vrijdag 20 juni 2025

44. MEXICAANSE VERTELLINGEN. BLOEMENVROUWEN

Diego Rivera, Flower Day, 1915,  olieverf op doek, 147 x 120 cm, Los Angelos County Museum of Art.


Diego vraagt zich af wat hij als eenvoudig schilder hieraan kan doen? Moet hij er wat aan doen? Aan dat laatste twijfelt hij niet. Per slot van rekening heeft hij de revolutie gediend onder Pancho Villa en is de revolutie niet bedoeld voor alle Mexicanen en dus ook voor de indigenas?


Maar de revolutie is voorbij en het land is teruggekeerd naar de orde van de dag, een andere orde maar geen revolutionaire orde. Die zal voorlopig niet komen, dat beseft Diego maar al te goed. De communistische partij doet zijn best maar kan voorlopig geen steen op de andere zetten.


Maar als bij intuïtie beseft hij dat hij als schilder de indigenas hun waardigheid kan geven, waardigheid die hun onthouden wordt door de Mexicaanse bourgeoisie en de autoriteiten die zich revolutionairen wagen te noemen. 


Wat geeft meer waardigheid aan mensen dan schoonheid en die ziet hij overal om zich heen. Ze mogen dan leven in armoede, ze hebben wel hun waardigheid en schoonheid weten te behouden. Dat moet geschilderd worden op canvas en als het even kan op muren van paleizen en overheidsgebouwen. 


Dat wordt zijn missie. De indigena een plek geven in de kunsten, een plek die de bourgeoisie ze niet meer kan afnemen. Geen folkloristische plaatjes maar kunst met een boodschap, die van de   waardigheid van de indianen. Diego neemt zich voor de indigenas  te bevrijden uit hun folklore door ze als waardige mannen en vrouwen te schilderen.


Hij krijgt haast. Hij gaat meteen op zoek naar modellen voor zijn schilderijen. Hij nodigt ze uit om te poseren op de patio van de koloniale woning die hij in het centrum van San Cristobal de las Casas heeft gehuurd. Daar maakt hij schetsen die de basis worden van zijn schilderijen en naar hij hoopt muurschilderingen. 


De indigena vrouwen met bloemen, de bloemen die ze ’s ochtends vroeg op hun rug naar de markt brengen, worden zijn meest geliefde onderwerp. Bloemen zijn geschikt om schoonheid in beeld te brengen. Vooral de wonderschone maagdelijke witte aronskelk met zijn erotisch aandoende stamper is daarvoor geschikt.


Nog nooit heeft hij met zoveel vrijheid en energie getekend en geschilderd. Het voelt zich nu pas een echte schilder. Hij weet waarmee hij bezig is. Het wordt zijn onderwerp in zijn eigen beeldtaal die beïnvloed is door de schilders van zijn tijd zoals Picasso, Cézanne en Gauguin. 


 


donderdag 19 juni 2025

BONNEFANTEN MUSEUM: HEDENDAAGS BEELD IN DIALOOG MET MIDDELEEUWSE BEELDEN

Voor de Middeleeuwer waren heiligenbeelden vanzelfsprekend en begrijpelijk. Hedendaagse beelden daarentegen hebben uitleg en toelichting nodig als gevolg van het verlies aan een gemeenschappelijk -katholiek of christelijk - verhaal. Voor meer informatie over het beeld, leze men de blog.


Als ik de zaal in het Bonnefantenmuseum binnenloop herken ik de beelden meteen. Het zijn heiligenbeelden waarvan ik dankzij mijn katholieke opvoeding de betekenis ken. Niet van elke heilige afzonderlijk, daarvoor zijn er teveel, maar in het algemeen weet ik dat het om beelden gaat van mannen of vrouwen die in hun leven voorbeeldig gedrag hebben getoond waarmee ze een plek naast God in de hemel hebben verdiend.


Sommige heiligen zijn bekender dan anderen. Er is een zekere rangorde van heiligen. De Heilige Maagd Maria staat op het hoogst op de ranglijst. Als de aardse moeder van Christus heeft ze bijna de status van een Godin en steekt ze met kop en schouders boven de anderen uit.


Andere belangrijke heiligen zijn natuurlijk de twaalf apostelen die overigens ook weer een rangorde hebben. Petrus is heel belangrijk, net als de vier evangelisten, de schrijvers van het Nieuwe testament, de getuigenis over het leven van Christus. Maar er zijn ook gewone heiligen als de Heilige Franciscus of Antonius enz.


Er staat een beeld in de zaal dat ik niet kan plaatsen. Pas na lezing van de bijbehorende toelichting weet ik waar het beeld over gaat (zie foto). De titel van het beeld is ‘Arcangelo III 2020” en is gemaakt door Berlinde De Bruyckere (1964,Gent) en bestaat uit was, hout, dierlijk haar, metaal en epoxy. 


“Dreigend, maar tegelijkertijd ook in zichzelf gekeerd, balanceert Arcangelo III op de tippen van diens tenen. Het silhouet wordt gevormd door stijve was waar dierlijke vacht in kleeft. Hoewel de vacht neerwaarts hangt, lijkt het alsof de figuur elk moment kan opstijgen. Het beeld zit met zulke tegenstrijdigheden, net als de periode waarin het werd gemaakt: de COVID-19-pandemie. De titel verwijst naar een engel. Deze figuur brengt, net als zorgverleners, hoop op verlossing en troost. Berlinde laat zich inspireren door de christelijke traditie en westerse kunstgeschiedenis. In deze zaal staat het hedendaagse werk in dialoog met middeleeuwse beeldhouwwerken met verwante onderwerpen.”


De dialoog tussen middeleeuwse kunst en moderne of hedendaagse kunst maakt alvast een ding duidelijk. Moderne of hedendaagse kunst verliest het van de middeleeuwse kunst als het om betekenis gaat. Middeleeuwse kunst is gebed in een gedeelde geestelijke wereld, een wereld die ik als modern mens dankzij mijn katholieke opvoeding nog enigszins kan bevatten. 


Maar wat zeggen hedendaagse beelden? Weinigen die het weten. Het beeld van De Bruyckere wordt pas begrijpelijk na uitleg van het museum. Op zichzelf staand zonder uitleg is het moeilijk te vatten. Je ziet wel triestigheid maar het waarom daarvan is niet duidelijk. Of zie je een gevallen engel die weer omhoog wil?  Of is het iemand in diepe rouw?


Er zit geen vanzelfsprekend verhaal maar aan het beeld zoals aan de omringende heiligenbeelden. Dat is het probleem van de moderne kunstenaar. Welk verhaal moet hij vertellen of vertelt hij het verhaal dat er geen verhaal meer is? Moderne kunst is alles behalve toegankelijk, tenzij je je als kunstenaar beperkt tot plaatjes maken, plaatjes die uit het leven gegrepen zijn. 


Over het algemeen zijn hedendaagse beeldenvoor het grote publiek ontoegankelijk en daarmee onbegrijpelijk. Met de moderne kunst en de ontkerkelijking is de vanzelfsprekendheid verdwenen. Kunst is individueel geworden, zo individueel dat je uitleg van een museum, van de maker of een deskundige nodig hebt. Dat stelt de kunstenaar voor de vraag wat kan hij nog maken dat betekenis heeft voor het brede publiek. 


 


woensdag 18 juni 2025

HET LAND VAN BART DE WEVER

Vlaams Dorpscafé, 2013

 

Nederlanders zijn geneigd om neer te kijken op Belgen, in het bijzonder Vlamingen. Ze vinden hun taal grappig maar ook dat ze hun strijd tot behoud van hun taal overdrijven. Dat doen alleen provincialen, vinden Nederlanders. 


De Nederlandse doorsnee intellectueel vindt zichzelf een kosmopoliet daarom spreekt hij graag Engels. Dat maakt hem tot man van de wereld. Intussen moet je niet met Duits en Frans, buurtalen van Nederland, aankomen.


Nederlanders kijken neer op het politieke geknoei in Belgenland zonder moeite te doen om het te begrijpen. Dat is  kenmerkend voor Nederlanders. Men neemt een land of volk de maat zonder te weten waar het over gaat. Nederlanders wanen zich superieur. Ze menen te weten hoe het hoort in de wereld.


Vlamingen hebben daar minder last van. Ze weten uit ervaring dat morele superieuriteit niet bestaat. Bovendien is het een ingewikkeld land. Een meerderheid van Vlaamstaligen moet samenleven met een grote minderheid aan Franstaligen, taalkundig en cultureel, en dat is niet gemakkelijk.


België is een grensland tussen twee culturen, de Latijnse Zuid Europese cultuur en de Germaanse Noord Europese cultuur. Die verschillen in een enkel land democratische overbruggen, is politiek en bestuurlijk ingewikkeld.


Vlamingen zijn terughoudend, kijken de kat uit de boom en luisteren goed. Ze onderbreken hun politici en bestuurders niet en laten elkaar in gesprekken uitpraten. Ze zoeken niet de sensatie maar de oplossing. Kritiek wordt gewogen en omzichtig geformuleerd. 


Op die manier kun je tegenstellingen overbruggen en oplossingen vinden. Zo heeft huidig premier Bart de Wever, leider van de volkse nationalistische Vlaamse partij N-VA, een coalitie weten te smeden van 5 onderling zeer verschillende partijen, meer verschillend dan welke coalitie in Nederland ook.


Ze verschillen niet alleen politiek ideologisch van elkaar maar ook taalkundig en cultureel. De deelnemende partijen aan de Vlaamse kant zijn de Vlaams nationalistische N-VA, de christendemocratische CD&V en het sociaaldemocratische Vooruit. De Frans en Duitstaligen zijn vertegenwoordigd door de MR, een liberaal conservatieve hervormingsbeweging die bestaat uit twee Franstalige en een Duitstalige partij, en Les Engagés, een christendemocratische-humanistische partij (de voormalige Christelijke Sociale Partij). 


Het heeft de Wever het nodige zweet, bloed en tranen gekost om deze coalitie te smeden maar ze werkt en dat is wat niet gezegd kan worden van de Nederlandse coalities van de laatste jaren zelfs niet als ze een min of meer dezelfde ideologische signatuur hebben. 

dinsdag 17 juni 2025

HET PRECARIAAT

Toelichting bij de foto. De foto is gemaakt in het centrum van Maastricht waar mijn oog viel op een vrouw die de vuilnisbakken in een van de drukste winkelstraten doorzocht terwijl ze het kinderfietsje met kind voor zich uitduwde. Maakt zij deel uit van wat het SCP het precariaat noemt? dat is goed mogelijk waarom zou ze anders vuilnisbakken doorzoeken. Zo te zien is het een vrouw met een migratie achtergrond wat de vraag oproept of juist in die groep de maatschappelijk kwetsbare mensen zitten, de mensen met de minste vaardigheden. Ik neem aan dat ze dat bij het SCP wel weten. Mensen met een migratiegrond maken volgens het SCP ongeveer een kwart van de bevolking uit. Daarvan zal een niet onbelangrijk deel maatschappelijk zo kwetsbaar zijn dat ze onder het begrip precariaat vallen. Een groep die volgens de langetermijnaanpak van het SCP onderhouden zal moeten worden door de overheid. 

 

Met de val van het kabinet Schoof als gevolg van het vertrek van Wilders is het vertrouwen in de politiek afgenomen, zeker onder voormalige PVV stemmers. Kiezers in Noord Heerlen waren opnieuw teleurgesteld door het in gebreke blijven van Den Haag bij de oplossing van hun problemen, zo was te zien in het NOS journaal.


De een moet elk dubbeltje omdraaien en hoopte daarom op een boodschappen bonus van de PVV,  de ander vreest dat de huren weer de pan uit gaan rijzen en weer een ander ziet de zorg duurder wordt. Al die mensen leven in een precaire financiële situatie in een van de armste regio’s van Nederland.


Zulke mensen worden in sociaal economische onderzoeken van het Sociaal en Cultureel Planbureau SCP dan ook aangeduid als het precariaat, een samentrekking van het woord proletariaat en precair. Het zijn de kwetsbare mensen aan de onderkant van de maatschappelijke ladder.


“Het precariaat beschikt van alle groepen het vaakst niet over een startkwalificatie, heeft verhoudingsgewijs vaker gezondheidsproblemen, heeft geringe digitale vaardigheden en een slechte beheersing van het Engels. Burgers die tot deze groep worden gerekend, beschikken bovendien nauwelijks over een instrumenteel sociaal netwerk.” (Zie: Factsheet Hoe divers is de Nederlandse Samenleving van het SCP)

Door het gebrek aan vaardigheden kunnen ze niet voor zichzelf zorgen. Ze blijven onderaan de ladder hangen en hebben geen vooruitzicht om op deze ladder omhoog te komen. Voor betere financiën zijn ze afhankelijk van den Haag en als den Haag niet levert, dan heeft stemmen geen zin. Weg het vertrouwen in de politiek


Volgens het SCP is dit een structureel probleem dat een langetermijnaanpak vereist, gericht op basisvoorzieningen voor iedereen en aanvullende steun voor wie dat niet genoeg is. Kortweg gezegd, meer den Haag.


Het risico van een dergelijke aanpak is dat als de overheid niet levert, het vertrouwen in de politiek verdwijnt. Een ander misschien belangrijker risico is dat je met zo’n aanpak de mensen veroordeelt tot afhankelijkheid van de overheid en dat is in strijd met de menselijke waardigheid en vrijheid. 


Daarom is ook veel te zeggen voor een langetermijnaanpak van verbetering van de maatschappelijke weerbaarheid van mensen zodat zich kunnen redden in de maatschappij. De overheid zorgt dan wel voor randvoorwaarden zoals arbeid, onderwijs, beschikbare woningen enz.  Op die manier kan elk individu zijn eigen keuzes maken in plaats van terecht te komen in een eeuwigdurend vangnet van de overheid.


maandag 16 juni 2025

BLAUWE VAAS MET RODE BLOEMEN

 

petrus, "Blauwe Vaas met Rode Bloemen", olieverf op paneel (60x80 cm). Vraagprijs: € 1000,-

vrijdag 13 juni 2025

43. MEXICAANSE VERTELLINGEN. VREEMDEN IN EIGEN LAND

Ingekleurde foto van een indigena vader met zijn dochter op een markt in Chiapas (1975)

 

Diego vraagt zich af wat de plek is van de indigenas in zijn land? Hij ziet met lede ogen hun gevecht om als gemeenschap te overleven. Ze leven letterlijk aan de rand van het post-koloniale Mexico. Beseffen ze dat zelf? Diego denkt van niet. Zij zijn de indianen van Mexico, maar geen Mexicanen. Kunnen ze dat ooit worden?


De meesten in de indigena dorpen spreken geen Spaans. Degenen die op de een of andere manier in de stad verzeild zijn geraakt en er werken, spreken met moeite Spaans, dat wil zeggen ze kunnen zich verstaanbaar maken. Daar is het wel mee gezegd. De taal spreken is toch wel het eerste wat nodig hebt als je Mexicaan onder de Mexicanen wilt zijn.


Wat ze wel gemeen hebben met de Mexicanen is het katholieke geloof, weliswaar een heel eigen versie maar herkenbaar voor Mexicanen. Het katholieke geloof heeft in Mexico misschien wel duizend versies. Ieder dorp heeft zijn eigen favoriete heilige en beleeft het geloof op zijn eigen manier met processies en andere feestelijke rituelen. 


Maar voor de indigenas is het te weinig om er bij te horen. Je komt ze anders nergens tegen, niet in het stadsbestuur, niet in de politiek en ook niet in de besturen van de deelstaat en dat terwijl ze meer dan een derde van de bevolking uitmaken. Voor de doorsnee Mexicaan bestaan ze dan ook niet, behalve dan in de pre-koloniale geschiedenis en in de folklore. In Mexico-stad worden in een speciale winkel van het ministerie van toerisme indiaanse gebruiksvoorwerpen, sieraden, geweven tapijten enz. verkocht. Prachtige hand gemaakte zaken waar vooral toeristen belangstelling voor hebben.


In Mexico-Stad staat toch ook een indrukwekkend monument voor de voorvaderen van Mexico, het Nationaal Antropologisch Museum. Daarvoor zijn kosten noch moeite gespaard. Op wetenschappelijk verantwoorde wijze zijn daar de mooiste beelden, gebruiksvoorwerpen, kleden, geschriften enz. van de bewoners van het pre-Colombiaanse Mexico samengebracht.


Je kunt je er vergapen aan de prachtigste beelden en gebruiksvoorwerpen van Azteken, Maya’s, Tolteken, Zapoteken, Maya's en ja ook van de indigenas. Het museum is een eerbetoon aan de geschiedenis van Mexico tot aan de koloniale tijd. Het is een museum dat je gezien moet hebben zoals je in Parijs de Eiffeltoren gezien moet hebben. 


Maar voor de indigenas die vandaag de dag nog leven in de wouden van Chiapas, Oaxaca en andere delen van het land, heeft dit eerbetoon geen vervolg. Met het museum lijkt de kous af te zijn. Ze zijn en blijven buitenstaanders, vreemdelingen in eigen land. Diego weet uit eigen ervaring dat men in Mexico-stad meer belangstelling heeft voor Miami, San Francisco of New York dan voor de bewoners van hun eigen land. 


donderdag 12 juni 2025

WILDERS WEG, ASIELCRISIS BLIJFT


 

Dat de pseudo-regering “Wilders” is gevallen, zal voor de meeste mensen in het land een opluchting zijn. Elke dag weer politieke ophef over het een of het ander, is vermoeiend en uiteindelijk slopend. Het wordt zoveel dat je ophoudt er naar te luisteren, te kijken of te lezen. Je gelooft het onderhand wel.


Ik las in de krant dat zelfs collega fractieleiders van de coalitie de neiging kregen om de zoveelste aanmaning of waarschuwing van Wilders niet meer al te serieus te nemen. Je kunt niet 24 uur per dag aanstaan, ook niet als fractieleider van de regeringscoalitie.


Alleen Wilders is als provocateur onvermoeibaar. Voor hem is het nooit genoeg, kan het ook nooit genoeg zijn, opgesloten als hij is in de wereld van beveiliging als gevolg van dreiging uit radicale Islamistische hoek. Dreiging en beveiliging zijn de reden van zijn bestaan geworden. 


Om daar een einde aan te maken moet hij de radicale Islam verslaan. Aangezien dat onmogelijk is, moet hij zich moe vechten in de Nederlandse politiek om zijn land veiliger te maken. Die veiligheid wordt bedreigd door de radicale Islam en die is het land binnen gekomen als asielzoeker. Als je die asielzoekers weet te stoppen, stop je de vijand. Daarom staat asielbeleid nummer een op zijn politieke prioriteiten lijst.


Nu is opluchting over het vertrek van Wilders en de val van het kabinet Schoof een ding, een ander ding is dat het vertrek van Wilders niets bijdraagt aan de oplossing van het migratieprobleem terwijl veel kiezers juist daarom op de PVV hadden gestemd.


In het Brabants Dagblad las ik wat commentaren van PVV kiezers op het vertrek van Wilders. Of ze het er nu een eens zijn of niet met zijn vertrek, ze blijven bezorgd over de instroom van asielzoekers, een bezorgdheid die zich uit in verzet tegen de oprichting van centra voor asielzoekers in diverse gemeenten.  Dus daar is Nederland nog niet klaar mee.


Te vrezen valt dat die zorg ook weer de kop zal opsteken bij de komende verkiezingen in het najaar. De grote vraag is dan hoe zal de kiezer daarop reageren? Toch weer op Wilders stemmen of een andere weg zoeken? 


Columnist Tony van der Meulen in het Brabants Dagblad weet het al, “Veel PVV-kiezers zijn hardleers, ze willen blijven geloven dat hun idool alleen maar wordt tegengewerkt, zij willen er niet aan dat hij een sterk debater is maar een bestuurlijke minkukel”.


Mooi gezegd maar wat heb je eraan? De verkiezingen zullen naar verwachting  het antwoord geven. Dat antwoord zal er op neer komen dat het een zaak blijft van pappen en nat houden. Ondertussen is duidelijk geworden dat niemand meer met Wilders wil regeren. Hij heeft zichzelf buitenspel gezet. Wel jammer voor de democratie maar het is wel een opluchting.