![]() |
| Aan de muur hangt nog een foto. Waarschijnlijk de moeder van doña Maria of van don Ramon, de vader van Diego. |
Frida kijkt haar ogen uit. Ze heeft veel over het platteland gehoord, armoede, onwetendheid, domheid en natuurlijk dronkenschap. Dat laatste, dronken boeren, zie je nogal eens inde stad. Ze zijn uit armoede uit hun dorp naar de stad gevlucht waar ze werk hopen te vinden. Dat is er vaak niet en dus gaan ze bedelen met alle gevolgen van dien.
Ze is dan ook verwonderd dat het huis er zo netjes en verzorgd uitziet. Het mag dan armoedig zijn vergeleken met de burgerwoning waarin zij is opgegroeid, het ziet er allemaal best netjes uit. Dat begint al met de planten in het midden van de patio; gele en rode Cana’s die in bloei staan. De balustrade van de veranda staat helemaal vol met bloempotten met daarin allerlei planten. Frida heeft geen idee wat voor planten het zijn.
Diego loopt over de patio naar wat de keuken blijkt te zijn. Binnen treffen ze doña Maria aan, de moeder van Diego. Ze staat op blote voeten en met een donkerblauwe schort om tortilla’s te bakken op een metalen plaat boven een vuur. Dat vuur brandt in een grote vierkante blauw geverfde stenen oven. Voorin zit een flink vierkant gat voor het hout om het vuur brandend te houden.
Terwijl ze met haar hand een bol van maïsmeel maakt om het daarna tussen twee plankjes te pletten tot een tortilla, begroet ze Diego. Hij stelt Frida aan haar voor als zijn vriendin en van Diego. Frida kijkt ondertussen nog steeds nieuwsgierig rond. Ze beseft dat ze nu voor het eerst met eigen ogen ziet hoe miljoenen Mexicaanse gezinnen op het platteland wonen en werken.
De keuken is met zijn vloer van zand net zo sober ingericht als is het een klooster. Links staat een grof gebouwde, robuuste houten tafel groot genoeg voor een flink gezin. De ongeverfde stoelen zijn al net zo robuust. Aan de muur hangt een ingelijste foto met een man en vrouw, waarschijnlijk een trouwfoto van de ouders van Diego. De foto is zodanig bijgewerkt dat het een beetje weg heeft van een schilderij.
Aan de andere kant van de keuken is een grote nis met drie planken waarop allerlei aardewerken potjes en potten staan. Ze denkt dat er pepers en andere kruiden in bewaard worden voor pikante sauzen. Misschien zijn er ook kruiden bij die als medicijn dienen tegen een of andere aandoening.
Er hangt nog versleten foto aan de wit gekalkte muur. Frida denkt dat het een foto is van de moeder van doña Maria of van don Ramon, de vader van Diego. Frida draait zich om en vraagt terloops waar Diego en Julia zijn.
Die zijn vanmorgen al vroeg te paard naar de markt in Huesca gegaan om inkopen te doen, aldus doña Maria. Wanneer ze terugkomen, kan ze niet zeggen. Het gebeurt nogal eens dat Diego oude vrienden treft. Ze gaan dan samen ergens wat eten en drinken. Meestal ook op de markt bij een van de vele eettentjes.
Haar man is ook niet thuis. Hij is op het land aan het werk. Dat is ongeveer een half uur lopen. Ze is voor hem tortilla’s aan het bakken die ze straks rond het middaguur gaat brengen. Dat bespaart een wandeling heen en terug. Bovendien is het heerlijk om te picknicken in de buitenlucht.




.jpg)

