Posts tonen met het label antwerpen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label antwerpen. Alle posts tonen

donderdag 16 januari 2025

DE PRENTEN VAN JAN BERVOETS

Jan Bervoets, "De Wereld Rondom mij", 165x223 cm, bijgeschilderde ets 2024


Is de Antwerpse kunstenaar Fred Bervoets (1942) een eigentijdse Jeroen Bosch of Bruegel? Ik kwam op het idee toen ik bovenstaand werk zag in een email van de Antwerpse kunstgalerie De Zwarte Panter. Dankzij deze galerie ken ik het werk van Bervoets al dertig jaar. 

Bervoets is geen onbekende in het Vlaamse kunstland. Hij is zoals dat heet een erkend kunstenaar sinds hij studeerde aan de Koninklijke Academie Schone Kunsten en het Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen. Maar een erkend kunstenaar hoef je nog niet altijd te begrijpen. 


Het raadselachtige schilderij "De Tuin der Lusten" van Jeroen Bosch, te zien in El Prado in Madrid, is een verbeelding van de lust als een van de belangrijkste oorzaken van goed en kwaad in de wereld. Middenpaneel van een drieluik (220x389 cm), 1480-1490

Dat hij een geëngageerd kunstenaar is, dat was me al meteen duidelijk vanaf zijn eerste werken net als zijn Vlaamse inslag. Vlamingen hebben meer gevoel voor het absurde dan Nederlanders. Kijk maar naar Margritte, Ensor, Delvaux en Broodthaers. Wat wil je ook. Vlaanderen is een land in het voorgeborchte. Het bestaat en bestaat niet. Het bestaat als deel van België waar het eigenlijk geen deel van wil zijn. Het absurde krijgen de Vlamingen dan ook met de paplepel ingegoten.


België is van oorsprong een tussen het wal en schip geraakt land,  het resultaat van oorlogen tussen de Spaanse en Franse heersers met de daar tussendoor de Protestantse troepen uit het noorden. De Vlamingen bleven verweesd achter totdat ze onder leiding van een Brusselse elite werden meegenomen in het avontuur van de onafhankelijkheid samen met Franstaligen. Dat avontuur is nog niet ten einde zo dat al ooit tot een einde komt.


Vlaamse kunstenaars zijn net zo barok als hun taal. Ze zeggen de dingen treffend zodat de woorden hun glans en betekenis houden. Ze spreken met zachtheid, zonder overdaad aan woorden. Het Vlaamse gevoel voor absurditeit is van een barokke overdaad en tegelijk eenvoudig. 


'Luxuria" (De Wellust, uit "De Zeven Hoofdzonden"), Pieter van der Heyden naar Pieter Bruegel, 1558


Kijk maar eens naar het werk van zo uiteenlopende Vlaamse kunstenaars als Panamarenko, Marcel Broodthaers, Kamagurka en dus ook Fred Bervoets. Bervoets is de voortzetting van de schildertraditie die we kennen van de Bosschenaar Jeroen Bosch (1415-1516), de Bredase Brusselaar Pieter Brueghel de Oude (1525/1530- 1569) en Ensor (1860-1949), de kunstenaar uit Oostende.


James Ensor. 'De intrede van Christus in Brussel in 1889", 258x431 cm


Alle vier hebben ze gemeen dat ze het kwaad onder de mensen in beeld brengen. Brueghel sluit het meest aan bij Bosch omdat tussen hem en Bosch amper 100 jaar verschil zit. Ensor is 400 jaar later en Bervoets 500 jaar later. 


Zijn beeldtaal verschilt van Bosch, Brueghel en Ensor maar hun kijk op mens en maatschappij is hetzelfde. Het wordt tijd dat Bervoets ook in Nederland meer erkenning krijgt. Misschien iets voor het Noord Brabants museum als het museum voor kunst, geschiedenis en cultuur van Brabant? Per slot van rekening hebben we het hier over schilders uit de zuidelijke Nederlanden en daar hoort Den Bosch ook bij. Den Bosch is een cultureel gesproken een Vlaamse stad verdwaald in een protestants land.



maandag 16 augustus 2021

NEDERLAND-VLAANDEREN

 

Sint Jozef, een kerkdorp in Vlaams Brabant (foto 2010)

Bart de Wever, burgemeester van Antwerpen en voorzitter van de grootste partij van Vlaanderen, heeft onlangs te kennen gegeven in een interview op de TV dat hij met Nederland een confederatie zou willen vormen. Een droom misschien maar waarom zou je niet mogen dromen dat wat eens bij elkaar hoorde weer tot elkaar zou kunnen komen?

In beide landsdelen wordt wanneer dit soort zaken ter tafel komen altijd lacherig gedaan. De Vlamingen zien de Nederlanders als een onbehouwen, zuinig karnemelk drinkende en kroket etend volk dat zo zelfverzekerd als ze zijn toch telkens weer de deksel op zijn neus krijgt. De Gouden Eeuw is al lang voorbij en van het ooit zo machtige koloniale imperium is weinig meer over maar ze gedragen zich nog steeds of de wereld van hen is.

Omgekeerd kijken Nederlanders wat vertederd neer op de Vlamingen die zo leuk ouderwets Nederlandse woorden gebruiken in hun sappige taaltje, een rommeltje maken van hun openbare ruimte met in onze ogen soms lachwekkende huizenbouw (of onze wijken zo gezellig zijn)  en het onbegrijpelijk  politiek geharrewar tussen Brussel, Walen en Vlamingen. Nederlanders nemen Vlamingen zelden serieus hoewel we sinds de Tweede Wereld Oorlog geen grenzen meer hebben tussen onze landsdelen.

Het wordt tijd dat de Vlamingen niet langer hun neus ophalen voor onze boterhammen met melk en wij Nederlanders ophouden ons superieur te voelen op basis van het verleden en in plaats daarvan eens gaan kijken of meer samenwerking in welke vorm dan ook niet meer hout snijdt voor Vlamingen en Nederlanders.

Binnen de EU zouden we samen met 6 miljoen Vlamingen een bevolking van ongeveer 24 miljoen inwoners hebben, waardoor we een Europese middenmotor zouden zijn en daarmee in de EU meer gewicht in de schaal zouden leggen voor onze gezamenlijke economische belangen. Economisch zouden we tot de zes zwaargewichten van de EU behoren. Reken daarbij de twee wereldhavens Rotterdam en Antwerpen, de luchthavens Schiphol en Zaventem en de treinverbindingen met de hoofdsteden van Europa via Brussel. 

De stad Brussel ligt aanzienlijk gunstiger voor verbindingen over land met Europese hoofdsteden als Parijs, Londen en Berlijn dan Amsterdam. Ruimtelijk samenwerking zou ten goede kunnen komen aan de landbouw en voor de energietransitie. Kortom er zijn genoeg argumenten om de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland te versterken.
 

vrijdag 26 juni 2020

MIJN SPROOKJESJAREN ZESTIG 66, BETAALDE LIEFDE

Het Schipperskwartier, Antwerpen 1993

In een smalle, smoezelig geel verlichte straat met nat glimmende kinderkoppen van de regen worden we door een zwarte schaduw uitgenodigd om een café binnen te gaan. De schaduw houdt het rood pluche gordijn in het halletje uitnodigend voor ons open. Nieuwsgierig stap ik in het decor van een romantische film over eenzaamheid en vergeefsheid. Ik zie in de schaars verlichte ruimte het interieur van een sober cafeetje. Op de grond rode plavuizen, een donker houten toog met tap en verloren in de kleine ruimte her en der houten tafeltjes bedekt met kleedjes als minirokjes. Het heeft alles van een toevluchtsoord of schuiloord, het is maar wat je zoekt, zonder enig franje. Ik ga met Cees aan een tafeltje zitten aan de muur met uitzicht op de toog waar de rest van ons gezelschap staat.

Om mij op mijn gemak te stellen steek ik een sigaret op. Cees rookt niet. Hij is een puritein op dat gebied. Zonder enige aankondiging stopt een jonge, zo te zien aantrekkelijk jonge vrouw voor ons tafeltje en vraagt zonder aarzeling of ze bij ons mag komen zitten. Ze wacht ons antwoord niet af en gaat op de lege houten stoel naast mij zitten. Ze vraagt of we wat drinken. Dat wordt dan een pint voor ons drieën.

Ze schuift haar stoel dichterbij zodat onze armen elkaar raken. Ik blijf zitten en wacht af. Het eerste contact is gemaakt. Ik voel een vrouwenhand zachtjes over de binnenkant van mijn dijbeen naar mijn kruis glijden. Dat geeft onmiddellijk een teken van leven. Mijn hersenen beginnen prikkels te sturen naar de bloedvaten van mijn penis zodat er nog meer bloed heen stroomt en ik een stijve krijg. Alsof dat nog niet genoeg is, vraagt ze mij wat ik van haar nieuwe laarzen vindt? Zonder mijn antwoord af te wachten, licht ze het tafelrokje op en houdt een gelaarsd been omhoog.

Ik neem een stoere slok en knik vaag. Ze stelt voor dat we naar boven gaan. De smal houten trap op links van de toog. Mijn penis en ik willen wel maar ook weer niet. Na een korte tweestrijd tussen mijn kruis, hoofd en hart - seks is een ingewikkelde zaak - kan ik het niet over mijn hart verkrijgen met haar mee te gaan. Daarvoor is de liefde mij te lief en betaalde liefde is geen liefde ook al is ze nog zo lief. Ik voel de melancholie van een onmogelijke liefde, van de onvolmaaktheid van mens en wereld. Er zit niks anders op dan weg te gaan. Ik mompel ter afscheid gedag tegen haar.

Cees staat samen met mij op. Al die tijd heeft hij zwijgend naar het schouwspel gekeken. Cees is sinds kort tot over zijn oren verliefd op Roos. Een liefde die hem verrast heeft. Cees is niet de man van grote gevoelens en liefde of beter gezegd, was niet de man. Nu zit hij zo vol van Roos dat hij op de deur van zijn studentenkamer een grote artistieke rode roos heeft geschilderd met daarbij in rode letters “Roos” alsof hij bang is dat het niet overkomt. Hij schrijft ook smachtend vlammende liefdesgedichten die beginnen en eindigen met Roos. Hij leest ze vol overtuiging voor. Wie verliefd is wil de hele wereld omarmen.

Met gebogen hoofden stappen we terug de nacht in. Ik zie dat het nog steeds regent. Hemels verdriet over onmogelijke liefde. De buitenwipper vraagt om drinkgeld. Ik geef hem wat losse franken, mijn vrienden niet. Hij reageert onverbiddelijk, stapt naar buiten en roept door het straatje dat ze het gezelschap Hollanders niet moeten binnenlaten want ze betalen niks. We houden de nationale eer van zuinige Hollander weer eens hoog. Beneveld en nat zoeken we ons Volkswagen busje op. Als jongens na een schoolreisje rijden we  naar huis waar we in de treurige ochtendschemer aankomen.


(verschijnt elke vrijdag)

vrijdag 19 juni 2020

MIJN SPROOKJESJAREN 65, ANTWERPEN

Antwerpen 1993

De opwinding dat we op ontdekkingsreis zijn,  kruipt zelfs in mijn studentendispuut met de wonderlijke naam Marsupilami. In plaats van de hele avond aan de bar rondjes te toepen en pilsjes te drinken of te vergaderen over bijzaken als een feestdis in smoking met dames, huren we een Volkswagenbusje om naar Antwerpen te gaan, naar café ‘De Muze’ in de hoop er een live optreden te zien van protestzanger Ferre Grignard, de Vlaamse Bob Dylan.
 

“In 1964 werd in Antwerpen het muziekcafé "De Muze" geopend en Ferre Grignard mocht er elke donderdag optreden met George Smits op gitaar en mondharmonica en Miel De Somer op wasboard. Zijn song "Ring Ring I've Got To Sing" kende er zoveel succes dat Walter Masselis, een van de eigenaars van "De Muze", er een single van liet persen. De eerste 500 exemplaren waren onmiddellijk uitverkocht. Hans Kusters, een talentscout van het Philipslabel, liet een nieuwe opname maken en de single werd een hit. Met zijn hippie-achtige imago, zijn lange haar en nonchalante uiterlijk, werd hij ook weleens de Vlaamse Bob Dylan genoemd. “ (Wikipedia: Ferre Grignard)

Well, don't cry my baby
Don't you cry all the while
Don't cry my baby
Just give me a smile
Seen my daddy die in the war
Seen my mama a-die crying for him
Ring, ring
Well, I've got to sing
Ring, ring
Well, I've got to sing
De dam dadda de day
 

They call me a hounddog
They call me a liar
It's all 'cause of my colour
They want me to hide
They're talking about freedom
Of religion and race
But if you are a negro
They slap you in the face
So what are you fighting for
They send 'm off to sea
Well, I couldn't stand more words
I'm gonna stop free
Well, I'm still happy
So don't cry my babe
Together we'll just try for
Being free people some day


Het café is precies wat we ervan verwachten. Een ouderwetse, degelijk lange toog met tap omringd door jong volk. De geur van bier hangt in een lichtblauwe waas sigarettenrook. Boven het geroezemoes uit, ergens in de diepte van het duistere deel, klinkt muziek uit een jukebox. We nemen een bad in de tijdgeest en daar moeten we het mee doen. Ferre Gringard treedt die avond helaas niet op. Je kunt niet alles hebben. We drinken een pilsje of twee, drie, vier waarna we het kloeke besluit nemen om de Antwerpse nacht in te duiken.

Gelukkig kent Cees Antwerpen. Hij leidt ons door het verlaten en verregende Antwerpen naar het Schipperskwartier, de hoerenbuurt van Antwerpen. Die lijkt op de Amsterdamse Wallen maar met minder ramen. Amsterdam, ooit de grootste koopmansstad in de wereld, is beroemd geworden met zijn als koopwaar uitgestalde hoeren in een etalage. In Antwerpen zitten de hoeren meer in het café, waar ze thuishoren. Het café is het beste toevluchtsoord voor de eenzame man op zoek naar een warm en liefdevol vrouwenlichaam. Het is de geschikte entourage voor de kortstondige droom van liefde en seks. Het café is een prima plek waar valse romantiek en betaalde liefde elkaar vrijelijk kunnen ontmoeten.  In Amsterdam koop je een vrouw in een etalage, in Antwerpen beleef je een kortstondige liefdesdroom in het café.

(verschijnt elke vrijdag)

vrijdag 26 oktober 2018

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 61

 
Schipperskwartier, Antwerpen 1994
Of België ooit een confederatie wordt hangt af van de nationalistische partijen met in het bijzonder de N-VA, intussen de grootste erfgenaam van de Volksunie. Het begin van de pas opgerichte N-VA was echter ontmoedigend. De partij behaalde bij de verkiezingen in 2003 slechts een enkele zetel in het parlement die werd bezet door partijvoorzitter Geert Bourgeois. In de senaat had de partij geen enkele zetel. Het leek erop dat het gematigde Vlaams nationalisme gedoemd was roemloos ten onder te gaan.

De reddende engel, als je in politiek daarvan kan spreken, was de Vlaamse christendemocratische partij CD&V en de in 2004 verkozen N-VA voorzitter Bart de Wever. De N-VA  sloot in hetzelfde jaar na moeizame onderhandelingen en het overwinnen van interne tegenstellingen een verkiezingskartel dat de naam kreeg “Vlaams Kartel” of  “Valentijnskartel”. 


“Het Valentijnskartel of Vlaams Kartel was van 2004 tot 2008 een kartel tussen twee Vlaamse partijen, de Vlaams-nationalistische Nieuw-Vlaamse Alliantie en het christendemocratische Christen-Democratisch en Vlaams (N-VA en CD&V). Dit kartel kwam tot stand na een eerdere mislukking. Toen weigerde de CD&V om zich er toe te verbinden niet in een regering te stappen zonder dat men de vijf resoluties van het Vlaams Parlement van 1999 zou uitvoeren, die voorzien in een grotere autonomie voor Vlaanderen. Op 14 februari 2004 ging de CD&V wel dit engagement aan, en samen met de slechte peilingen voor de N-VA was dit voldoende om een kartel tot stand te brengen, dat alleszins deelnam aan de regionale verkiezingen van 2004, de lokale verkiezingen in 2006 en de federale verkiezingen in 2007. “ (Wikipedia: Valentijnskartel)
 

Het kartel bracht nieuw elan in het Vlaams nationalisme en bood tegenwicht aan de liberalisering, individualisering en privatisering van de paarse regeringen Verhofstadt (1999-2008). Belgisch paars is enigszins te vergelijken met de paars in Nederland onder leiding van Wim Kok. Het verschil is dat Verhofstadt liberaal is en Kok sociaal-democratisch, voor het overige streefden beide regeringen naar individualisering, meer marktwerking door liberalisering en privatisering.

Het Vlaams Kartel werd vanwege zijn combinatie van Vlaams nationalisme en meer gemeenschapszin een groot politiek succes in Vlaanderen. “Onder de kartelnaam CD&V/N-VA - of 'Vlaams kartel' – namen beide partijen vervolgens deel aan de Vlaamse parlementsverkiezingen van 2004. Het kartel werd de grootste politieke formatie in Vlaanderen met iets meer dan 1 miljoen stemmen, of 26%.” (Wikipedia: Nieuwe-Vlaamse Alliantie)


(verschijnt elke vrijdag)

vrijdag 19 oktober 2018

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 60

 
Schipperskwartier, Antwerpen 1994
Welke politieke krachten gaan het lot van België bepalen? Die welke er op gericht zijn op het land bijeen te houden of die welke tot een opdeling leiden?  De trend is die van de Vlaams nationalistische krachten die het federale België uithollen ten gunste van een “Vlaamse soevereiniteit light”. Wallonië en Brussel zien zich als minderheid gedwongen om erin mee te gaan maar ze maken van de gelegenheid gebruik om de prijs voor de Vlamingen zo hoog mogelijk te maken.

De N-VA wil van een federaal België met een "Vlaamse soevereiniteit light" naar een confederaal België met volledige Vlaamse soevereiniteit.
“Een confederatie of statenbond is een samenwerking van onafhankelijke staten die samen een staat vormen. Hierbij bestaat een overeenkomst of verdrag tussen de verschillende onafhankelijke landen die overeenkomen om bepaalde aangelegenheden zoals de buitenlandse belangen en veiligheid gemeenschappelijk te regelen. Confederalisme staat hiermee in tegenstelling tot federalisme of een bondsstaat, waarbij het overkoepelende geheel - de federatie - onafhankelijk is. In een federatie is de federale grondwet het bindende element tussen de verschillende regio's terwijl in een confederatie elke staat een eigen grondwet heeft en de samenwerking wordt geregeld door het verdrag.” (Wikipedia: confederatie)
 

De N-VA formuleert het standpunt over een Belgische confederatie als volgt:
“Vlamingen en Franstaligen kijken verschillend naar de samenleving. De verschillende sociaal-economische realiteit leidt tot andere inzichten. Maar net omdat we andere oplossingen verkiezen, blokkeren we elkaar voortdurend. De Vlaamse kiezer krijgt daardoor al decennia niet het beleid waarvoor hij kiest.
Een federale kieskring zal dat niet oplossen. Partijen die daarvoor pleiten, verdelen bijvoorbeeld de zitjes al op voorhand tussen Vlamingen en Franstaligen. Ze behouden ook alle grendels op federaal niveau. Dat is allerminst een uitweg uit de blokkering. Overigens, vandaag houdt niets of niemand partijen die dat echt willen tegen om in Vlaanderen én Wallonië op te komen.

 

Willen politici uit beide landsdelen in overleg bepalen wat ze samen willen doen, dan is een confederatie de beste uitweg volgens de N-VA. Gaan ze daarin te ver of niet ver genoeg, dan heeft de kiezer altijd het laatste woord.
 

Die kiezer moet ook zelf kunnen bepalen wie aan het roer staat van zijn land. De N-VA pleit daarom voor een democratisch verkozen staatshoofd. Na een puur protocollaire overgangsperiode willen we de monarchie met het bestaande systeem van erfopvolging afschaffen” (N-VA standpunten)

Volgens de N-VA moet België een confederatie worden  met een gekozen staatshoofd, wat afschaffing van het huidige koningshuis betekent. Maar zoals alles in België alles op zijn tijd. De N-VA voorziet "een puur protocollaire" overgang en je weet natuurlijk nooit hoe lang zo een overgang gaat duren en waar die op uitdraait. In Belgische politiek is meer mogelijk dan men gewoonlijk denkt. 


(verschijnt elke vrijdag)

vrijdag 22 juni 2018

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 43

 
In de buurt van het Napoleondok, Antwerpen 1994

De Vlamingen hebben het minder slecht getroffen dan de Noord Amerikaanse indianen of de Australische aboriginals en misschien ook wel beter dan de Basken, de Catelanen, de Esten, Letten en Litouwers. De Basken hebben te maken gehad met dictator Franco die hun taal en cultuur uit naam van het fascisme onderdrukte terwijl de Baltische talen en culturen onderdrukt werden uit naam van het Communisme.

Niettemin dreigden de Vlamingen door de verfransing niet alleen hun taal en cultuur te verliezen maar ook hun banden met hun verleden, hun greep op hun omgeving en hun wereld. Geen wonder dus dat ze zich stortten op hun wordingsgeschiedenis als volk en natie en hun taal waarbij ook het intussen modieuze woord identiteit valt.

“Taal en geschiedenis van Vlaanderen werden daarom bestudeerd door geleerden als Jan Frans Willems en kannunik Jan Baptist David. Ze ontdekten oude geschiedverhalen in oud Nederlands, ze gaven die opnieuw uit, ze bestudeerden dialecten in het hele land en verzamelden volksverhalen. Maar in die eigen taal schreven literatoren ook eigen werk, om aan te tonen dat ook het Nederlands volwaardige literatuur kon opleveren. Vooral historische romans, toneelstukken, zedenromans en hekeldichten bewezen goede diensten, zoals die van Hendrik Conscience of Prudens van Duyse. Deze laatste schreef ook eigenaardige ‘loverkens’, gedichten die hij in een imitatie van Middelnederlands schreef. Van Duyse vatte trouwens het idee achter de Vlaamse Beweging het beste samen. Een sterk Nederlandse taal betekende een sterke Vlaamse bevolking, want, zo schreef hij, ‘de tael is gansch het volk’.” (zie de website litteratuurgeschiedenis.nl, de Vlaamse Beweging in de negentiende eeuw)

Omstreeks 1850 ontwikkelde zich uit deze Vlaams culturele emancipatiebeweging een politieke beweging. Daarbij stak een zekere verdeeldheid tussen katholieke en liberale Vlamingen de kop op.

"De Vlaamse Beweging wist niet of ze haar politieke doelen moest realiseren door samen te werken met de katholieke of met de liberale partij. Uiteindelijk sloot ze aan bij beide en ontstond er in de Vlaamse Beweging een liberale en een katholieke vleugel. De ankerpunten van de twee strekkingen werden genoemd naar twee van de vaders van de Beweging: het liberale Willemsfonds en het katholieke Davidsfonds."(zie website hierboven)


De volgende fase was die van de radicalisering van de cultureel georiënteerde Vlaamse Beweging tot wat de Vlaamse Zaak is gaan heten.

“Maar de echte actie van de Vlaamse Beweging situeerde zich steeds meer buiten de literatuur; aan het eind van de eeuw werd de massa in beweging gebracht voor de Vlaamse zaak. Rodenbach richtte de blauwvoeterij, een Vlaamse actiebeweging, op en Vlaamse studenten van overal verenigden zich in de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging. Sommige Vlaamsgezinden werkten tijdens de Eerste Wereldoorlog met de Duitse bezetter samen, in de hoop de Vlaamse taal en cultuur uit België los te weken en in te passen in de grote en op dat moment machtige cultuur van het Duitse keizerrijk. Dat zou de Vlaamse Beweging na de oorlog een tijdlang verdacht maken.” (zie de website litteratuurgeschiedenis.nl, de Vlaamse Beweging in de negentiende eeuw)



 (verschijnt elke vrijdag)




vrijdag 11 mei 2018

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 38

Pieter Balten (ca.1525 Antwerpen ca. 1598) Naar Maarten van Cleve (1527 Antwerpen 1581),
'Het slechten van de citadel van Antwerpen in augustus 1577.'
"Om de opstandige steden in de Nederlanden te kunnen beheersen,
liet de hertog van Alva (de militaire zetbaas van Flips II) in verschillende plaatsen
citadellen of dwangburchten bouwen.
De Antwerpenaren veroverden in 1577 de citadel van hun stad op de Spanjaarden
Het garnizoen werd verdreven; de dwangburcht afgebroken.
(Te zien in het Noordbrabants Museum te Den Bosch). 

In 1576 was Antwerpen in feite de hoofdstad van de opstand tegen de Spaanse koning Filips II. Maar dat duurde niet lang. Antwerpen werd weer ingenomen door de Spanjaarden en zo werd uiteindelijk niet de havenstad Antwerpen maar de havenstad Amsterdam de hoofdstad van de opstandelingen en uiteindelijk van de hele Republiek. 

De Spanjaarden beseften van meet af aan hoe belangrijk Antwerpen was als haven voor het achterland van Vlaanderen en besloten daarom om de stad zo spoedig mogelijk terug te veroveren. De militaire details van het beleg, de uithongering en uiteindelijk de val van de stad laat ik graag over aan de liefhebbers van militaire geschiedenis. Op 3 juli 1584 begon de omsingeling, op 17 augustus 1585 tekende burgemeester Marnix van Sint-Aldegonde de overgave. Ruim een jaar had de stad geprobeerd uit handen van de Spaanse koning te blijven. Willem van Oranje bleek niet voldoende middelen en mogelijkheden te hebben om zijn  belofte de stad te hulp te schieten na te komen.

“De Peis (vrede) werd uitgeroepen op de Grote Markt. De burgemeester had bekomen dat tegenstanders van de koning de kans kregen de stad te verlaten. Veel protestantse kooplieden en intellectuelen maakten daar gebruik van en vertrokken naar het Noorden. Er werden in totaal vierentwintig voorwaarden opgesteld, onder andere: het katholieke geloof moest opnieuw ingesteld worden, kerken herbouwd, verdreven katholieke gezinnen en geestelijken moesten weer ontvangen worden. De koning zou de Antwerpenaren voor hun misdaden tegen het Spaanse Rijk vergeven en de ketters toestaan nog vier jaar in de stad te blijven wonen. Als schadevergoeding voor de onkosten van de belegering werd vierhonderdduizend gulden in rekening gebracht. Die boete was zo groot dat er een aparte stadskas, de reductiekas, werd opgericht om inkomsten voor de betaling te organiseren. Krijgsgevangenen (van beide partijen) moesten worden vrijgelaten, mits deze niet van tevoren een losgeld hadden bepaald.” (Wikipedia: beleg van Antwerpen 1584-1585)

Met de val van Antwerpen was het lot van heel Vlaanderen bezegeld. Het zou tot 1815 in vreemde handen blijven, eerst dat van de Spaanse Habsburgers, daarna onder de Oostenrijkse Habsburgers. Tot die tijd zouden de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden geheel verschillende richtingen opgaan. 



De val van Antwerpen in 1585 markeerde de scheiding van noord en zuid en in 1588 ontstond in het noorden de calvinistische Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Zuidelijke Nederlanden bleven katholiek onder het bewind van een door de Spaanse koning benoemde landvoogd. Het katholicisme bleef de enige toegestane godsdienst en Brussel bleef het machtscentrum van de Habsburgers.(Wikipedia: Tachtigjarige oorlog)

(verschijnt elke vrijdag)

vrijdag 13 april 2018

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 34

Drie Meisjes op de Groenplaats van Antwerpen, 1993
©petrus nelissen

Om met de deur in huis te vallen. De afkeer tussen Noordelijke en Zuidelijke Nederlanders blijkt wederkerig te zijn. Sinds de Tachtigjarige Oorlog en de Vrede van Münster had de nieuwe protestantse natie het prima gerooid. Uit een opstandig waterland was een machtige Republiek ontstaan die uitgroeide tot een zeemogendheid die over de hele wereld handel dreef en vestigingen had. 

De Republiek was een koloniale macht georganiseerd als een privé onderneming met in het hart de Oost en West Indische Compagnieën waarin burgers een vrij verhandelbaar aandeel konden nemen via de Amsterdamse beurs. 

Daarmee was het een voorbode geworden van modern kapitalisme waar uiteindelijk de VS erg groot mee zijn geworden. Het land was zijn tijd vooruit op koloniale mogendheden als Frankrijk, Spanje, Portugal en Engeland met hun absolute monarchen, gecentraliseerd bestuur en grote legers. De Republiek was een land van burgers zonder koning. Het was de tijd van“De Gouden Eeuw”.

“De Gouden Eeuw is een periode in de Nederlandse geschiedenis die goeddeels samenvalt met de zeventiende eeuw. De noordelijke Nederlanden, die samen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vormden, maakten een bloeiperiode door op het gebied van handel, wetenschap en kunsten. Ook wat betreft haar politieke en militaire macht (vooral ter zee) nam de Republiek in de wereld een vooraanstaande positie in. De bloeitijd van de noordelijke Nederlanden was een belangrijke nieuwe fase in de ontwikkeling van de westerse beschaving. Sommigen houden als beginpunt van de Gouden Eeuw 1602 aan, het jaar waarin de VOC werd opgericht; anderen kiezen voor het jaar 1609, het beginjaar van het Twaalfjarig Bestand. Tot het einde van het bestand (1621) groeide de economie vrijwel ongehinderd.” (Wikipedia: Gouden Eeuw Nederland)


De erfenis van de Gouden Eeuw maakte dat Noord Nederland tijdens de hereniging met het Zuiden in 1815 nog altijd barste van zelfvertrouwen. Veel Nederlanders vonden dat het de Zuidelijke Nederlanden niet nodig had om zijn plaats als mogendheid in de wereld te behouden. Integendeel, dat Zuiden zou wel eens een blok aan het been kunnen zijn van de Nederlandse handel en wandel in de wereld. “In Holland, vooral in Amsterdamse havenkringen, was er al geruime tijd een beweging die terug wilde naar de oude, beperkte Statenbond. Een op de zee gebaseerde wereldhandel leek veel gunstiger dan de zo gevaarlijke continentale betrokkenheid” (Wikipedia: De Belgische Revolutie)

(verschijnt elke vrijdag)

maandag 24 juli 2017

DAGBOEK VAN HET JAAR ONZES HEREN 2013, DEEL 3

Planchee, Wolstraat, Antwerpen 6 januari



Portret in het rood op de Grote Markt van Antwerpen, 6 januari


Kerststal en boom op de Grote Markt te Antwerpen, 6 januari


Het Stadhuis van Antwerpen, 6 januari 


Frituur n.1 in Antwerpen, 6 januari


Galerie de Zwarte Panter te Antwerpen, 6 januari


Swiet & Seksie (inmiddels verdwenen) te Antwerpen, 6 januari


Ikea langs de A12, 6 januari 


De Rupeltunnel in de A12, 6 januari 


de Kertsboom en kerststal thuis, 7 januari

dinsdag 9 mei 2017

FLANDERS-LAND 56 (ANTWERPEN)

Chef's Pauze, Antwerpen 31 mei 2009


Nummerkamer Museum aan de Stroom (MAS), Antwerpen, 4 augustus 2011


Nummerkamer Museam aan de Stroom (MAS), Antwerpen 4 augustus 2011


Meisje met Hond, Antwerpen 7 maart 2010


Mode, Antwerpen 31 mei 2009


Poes uitlaten bij Middelheim Beeldenpark, Antwerpen 17 juli 2011


Shop, Antwerpen 31 mei 2009





maandag 24 april 2017

FLANDERS-LAND 55 (ANTWERPEN)

Kleurrijk meisje, Antwerpen, 7 maart 2010


Praatje maken bij de honden uitlaat, Antwerpen, 6 mei 2012


Loodsgebouw aan de Schelde, Antwerpen, 4 augustus 2011


Doorkijk in Fotomuseum FOMU, Antwerpen, 6 mei 2012


Uitkijkje op Antwerpse daken vanuit FOMU, Antwerpen, 6 mei 2012


Leeszaal FOMU, Antwerpen, 6 mei 2012

donderdag 30 maart 2017

FLANDERS-LAND 54

Schipperskwartier (rosse buurt), Antwerpen, 2 maart 2008


Winkeletalage modeontwerper Dries van Noten, Antwerpen, 29 maart 2009


Winkeletalage mode ontwerper Dries van Noten, Antwerpen, 29 maart 2009


Winkeletalage Mode ontwerper Dries van Noten, Antwerpen 29 maart 2009


Voor Heren, Antwerpen 29 maart 2009


Bij de Kaaien, Antwerpen, 29 maart 2009


Gringo's Cantina aan de Schelde Kaai, Antwerpen 12 juli 2008


Spinet Speelster tijdens Artiestenmis in de Antwerpse Borromeus kerk, 7 maart 2010

donderdag 21 juli 2016

FLANDERS-LAND 46

Blond en mooi, Antwerpen aan de Scheldekade bij het Steen, 2007


Het Europees Parlement aan de achterkant, Brussel 2007


Warandepark, Centrum van Brussel, 2007


Op een terras in het Zuidstation, Brussel 2007


Justitiepaleis gezien vanaf het Zuidstation, Brussel 2007


Kindermode, Antwerpen 2007


Plattelandsstraat in de buurt van Puurs, 2007


Schildersromantiek aan de Schelde ter hoogte van Temse, 2007


Uitzicht op Temse aan de Schelde, 2007


Chemiebedrijf aan het Albertkanaal bij Tessenderlo, 2007