dat culturele, religieuze en taalverschillen eeuwenlang overleven.

Kijk naar buurland België waar het al 200 jaar de grootste moeite kost om Vlamingen en Walen bijeen te houden in een land. Wat te denken van de Catalanen en de Schotten, de Basken en de Noord Ieren? Kortom het stikt van de spanningen in Europa tussen de verschillende nationaliteiten.

Hoe de grote minderheden zich in Nederland zullen inpassen is moeilijk te voorspellen maar het lijkt verstandig om er vanuit te gaan dat integratie niet vanzelfsprekend is. Migranten zullen op de een of andere manier hun identiteit willen behouden.

Dat zal ook politiek tot uiting komen. Het begin is er al met partijen als Denk en Bijeen en acties tegen Zwarte Piet en de Nederlandse slavernij geschiedenis. Dat is confronterend. Dit soort acties wordt door veel Nederlanders gevoeld als een ondermijning van hun identiteit. Polarisatie ligt voor de hand. Hoe zullen  onze kinderen en kleinkinderen de daarmee gepaard gaande politieke spanningen oplossen?