Posts tonen met het label jan van het kruis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label jan van het kruis. Alle posts tonen

vrijdag 7 juni 2024

45. AMERICA LATINA. THERESIA VAN AVILA

 

Theresia van Avila heeft diverse kunstenaars geïnspireerd. Links Santa Teresa de Jesús, een zeventiende eeuwse kopie van een schilderij van José de Ribera te zien in het Prado te Madrid. Rechts een detail van "Extase van Theresia" van de 17e eeuwse beeldhouwer Bernini te zien in de basiliek Santa Maria Della Vittoria in Rome. "Theresia van Ávila is een van de beroemdste mystici onder de katholieke heiligen. Samen met de heilige Johannes van het Kruis heeft zij de orde van de Karmel hervormd in de zestiende eeuw. Haar geschriften hebben de mystieke theologie dermate ingrijpend beïnvloed, dat zij door paus Paulus VI in 1970 als eerste vrouwelijke heilige werd uitgeroepen tot kerkleraar." (Wikipedia: Theresia van Avila)

De volgende bedevaart is naar Avila, de stad waar de Heilige Theresia van Avila ofwel Santa Terese de Jesús, is geboren (1515). Ze is de dochter van Joodse ouders die gedwongen werden zich te bekeren tot katholieken. In die tijd had men minder respect voor anders gelovigen. Spanje was sowieso een fanatiek katholiek land. Daar kunnen de Nederlandse protestanten over meepraten.

We zien de stadsmuur al van verre liggen. Dichterbij zien we pas goed hoe indrukwekkend de muur is. De muur is gebouwd in het jaar 1100, toen de stad nog dienst deed als een bolwerk tegen de Moren. Driehonderd jaar later (1492) was met de val van Granada de herovering van Spanje een feit. Een jaar later vaardigen de katholieke vorsten het edict tegen de joden uit. 

Het zelfvertrouwen van de Spanjaarden was door de verdrijving van de Moren uit Spanje groter dan ooit. Dat werd nog groter met de verovering van Mexico en andere  Zuid-Amerikaanse landen. Spanje was een wereldrijk in wording. Een nieuwe tijd brak aan voor Spanje, de wereld en het Roomse katholicisme. 

Sinds Maarten Luther met zijn 95 stellingen de wantoestanden in de Roomse Kerk aanklaagde(1517) wankelde de Roomse kerk. Zijn aanklacht leidde tot de Reformatie wat de oorsprong was van het protestantisme. De hervormingen van Luther hadden ook geopolitieke gevolgen waarvan de opstand in de Lage Landen tegen de Spaanse Koning ofwel de Tachtigjarige oorlog de belangrijkste was.

In die tijdspanne vol onrust in Noord Europa vindt de ontmoeting tussen de Heilige Theresia en Sint Jan van het Kruis plaats. Zij betrok hem bij de hervorming van de Karmel en maakte hem tot de geestelijke vader van de nonnen in het door haar opgerichte klooster van de Ongeschoeide Karmelietessen in Avila. Je kunt Teresia de geestelijke moeder van Jan van Het Kruis noemen in zover hij die nog nodig had.

“Vijftien augustus 1567 komt Teresa de Jesús aan in Medina del Campo om er het tweede klooster te stichten van de Ongeschoeide Karmelietessen. Vijf jaar geleden is ze er in geslaagd te Avila een kleine gemeenschap te stichten van vrouwen die het oorspronkelijk ideaal van de Karmel willen beleven. Zij is erin geslaagd, ondanks onvoorstelbare tegenwerking van alles wat naam en invloed heeft in deze besloten stadsgemeenschap van een Castilië dat de weidsheid en de ernst van de nieuwe tijd en de nieuwe noden nog niet heeft geproefd. Ook Teresia wil méér! Met dit doel is zij naar Medina gekomen, de stad die beheerst wordt door het vijftiende-eeuwse Castillo de la Mota, waarin Johanna de waanzinnige, Isabella van Castilië en Caesar Borgia - eigenaardige vruchten van vijftien eeuwen Christendom - hebben gewoond. Kastelen interesseren deze vrouw echter alleen maar in functie van mensen. Hét kasteel is voor haar het kasteel van ’s mensen inwendigheid, het kasteel van de ziel.” (Blz.25 en 26 in Verzamelde Werken van Sint Jan van het Kruis)

Jan van het Kruis was in Medina om zijn eerste Heilige Mis na zijn priesterwijding in Salamanca op te dragen. Ze weet hem in te palmen voor haar plannen tot hervorming van de Karmel.

“In Medina wil zij de jonge universiteitsstudent Juan de Yepes ontmoeten die hier vanuit Salamanca zijn eerste heilige mis is komen opdragen in de Karmel van de oude observantie. Ook deze jonge intellectueel is niet tevreden met het Karmel-ideaal zoals het beleefd wordt in het instituut. Hij wil niet meer terug naar de universiteit van Salamanca, maar heeft het plan recht door te gaan naar de kartuizer van Paular. Aan hervorming in zijn eigen instituut denkt hij niet; alleen aan zijn individuele heiligheid. Zij is twee-en-vijftig, in de volle kracht van haar leven en wordt reeds Madre en hervormster genoemd door een gemeenschap die ze zelf heeft gevormd; hij is pas vijf-en-twintig en kent het leven alleen van de universiteitsbanken en vanuit de eenzaam makende ellende van zijn jongensjaren.” (blz.26 verzamelde werken van Sint Jan van het Kruis)

Ze weet hem over te halen om samen met een eveneens door Teresa uitgezochte monnik de hervorming van de mannelijke Karmel te beginnen. Uit die samenwerking ontstaat een vriendschap voor het leven. Jan van het Kruis wordt op zijn dertigste de biechtvader van de 130 nonnen in klooster der Menswording in Avila waar Teresa de priorin van is. 

Jan van het Kruis en Teresia wilden met hun hervormingen terugkeren naar de geestelijke bronnen van het Christendom, een antwoord geven op de ontstane onrust in de Roomse kerk als gevolg van de Reformatie. “De middeleeuwen zijn voorbij, de nieuwe tijd is aangebroken. Het overtollige aanslibsel wordt afgestoten. Nieuw als op de eerste Pinkstermorgen wil de Kerk de nieuwe tijd binnengaan. Vandaar een terugkeer naar het begin.” (Blz 26-27 in Verzamelde Werken van Sint Jan van het Kruis)

Als mystici en begenadigde schrijvers blijken zij ook nog eens over praktisch organisatie en management talenten te beschikken. Hoe anders zouden zij nieuwe kloosterordes van de grond af aan op hebben kunnen bouwen? Ze leefden niet met hun hoofden in de wolken zoals vaak wordt gedacht van mystici. Hun mystieke geestelijke leven stond een praktische aanpak van het aardse leven geenszins in de weg. Integendeel, het was een inspiratiebron voor juist dat praktische handelen. 

Het einde van de middeleeuwen brengt in Europa het nieuwe land Nederland voort, als het ware gewelddadig geboren uit het Spaanse rijk. Nog tijdens de tachtig jaar durende opstand laat ook dit nieuwe land zich in de wereld gelden. Spanje mag dan een deel van zijn rijk in Noord Europa verliezen, het sticht tegelijk nieuwe reusachtige rijken wereldwijd die de loop van de wereldgeschiedenis veranderen.  

Het uit bloed en tranen geboren Nederland volgt in de voetsporen van zijn vroegere overheersers en bouwt een wereldhandelsrijk op. De Republiek der Nederlanden wordt dankzij de Verenigde Oost Indische Compagnie het eerste kapitalistische burgerland in de wereld.  


vrijdag 8 maart 2024

32. AMERICA LATINA. DE PARADOXALE REDE

petrus nelissen, "De paradox van de spelende mens, Waikiki Beach 1946", fotocollage

 

Nu ik Marx snap, stort ik mij op andere filosofen om hun mensbeeld te achterhalen. Ik begin met de eigentijdse sombere existentialist Sartre. Mijn doel is  te onderzoeken wat de plaats van liefde en solidariteit is in zijn filosofie. 

Ik heb geluk dat ik de bibliotheek van de faculteit der filosofie van de universiteit van Utrecht bij de hand heb. Die is aan de overkant van ons kantoor aan de Nieuwe Gracht in Utrecht. Dat maakt het gemakkelijk om tussen de bedrijven door naar de goeie boeken te zoeken.

Onder het lezen maak ik kritische aantekeningen in een speciaal aangeschaft notitieboek dat ik gekocht heb bij L. Leenders Schrijfmachinehandel in de Hertogstraat te Nijmegen. Soms waag ik het een kritische dialoog te voeren met de filosoof van dienst. Een van mijn eerste aantekeningen heet nogal zelfbewust “Antwoord aan Sartre’. 

“Voor een geest als die van Sartre, die in staat is om het Niets te omvatten als een paar handen die het luchtledige omsluiten, moet mijn antwoord wel erg simpel zijn. Geloof in de mogelijkheid van een relatie van mens tot mens, van mens tot ding om der wille van mezelf en de ander/het andere zonder die de andere/het andere te verpletteren, moet Sartre verdacht vinden, zo niet absurd. Maar ik heb de simpele ervaring dat de ander mij niet uitsluitend als object ziet, als een robot die zo nodig geprogrammeerd moet worden. Nee, nee er zijn mensen die mijn subject-zijn bevestigen, mijn ik-persoon op een voetstuk plaatsen waarover ik zelf mijn twijfels heb en soms bang ben er af te vallen.” (Vreeswijk, 8 december 1973)

Sartre onderzoekt de verhouding tussen het ik en de ander dat is precies ook wat Marx heeft gedaan. Marx  meer vanuit het perspectief van de samenleving, Sartre als kind van zijn en ook mijn tijd gaat meer van het ik uit. Is het ik-tijdperk met Sartre begonnen?

Volgens Sartre ben ik in de ogen van de ander onvermijdelijk een object en omgekeerd is de ander al even onvermijdelijk voor mij een object. Dat strookt niet met mijn ervaringen. Ik heb ervaren dat bij solidariteit en in de liefde deze tegenstelling overstegen kan worden. We worden dan een "wij" of een "samen" en zelfs een "paar". 

Sartre ziet dat niet zo, hij legt meer de nadruk op de ontkenning van de ander. Hij (her)kent blijkbaar de liefdevolle blik niet, de blik die de ander bevestigt in plaats van ontkent, zo besluit ik mijn kritische betoog. In zijn wereld is de ander de hel. Dat kan maar is niet uitsluitend zo. Het kan anders.

Ondanks dat ik het niet langer gelovig ben, kan ik het ook weer niet nalaten om het godsbegrip bij mijn onderzoek te betrekken. Daar zal Sint Jan van het Kruis wel tussen zitten. Zijn God van liefde zit nog vers in mijn geheugen. Hoe dan ook, ik schrijf in mijn aantekenboek dat “de grootsheid van God ligt in het feit de mens naar zijn evenbeeld te hebben geschapen”, een mens die vrij is om te kiezen. 

Dat is gewaagd want daarmee schiep Hij de kans dat de mens eventueel tegen Hem kiest, wat hij dan ook gedaan heeft, zo lezen we in het boek Genesis. Het voordeel van die keuzevrijheid is dat “God zich dan ook nooit verveeld. Zijn wereld is een wereld van liefde die steeds opnieuw levend wordt wanneer een mensenblik zich op Hem richt.” (Aantekeningen  8 december 1973)

De door Sartre zo gevreesde liefdeloze objectivering van de ander vindt wel volop plaats in de wetenschap: “de huidige mens - en natuurwetenschappen brengen desastreuze resultaten voort vanwege hun liefdeloze objectiviteit. De natuur wordt gedenaturaliseerd, de mens ontmenselijkt en dat alles ten behoeve van de macht van de rede met zijn wapen van objectiviteit.” (Aantekening van 23 december 1973)

Hier stuit ik op een paradox van ons menselijk bestaan, een ik zou zeggen catastrofale paradox van de rede, de basis van onze wetenschap (met dank aan de Franse filosoof Descartes) . Enerzijds helpt de rede ons de wereld, de natuur in kaart te brengen. Anderzijds maakt ze het ons daardoor mogelijk om de natuur en de wereld voor eigen gewin en gemak aan te wenden of als het ons uitkomt die zelfs te vernietigen. 

De rede bevrijdt ons mensen weliswaar uit het rijk van de behoeften (vrij naar Marx) maar maakt het tevens mogelijk om ons mens-zijn en de natuur te vernietigen. Voorbeelden liggen voor het grijpen. Zo is kernenergie een uitkomst voor de energievoorziening van de mens maar vormt de kernbom een bedreiging voor het voortbestaan van diezelfde mens en wereld.

vrijdag 30 juni 2023

36. TERUG NAAR NIJMEGEN. DE BESTIJGING VAN DE BERG KARMEL.

Nagetekend en vertaald aan de hand van een originele tekening met tekst van St. Jan van het Kruis.

 

Men mag dan vaarwel gezegd hebben aan het Oude Geloof der Voorvaderen, er blijft toch een gat te vullen. Het gat van de zingeving. Blijkbaar worstelen de Beatles daar ook mee want zij gaan naar een goeroe in India. Daar doe ik niet aan mee. Ik sta open voor andere culturen en opvattingen maar ik ben  nog lang niet klaar met mijn eigen tweeduizend jaar oude cultuur.

Niettemin worden zij al snel gevolgd door trendgevoelige jonge lieden in mijn omgeving. Blijkbaar is het gat van de zingeving heel groot. Hippies combineren hun "make love not war" met oosterse spiritualiteit. Seks en marihuana alleen zijn niet genoeg als antwoord op de zin van het bestaan. Zoals gebruikelijk in geloofsaangelegenheden ontstaan ook hier weer verschillende richtingen.

In de stad zie je de nieuwe trend op zaterdag tussen het winkelend publiek. Hare Krishna volgers lopen in opvallend oranje kleding met eentonige belletjes te rinkelen. Hun boodschap dat er belangrijkere zaken in het leven zijn dan winkelen komt niet over. Niet zo gek als je bedenkt dat ze zich met hun gedrag en kleding wel erg afwijken van de doorsnee Nederlanders. Ze zijn en blijven roependen in een winkelcentrum, een zonderling daargelaten.

Ik voor mij hou het voorlopig bij Jan van het Kruis. Al lezend ben ik terecht gekomen bij zijn misschien wel moeilijkste gedicht met bijbehorende commentaren, ik bedoel de “Bestijging van de Berg Karmel”.  Het gedicht en de commentaren zijn bedoeld als begeleiding naar de volmaaktheid. Aangezien de God van Jan van het Kruis synoniem is aan volmaaktheid heet dat bij hem “de vereniging van de ziel met God”. 

Hoe kom je tot die volmaaktheid? Door zelf eerst niets te worden. Hij onderscheidt drie wegen (zie zijn hierboven afgedrukte tekening): de weg van de onvolmaakte geest naar de hemel, de weg van de onvolmaakte geest naar de wereld en het pad naar de Berg Karmel van de volmaakte geest; niets, niets, niets, niets, niets en op de Berg niets. 

De volmaakte geest volgt de weg langs het niets om het alles te bereiken.

“Om te komen tot wat ge niet weet, moet ge gaan langs waar ge niet weet. Om te komen tot wat ge niet geniet, moet ge gaan langs waar ge niet geniet. Om te komen tot wat ge niet bezit, moet ge gaan langs wat ge niet bezit. Om te komen tot wat ge niet zijt, moet ge gaan  langs waar ge niet zijt.”

Meditatie langs de weg van het Niets om tot God te komen of als je dat liever hebt het Al. Dit is geen kinderspel. Dit is geen jan boerenfluitjes geloof maar een dat diep in je leven ingrijpt. Dat is niet iedereen gegund en daartoe is ook niet iedereen in staat. Vooral niet als je in het dagelijkse leven overeind moet blijven. 

Dat het niet gemakkelijk is en niet iedereen gegeven om er aan te beginnen, blijkt uit de eerste strofe van het lied/gedicht.


“In een nacht, aardedonker,
in brand geraakt en radeloos van liefde,
en hoe had ik geluk! -
ging ik eruit en niemand
die ’t merkte - want mijn huis lag reeds te slapen.”


Het commentaar bij deze eerste strofe is veelzeggend over de af te leggen weg.

“In deze eerste strofe bezingt de ziel het geluk dat zij had en het lot dat haar toeviel, toen zij alles wat buiten haar lag achter zich liet, en toen zij zich terugtrok van de verlangens en onvolmaaktheden die op het zinnelijk niveau van de mens worden aangetroffen tengevolge van de verwarring van het verstand. Om dit te begrijpen moet men het volgende weten. Wil een ziel de staat van volmaaktheid bereiken, dan moet zij gewoonlijk eerst door twee belangrijke soorten van nacht heengaan, die de geestelijke schrijvers zuiveringen of louteringen van de ziel noemen. Wij noemen ze hier ‘nacht’ omdat de ziel zowel in het ene als het andere geval in het donker op weg is, als bij nacht.”

Tot zover lied en commentaar van Jan van het Kruis. Het lied bestaat uit 8 vijfregelige strofen. Het commentaar beslaat ruim 300 bladzijden. Het is duidelijk dat wie in navolging van Jan van het Kruis wil mediteren er een flink karwei aan zal hebben. 

 

vrijdag 23 juni 2023

35. TERUG NAAR NIJMEGEN. LOF DER LIEFDE

 

"Liefde is overal"

De les van Jan van het Kruis is duidelijk. God is liefde, liefde die bevestigt wordt door de menswording van zijn zoon Christus om het offer van zijn kruisdood te brengen uit naam van die liefde. Rationeel totaal onbegrijpelijk maar een ijzersterk beeld van de liefde van God voor de mensen. Vandaar dat het kruis tot in alle hoeken van de wereld is doorgedrongen. 

Jan van het Kruis bevestigt wat ik intuïtief als puber heb bedacht. Sindsdien heb ik mij God en zijn zoon Christus tezamen met zijn  moeder Maria als Goden die liefhebben voorgesteld. Ze zijn geen heersers over mens en dier, geen grootgrondbezitters, groot-ondernemers of CEO's van het heelal. Als Hij, Zijn Zoon en diens Moeder bestaan, dan zijn zij goddelijke liefde.

Hoe ik daar op ben gekomen? Geen idee. Is het mijn  katholieke opvoeding? Is het een soort ingebouwde intuïtie of is het zo maar aan komen waaien? Hoe dan ook, ik wissel als puber van gedachten met de Zoon over mijn door de Roomse kerk verboden liefde voor een protestants meisje met blonde krulharen en blauwe ogen. Ik vraag aan Hem waarom Hij en mogelijk Zijn Vader het niet eens zouden zijn met mijn liefde, weliswaar aards maar wel liefde?

Zijn antwoord is duidelijk. De kerkelijke geloofsrichting is geen enkele belemmering om elkaar lief te hebben. Ontrouw aan de opvattingen van de kerk is geen ontrouw aan God. Integendeel, liefde gaat boven alles.  Gerustgesteld door deze gedachte maak ik met een gerust gemoed het protestantse meisje het hof. Dat mislukte overigens, wat mijn gevoelens voor haar niet meteen minder heftig maakt maar na verloop van tijd wordt het dan toch een onmogelijke liefde. Liefde moet wel van twee kanten komen en dat is helaas niet het geval.

Maar dankzij de liefde voor een protestants meisje heb ik geleerd dat God synoniem is aan liefde. Dat is voortaan mijn leidraad in het leven en niet de teksten van het Oude of Nieuwe Testament of de regelgeving van de Roomse kerk. Voor zover ik de Bijbel lees, lees ik die symbolisch en niet letterlijk. Het is door God geïnspireerde poëzie. Het maakt daarbij niet uit of God en Zijn Zoon Christus al dan niet bestaan. Het leven draait hoe dan ook om liefde. Daarop moet het bestaan gericht zijn, alle andere zaken zoals macht, geld, schoonheid, seksualiteit enz. zijn bijzaken, belangrijke zaken maar geen hoofdzaak.

Liefde heeft aan zichzelf genoeg. Ze is niet te vatten in voorschriften of geboden ook al is zij gebonden aan het aardse bestaan. Zelfs de tien geboden, die een handige richtlijn zijn voor het leven, zijn ondergeschikt aan de liefde. Of na mijn dood nog sprake van liefde zal zijn, is ook al niet belangrijk. 

De liefde volstaat nu. Liefde is op zichzelf genoeg om de kelk van het leven te vullen. Als ik na mijn dood in Goddelijke liefde zal worden opgenomen dan is dat mooi meegenomen maar ik geloof er niet in en reken er niet op. De liefde als zodanig is mij genoeg.

Liefde is waar geest en lichaam elkaar in harmonie kunnen ontmoeten zonder onpraktisch te worden. Wie de liefde kent, doet niet moeilijk, zoekt geen uitwegen, maakt er zich niet gemakkelijk vanaf en is trouw. Vandaag geen liefde, morgen wel dat kan niet. Liefde is er voor altijd en eeuwig. Liefde is een sprookje dat bestaat.

Kun je boos zijn en toch liefhebben. Natuurlijk kan dat. Kun je vechten en liefhebben? Ja ook dat kan. De vijand van de liefde is het kwaad. Waaraan kun je het kwaad herkennen? Aan zijn liefdeloosheid, zijn verraderlijke liefde, zijn ontrouw, zijn gemakzucht, jaloezie en materialisme. 

Liefde kan niet zonder de vrijheid om te kiezen voor het goede of het kwade. Dat maakt het leven soms moeilijk. Maar zonder kwaad geen goed en zonder goed geen liefde. Zo staan wij mensen ervoor.
 

vrijdag 19 mei 2023

30. TERUG NAAR NIJMEGEN. DE LIEFDE

In het boek met de verzamelde werken van Jan van het Kruis is maar een prent van hem opgenomen. Een schilderij uit de Karmel van Ubeda, uit de tijd van de heilige.

 

Bij een bezoek met Frans aan het karmelieten klooster in Nijmegen zoeken we met hulp van de dienstdoende pater bibliothecaris een exemplaar op van de verzamelde werken van Jan van het Kruis. Ik krijg een exemplaar te leen. Op de titelpagina lees ik “Heilige Joannes van het Kruis, eerste ongeschoeide karmeliet en kerkleraar, volledige werken uit het Spaans vertaald volgen de laatste kritische uitgave van Simeon OCD en van inleidingen voorzien door Joannes A Cruce Peters OCD en J.A. Jacobs met medewerking van Amatus de Sutter, Romaeus Leuven en een moniale van de orde der ongeschoeide karmelieten, uitgeverij Paul Brand N.V. Hilversum-Antwerpen MCMLXIII (1963).”



Aangezet door het enthousiasme van Frans, mijn eigen nieuwsgierigheid en zoektocht naar een geestelijke bestemming besluit ik het boek met 1325 pagina’s dundruk te gaan lezen. Of ik er doorheen kan komen, weet ik nog niet maar ik kan het in ieder geval proberen. Om me niet te laten ontmoedigen door de omvang van het boek besluit ik mijn beproefde methode om elke dag een stuk te lezen, te gebruiken. Die methode heeft me geholpen om door de dikste studieboeken heen te komen zoals bijvoorbeeld het boek Methoden en Technieken ter beoefening van de kunde der sociologie. 

Het boek van Jan van het Kruis is geen avonturenboek of beter gezegd epos zoals bijvoorbeeld “In de Ban van de Ring” van Tolkien dat ik nog pas gelezen heb. De drie dikke delen heb ik zo goed als aan een stuk door gelezen zo werd ik meegesleept in de strijd tussen goed en kwaad, meesterlijk verbeeldt in het gevecht om een toverring waar zich alle kwaad van de wereld in verenigt. 

Het is een fascinerende strijd tussen een mengeling van fantasiewezens, waaronder zelfs sprekende bomen, en mensen, waarin de mensen wonderlijk genoeg dankzij halflings, dat zijn kleine mensen die een beetje groter zijn dan kabouters, de overwinning behalen op het universele kwaad. Het is een optimistisch verhaal waarin het goede overwint en de dood geen bedreiging meer is.

Volgens Frans is het boek van Jan van het Kruis heel andere koek. Die wordt beschouwd als de grootste Spaanse dichter van de liefde, de liefde tot God, al kun je het ook met ogen van wereldse liefde lezen. Ten tijde van Jan van het Kruis is Spanje een overtuigd katholiek land. De reformatie die toen in de noordelijke landen huis hield, krijgt er geen kans. 

Daardoor is het katholieke geloof in Spanje en andere zuidelijke landen van Europa geen overmatige rationele constructie geworden zoals in onze contreien. Het is en blijft  een kwestie van innerlijke beleving van het mysterie van het bestaan. Daar doen wij hier in het noorden liever niet aan. 

Ik vind dat het ook tijd is geworden om meer over de liefde te lezen. In mijn studie sociologie en politicologie is liefde een onbesproken thema gebleven behalve in het college ethiek van professor van Boxtel. Die besprak daarin zijn inaugurale rede waarin hij pleit voor Herstel der Liefde in de Sociale Wijsbegeerte. Een poging om het sociale denken van de Roomse kerk te verbinden met het gedachtegoed van vooral de jonge Marx.

Ik lees in het voorwoord van het boek dat Jan van het Kruis toch ook in Nederland zijn fans heeft, naar ik aanneem mede dankzij de paters Karmelieten. Voor mij geen onbekende orde sinds ik op het Titus Brandsma lyceum in Oss heb gezeten. Over Titus Brandsma zelf valt overigens ook veel te vertellen.

“Dat de Heilige, wiens werken wij hier in een nieuwe vertaling presenteren, een enigszins vernederlandste naam kan dragen, wijst erop dat wij geen volkomen onbekende binnen het Nederlandse taalgebied introduceren. Met Theresia van Avila is hij vier eeuwen geleden begonnen met de hervorming van de Karmel. Zijn betekenis reikt echter verder dan de grenzen van de Karmel. In 1726 heeft de Kerk hem heilig verklaard naast zijn grote tijdgenoten uit de gouden eeuw -Sint-Ignatius van Loyola en de Grote Theresia van Avila. Op 24 augustus 1926 onderlijnde Pius XI r.g. de betekenis van zij leer voor de hele Kerk door Sint-Jan van het Kruis tot Kerkleraar te verheffen." (pag. 9 )

Ik heb zo het vermoeden dat  Jan van het Kruis belangrijker is voor mijn geestelijk welzijn dan de Roomse kerk zelve alhoewel je het belang van die kerk ook weer niet moet onderschatten. Zonder die kerk zou heel wat erfgoed van onze voorouders verloren zijn gegaan.
 

vrijdag 12 mei 2023

29. TERUG NAAR NIJMEGEN. JAN VAN HET KRUIS

 

Schilderij (olieverf, 1951) van de kruisiging door de surrealist Salvador Dalí. Het is een voorstelling van Jezus Christus hangend aan een kruis van bovenaf gezien in een donkere lucht, zwevend boven het water compleet met boot en vissers. Het is het landschap van de baai van Port Lligat (Catalonië), een landschap dat Dalí vaker heeft gebruikt in zijn werken. Hoewel het een afbeelding is van de kruisiging, is het verstoken van spijkers, bloed en doornenkroon, omdat Dalí door een droom werd overtuigd dat deze eigenschappen de afbeelding zouden ontsieren. Volgens Dalí werd hem in een droom het belang om Christus in een extreme hoek te schilderen geopenbaard.

De compositie van de gekruisigde Christus is geïnspireerd op een tekening die werd gemaakt door de 16e-eeuwse Spaanse monnik en mysticus Johannes van het Kruis tijdens een visioen in extase, waarbij hij de kruisiging van bovenaf aanschouwde. De tekening wordt nog steeds bewaard in het klooster van Avila.


Bron: Tilburg School of Catholic Theology

Tijdens onze wandelingen vraag ik Frans of zijn zoektocht naar Gods’ afwezigheid ook niet een zoektocht was naar de afwezigheid van God bij hemzelf. Hij vindt van niet. Hij ziet God in de grootsheid van de natuur of misschien beter gezegd in die van de schepping. 

Terwijl hij om zich heen wijst naar de bomen, de struiken en de wolken boven ons, nodigt hij mij uit om me te verwonderen over de schepping. Voor Frans openbaart God zich in de schepping. Daar valt wat voor te zeggen maar het blijft moeilijk. De schepping is niet alleen maar schoonheid, er is ook veel lelijkheid en rotzooi. Natuurrampen zijn er altijd wel ergens. 

Maar ik moet zeggen dat ik ook wel eens zo een wonderlijke schoonheidservaring heb gehad. De wereld op z'n mooist alsof hij volmaakt is. Door de schoonheid van de natuur, een ondergaande zon is het meest gebruikelijke cliché, krijg je dan het gevoel dat de wereld met jou zelf daarin volmaakt is. Heel bedrieglijk want al snel komt de lelijke kant weer tevoorschijn. Het is een betovering van korte duur.

Wat blijft is het gevoel dat de wereld ondanks alle wetenschappelijke verklaringen een mysterie blijft, een niet te verklaren raadsel met het al even grote raadsel waarom jij er bent. We weten niet waartoe we op aarde zijn en we weten ook niet waarom de aarde en het universum er zijn, hoe we ook ons best doen om het te verklaren.

Ik kan niet geloven dat een God of noem het een Opperwezen het sluitstuk van het mysterie van mijn bestaan en dat van het universum is. Naar mijn idee is dat te gemakkelijk. Het voelt kunstmatig aan en nogal vaag. God zelf is immers niet te vinden in de wereld en ook niet in het universum. Waarom is hijzelf niet in de wereld? 

Dan waren de Oude Grieken slimmer. Hun goden zaten op een berg en gingen zelfs met aardse vrouwen van stand naar bed. Aan zo een menselijke God heb je wat maar veel verklaren doet het ook niet. Dat soort Goden zijn een afspiegeling van onszelf, een ideaalbeeld geïnspireerd op onszelf. Daar schieten we uiteindelijk ook niet zoveel mee op. Het mysterie mens en universum wordt er niet echt mee opgelost.

Op dit punt aangekomen in ons gesprek komt Frans met zijn verhaal dat God liefde is. Hij heeft uit liefde de wereld en de mensen geschapen. God wil liefhebben en dat kun je niet alleen. Daar heb je een ander voor nodig en daarom zijn wij mensen er. Hij verwijst naar de heilige Jan van het Kruis een Spaanse karmeliet en mysticus die zijn ervaringen met de liefde van God heeft uitgedrukt in liefdesgedichten.

Geen vage, zweverige of zwijmelden gedichten over het grote geluk van de liefde maar krachtige poëtische beelden waarin de liefde gepaard gaat met eenzaamheid, tederheid, angst en onzekerheid. Liefde zoals liefde hoort te zijn en dat is geen eeuwigdurende zonsondergang. Liefde gaat met veel pijn en moeite gepaard en dat is wat Jan van het Kruis ons leert volgens Frans. Ik besluit om Jan van het Kruis te lezen. Baat het niet, schaadt het niet.
 

vrijdag 7 april 2023

24. TERUG NAAR NIJMEGEN. DEKKERSWALD

Frans Rosier en Fernando tijdens een lunch in een heel sober restaurantje in een dorp hoog in de Andes waar Fernando net begonnen was aan een antroplogisch onderzoek onder kleine boeren.

Tussen de bedrijven door ga ik een paar keer per week bij Frans Rosier op bezoek. Hij heeft boven op zolder, ver weg van het sanatorium gedoe, een eigen ruime kamer. Daar tref ik hem meestal uitgestrekt op bed liggend aan. In het begin hulpeloos onder de dekens zodat mijn bezoek een echt ziekenbezoek is. Ik ga in een ouderwetse leunstoel naast het bed zitten en we beginnen ons gesprek over de dagelijkse beslommeringen.

Hij wordt met toewijding verzorgd door een oudere, vriendelijke, geroutineerde verpleegster tevens religieuze. Dankzij Frans weet ze al het en en ander over mij. Voor haar is dat genoeg om met mij om te gaan als ene oude bekende.

Frans is voor haar een kleine of misschien wel grote held. Ze is bezorgd maar doet opgewekt om Frans te bemoedigen. Of dat bij ook zo werkt betwijfel ik. Het amuseert hem enigszins. Ze is blij om iemand als Frans te mogen dienen, ook dat is haar aard. Ze laat doorschemeren dat zij en ik samen ervoor moeten zorgen dat hij er weer bovenop komt. 

Frans heeft het inderdaad lichamelijk en geestelijk zwaar. Zijn bleke gezicht is ouder geworden sinds we elkaar voor het laatst gezien hebben in Colombia. Zijn grijze haar is nog grijzer of eigenlijk zo goed als wit geworden. Hij ligt er hulpeloos, verloren bij. 

Tijdens een van onze eerste ontmoetingen begint hij over afscheid nemen van zijn dierbare jonge Colombiaanse vrienden. Hij vraagt mij of ik het gek vind dat hij hen laat overkomen uit Colombia om afscheid te nemen. Of hij daar wel zoveel geld aan mag uitgeven?

Ik vind dat hij dat best mag doen. Waarom zou hij geen afscheid mogen nemen van zijn beste vrienden als hij hun vlucht kan betalen? Hij noemt er twee. De beminnelijke Alvaro, zijn wetenschappelijke assistent die hij min of meer beschouwt als zijn opvolger. Alvaro en zijn vrouw hebben Frans een paar keer opgevangen in crisistijd. Dat was al toen ik in Colombia was. En dan de voor zichzelf strenge Fernando die de rol speelt van secretaris maar vooral op zijn appartement past. 

Zijn vraag verraadt een zekere mate van onzekerheid die ik niet van hem gewend ben.  Frans was altijd degene die oplossingen had. Hij presenteerde die steevast spelenderwijs, alsof het hem geen moeite kost terwijl hij er vaak toch ook de nodige inspanningen voor moest doen. Hij deed daar nooit moeilijk over. Hij is de eenvoud zelve.

Het ergste voor hem is het niets doen. Dat is hij niet gewend. Frans had in Colombia altijd een druk sociaal leven,  te druk en ik denk dat hem dat uiteindelijk is opgebroken. Hij is geestelijk en lichamelijk  overspannen. Hij verzorgt zijn lichaam slecht, eet ongezond en onregelmatig terwijl hij aan een stuk door rookt. 

Hij zelf relativeert zijn ziekte en praat mild spottend over de artsen. De enige voorgeschreven remedie is rust houden. Maar de spanning is toch nog niet echt weg. Misschien is hij daarom in dit sanatorium geplaatst? Gedwongen rust is waarschijnlijk de enige manier om zijn lichaam weer boven Jan te krijgen. Voor rust in zijn geest moet hijzelf zorgen.