vrijdag 19 juni 2020

MIJN SPROOKJESJAREN 65, ANTWERPEN

Antwerpen 1993

De opwinding dat we op ontdekkingsreis zijn,  kruipt zelfs in mijn studentendispuut met de wonderlijke naam Marsupilami. In plaats van de hele avond aan de bar rondjes te toepen en pilsjes te drinken of te vergaderen over bijzaken als een feestdis in smoking met dames, huren we een Volkswagenbusje om naar Antwerpen te gaan, naar café ‘De Muze’ in de hoop er een live optreden te zien van protestzanger Ferre Grignard, de Vlaamse Bob Dylan.
 

“In 1964 werd in Antwerpen het muziekcafé "De Muze" geopend en Ferre Grignard mocht er elke donderdag optreden met George Smits op gitaar en mondharmonica en Miel De Somer op wasboard. Zijn song "Ring Ring I've Got To Sing" kende er zoveel succes dat Walter Masselis, een van de eigenaars van "De Muze", er een single van liet persen. De eerste 500 exemplaren waren onmiddellijk uitverkocht. Hans Kusters, een talentscout van het Philipslabel, liet een nieuwe opname maken en de single werd een hit. Met zijn hippie-achtige imago, zijn lange haar en nonchalante uiterlijk, werd hij ook weleens de Vlaamse Bob Dylan genoemd. “ (Wikipedia: Ferre Grignard)

Well, don't cry my baby
Don't you cry all the while
Don't cry my baby
Just give me a smile
Seen my daddy die in the war
Seen my mama a-die crying for him
Ring, ring
Well, I've got to sing
Ring, ring
Well, I've got to sing
De dam dadda de day
 

They call me a hounddog
They call me a liar
It's all 'cause of my colour
They want me to hide
They're talking about freedom
Of religion and race
But if you are a negro
They slap you in the face
So what are you fighting for
They send 'm off to sea
Well, I couldn't stand more words
I'm gonna stop free
Well, I'm still happy
So don't cry my babe
Together we'll just try for
Being free people some day


Het café is precies wat we ervan verwachten. Een ouderwetse, degelijk lange toog met tap omringd door jong volk. De geur van bier hangt in een lichtblauwe waas sigarettenrook. Boven het geroezemoes uit, ergens in de diepte van het duistere deel, klinkt muziek uit een jukebox. We nemen een bad in de tijdgeest en daar moeten we het mee doen. Ferre Gringard treedt die avond helaas niet op. Je kunt niet alles hebben. We drinken een pilsje of twee, drie, vier waarna we het kloeke besluit nemen om de Antwerpse nacht in te duiken.

Gelukkig kent Cees Antwerpen. Hij leidt ons door het verlaten en verregende Antwerpen naar het Schipperskwartier, de hoerenbuurt van Antwerpen. Die lijkt op de Amsterdamse Wallen maar met minder ramen. Amsterdam, ooit de grootste koopmansstad in de wereld, is beroemd geworden met zijn als koopwaar uitgestalde hoeren in een etalage. In Antwerpen zitten de hoeren meer in het café, waar ze thuishoren. Het café is het beste toevluchtsoord voor de eenzame man op zoek naar een warm en liefdevol vrouwenlichaam. Het is de geschikte entourage voor de kortstondige droom van liefde en seks. Het café is een prima plek waar valse romantiek en betaalde liefde elkaar vrijelijk kunnen ontmoeten.  In Amsterdam koop je een vrouw in een etalage, in Antwerpen beleef je een kortstondige liefdesdroom in het café.

(verschijnt elke vrijdag)

1 opmerking:

  1. De muze bestaat nog steeds. Overigens moet je tegen een sekswerker niet zeggen dat je haar koopt, want dan krijg je een oplawaai. Ze leveren een dienst tegen vergoeding. That's all.

    BeantwoordenVerwijderen