dinsdag 15 oktober 2024

21. HOE ZIT DAT IN OSS? STAKING 1977

Marleentje leidt de stoet demonstranten ter ondersteuning van de staking (foto: petrus).


De economische crisis in 1977 leidt ook tot sociale onrust in Oss. Op 17 februari van dat jaar begint een staking bij blikfabriek Thomassen en Drijver. De staking maakt deel uit van een serie stakingen georganiseerd door de industriebonden NVV en NKV. Doel van de staking is het behoud van de automatische prijscompensatie, een loonsverhoging, winsten investeren in werk en het recht van werknemers mee te beslissen over investeringen.


Door de economische crisis, de ontslagrondes, reorganisaties en fusies dreigde de automatische prijscompensatie, een door de vakbonden gebouwde beschermingswal tegen de geldontwaarding (inflatie) te sneuvelen. De bonden besluiten de gebeurtenissen niet af te wachten. Ze gaan het gevecht om de automatische prijscompensatie aan met een landelijke staking.


Industriebond NVV voorzitter Arie Groenevelt spreekt de stakers toe voor de poort van Thomassen & Drijver. (foto: petrus)


In overeenstemming met de tijdgeest is de Industriebond NVV onder leiding van voorzitter Arie Groenevelt zelfbewuster, activistische en linkser geworden. Met de afkondiging van de landelijke staking in de metaal sector tonen de Industriebonden NVV en NKV  leiderschap. Ze zetten de toon voor de hele vakbeweging waaronder ook de voedingsbonden, bonden die in Oss belangrijk zijn vanwege de exportslachterijen waar werkloosheid dreigt als gevolg van reorganisaties en fusies.


De voedingsbonden willen meestaken uit solidariteit. De rechter steekt daar in een kort geding, aangespannen door de werkgevers, een stokje voor. Die kondigt een afkoelingsperiode af waardoor de voedingsbonden door een mogelijke boete, gedwongen zijn om voorlopig van stakingen af te zien.


Tijdens een vergadering van de in de voedingsbond NKV georganiseerde werknemers in de exportslachterijen wordt besloten om de vakbondsleden op te roepen mee te doen met de solidariteitsdemonstratie op de zaterdag in het centrum van Oss. Op deze manier willen ze alsnog aansluiten bij de staking.


Aan de kop van de demonstratie lopen de plaatselijke vakbondsleiders. Op de achtergrond een spandoek van de aan de SP gelieerde Arbeidersmacht.


De vakbondstak Arbeidersmacht van de SP staat bij de organisatie van de staking en de demonstratie buiten spel. Dat verhindert de SP niet om aan te sluiten bij de stoet demonstranten en op die manier haar solidariteit met de staking te uiten. Hoewel de bonden niet staan te juichen bij deze partijpolitieke solidariteit leggen ze de SP demonstranten niets in de weg. Ze sluiten met hun borden en spandoeken achteraan bij de stoet.


De staking eindigt op 22 februari nadat de werkgevers in de metaal besluiten om weer in gesprek te gaan met de vakbonden over een nieuwe CAO. De bonden houden de druk op de ketel door indien nodig opnieuw te gaan staken.

maandag 14 oktober 2024

STILLEVEN NO.18

 

petrus nelissen, Stilleven No.18, olieverf op papier (56x76 cm)

vrijdag 11 oktober 2024

MEXICAANSE VERTELLINGEN 8. DE OVERWINNINGSMARS NAAR MEXICO-STAD

De revolutionairen met hun leider Pancho Villa in het midden.

 

Zo wordt Diego van de ene dag op de andere revolutionair. Niet vanwege een politieke overtuiging, politiek bestaat in zijn dorp niet, maar omdat hij een ander leven wil. Hij wil geen landarbeider worden zoals zijn vader en al zijn voorvaderen tot aan de Spaanse Conquista toe en wie weet ook nog daarvoor. Per slot van rekening heeft hij indianenbloed in zijn aderen. 


De revolutie geeft hem de kans uit de geschiedenis van zijn voorvaderen te stappen en een begin te maken met zijn eigen geschiedenis. Zo een daad van eigen lotsbestemming is niks voor bange mensen. Maar zoals we weten was Diego als kind al niet bang en was hij vrijheidslievend en daar horen risico's bij, risico's die veel mensen liever niet nemen. 


Ondertussen heeft hij nog geen idee waar de revolutie over gaat. Het wordt tijd om eens te informeren bij zijn strijdmakkers tevens kameraden. Ze zijn op veldtocht naar Mexico-stad zijn om een nieuwe president te installeren. De vorige president, ooit een vriend van hun generaal Pancho Villa, deugt niet. 


Intussen is hen is ter ore gekomen dat Carranza, dat is de naam van de ondeugdelijke president, hun intocht in Mexico-stad niet afwacht. Hij is naar Veracruz, een oude havenstad aan de Golf van Mexico, gevlucht. Tot een veldslag met zijn troepen zal het dus niet meer komen. Hun mars is zonder slag of stoot een overwinningsmars geworden.


Onderweg krijgt Diego van zijn kameraden te horen wie de nieuwe president is. Om te beginnen is hij een goede vriend van de generaal. Ook hij stamt af van een armoedige dorpsfamilie. In zijn jeugd was hij herder en mijnwerker. Ondanks die eenvoudige achtergrond raakt Eulalio, zo heet hij, al vroeg geïnteresseerd in politiek.


Hij sluit zich aan bij de liberale revolutionairen - de democraten wordt wel gezegd - tegen dictator Porfirio Díaz. Hij vecht in de troepen van generaal Obregon en Madero. Als een goede, loyale en revolutionaire strijder wordt hij door Madero, wanneer die eenmaal president is geworden, beloond met het burgemeesterschap van het noordelijke stadje Concepcion, dat als voornaamste bron van inkomsten een bescheiden goudmijn heeft. 


Eenmaal aan de macht houdt hij op revolutionaire wijze huis in het stadje. Zijn eerste daad is de aankoop van een guillotine. Daarmee maakt hij met onmiddellijke ingang de notabelen van zijn stadje een kopje kleiner. Als de koppen gevallen zijn in de guillotine mand, is er nog maar een de baas in het stadje en dat is burgemeester Eulalio. Zoals gezegd, de revolutie is niet voor bangeriken.



donderdag 10 oktober 2024

KENNISECONOMIE EN TAALVAARDIGHEID

 


Het heet dat Nederland ten onder gaat omdat we niet genoeg innoveren. Daarom  moeten we meer in kennis investeren. Voor de kenniseconomie hebben we buitenlandse studenten nodig, aldus de universiteiten. 


Tegelijkertijd lees ik dat het helemaal niet goed gaat met de lees- en schrijfvaardigheden op school. Volgens de onderwijsinspectie haalt ruim een kwart van de leerlingen het minimale schrijf- en leesniveau niet. Een flink deel van de leerlingen in de onderbouw van het middelbaar onderwijs heeft niet de reken- en wiskundevaardigheden die nodig zijn om de opleiding te vervolgen. Dat lijkt me funest voor onze kenniseconomie.


Is het dan niet voor de hand liggend om eerst en vooral een begin te maken met het op peil brengen van deze vaardigheden? Is dat niet de hoogste prioriteit voor de opbouw van een kenniseconomie?  Als de vijver van kennis groter en voller wordt dan zijn waarschijnlijk minder buitenlandse studenten nodig om onze kenniseconomie op de been te houden of zie ik dat verkeerd?


Ik hoor de Nederlandse universiteiten daarover niets zeggen. Wel dat ze graag en liefst meer buitenlandse studenten hebben. Niet uit eigen belang zeggen ze maar om onze kenniseconomie op de been te houden. 40 Procent eerstejaars aan de universiteit is internationale student! Alsof het niks kost.


Als ze het mensen met de kenniseconomie zouden ze bezorgder moeten zijn over het gebrek aan kennis-vaardigheden onder Nederlandse studenten dan over de royale ontvangst van internationale studenten. 


Ik vrees daarom met grote vreze dat buitenlandse studenten hun verdienmodel zijn. Aan het verhogen van de lees-, schrijf en rekenvaardigheden onder leerlingen verdienen ze te weinig.


Ik hoor ze trouwens ook nooit over het belang van goed Nederlands als basis voor het onderhoud en vernieuwing van onze Nederlandse cultuur. Integendeel, ze zijn drukker bezig met het verengelsen van de universiteiten wat natuurlijk weer mooi van pas komt als je meer buitenlandse studenten wil aantrekken.  


Zo werken onze universiteiten de handhaving van onze cultuur tegen en bouwen ze niet mee aan de verbreding van onze kenniseconomie onder de eigen bevolking. Ze houden liever hun verdienmodel in stand. Het zijn net grote ondernemingen. Het draait om geld. 


Nu is kennis van de Engelse taal en andere talen belangrijk voor een klein land als Nederland dat het moet hebben van internationale handel en wandel. We hebben nu eenmaal veel buitenland. Maar daarvoor is het niet nodig om Nederland in naam van de wereldhandel op te heffen. 


Anderstalige leerboeken op de universiteit moet natuurlijk kunnen en colleges in het Engels bij gebrek aan een Nederlandstalige docent ook. Maar dan moeten de studenten wel hun moedertaal beheersen en daarna ook het Engels en niet andersom. 


Trouwens wie zijn moedertaal niet beheerst zal nooit goed een andere taal kunnen beheersen. De moedertaal is de basis voor kennis van andere talen. 


woensdag 9 oktober 2024

OVERDENKING BIJ HET SCHILDEREN VAN EEN STOEL

 


Schilderen is een manier van mediteren met kleur en vorm. Het verven van een oude stoel heeft net als het schilderen van een schilderij of het tekenen van een tekening iets magisch. In het geval van de stoel schenkt de nieuwe verflaag nieuw leven aan de oude stoel.


De stoel is er blij mee. Hij weet nu dat hij betekenis voor mij heeft. Hij staat er niet langer alleen voor. Ik ben er voor hem. Ik doe iets voor hem, hij iets voor mij. Ik mag er straks weer naar kijken en op zitten. 


Door de stoel te beschilderen, sta ik stil bij hem. Dat gebeurt niet vaak bij stoelen en andere gebruiksdingen. Het is een gebruiksvoorwerp en die gebruik je. Daar zijn ze voor en als ze niet meer bruikbaar zijn dan weg ermee.


Dat is altijd zo geweest. Dingen moeten wel bruikbaar zijn, wel liefst zo lang mogelijk. Daarom zijn we er zuinig op. We zijn voorzichtig met onze theepot, onze kopjes, onze glazen, schoenen, kleding enz. We gooien de dingen niet zo maar weg of toch wel?


In onze maatschappij van massaproductie voor consumptie is dat veranderd. We gebruiken de dingen meer dan ooit zonder er bij stil te staan. Ze zijn onze bedienden zo lang ze ons bevallen. Doen ze dat niet meer, dan weg ermee, naar de vuilstort of tegenwoordig het milieupark.


Dat is het spreekwoordelijke graf van de dingen. Ze verdwijnen om terug te keren naar de natuur waar ze ooit uit zijn gehaald, gestolen eigenlijk. De cyclus van leven en dood geldt net zo goed voor de dingen als voor onszelf. Daarin zijn we allemaal gelijk. In de dood is iedereen gelijk.


De natuur geeft en neemt, het is een eindeloos spel waar we niets aan kunnen veranderen. Het enige wat we kunnen doen is de tijd dat we leven, de dingen te waarderen zodat ze met een gerust hart kunnen sterven. Ze hebben geleefd en zijn gewaardeerd.

dinsdag 8 oktober 2024

20. HOE ZIT DAT IN OSS? SOCIALISTIESE PARTIJ GAAT OP VERKIEZINGSTOER

 

Affiche voor de gemeenteraadsverkiezingen in Oss in 1974

In 1973, vlak na de staking bij Bergoss, gebeurt het bijna ondenkbare. Het Centraal Komitee (het nationale bestuur) van de SP komt met de oekaze dat de afdelingen moeten meedoen met de komende gemeenteraadsverkiezingen. 


“Daar begrijpen we in Oss helemaal niets van. Moeten ze mee gaan doen met het zo verfoeide parlementarisme? Terwijl de afgelopen maanden toch bewezen is dat de kracht van de beweging juist in buitenparlementaire acties ligt?! Hebben ze op de scholingscursus niet geleerd dat Lenin zélf de vloer heeft aangeveegd met de burgerlijke democratie, dat hij parlementaire instellingen afdeed als ‘kletscolleges’?” (Blz.133 in Het geheim van Oss)


Wat heeft een partij als de SP te zoeken bij verkiezingen als in het actieprogramma  van de partij, geschreven door de journalist en politieke activist Koos van Zomeren, staat dat de heersende klasse slechts concessies heeft gedaan onder druk van buitenparlementaire tegenmacht?


De Osse afdeling van de SP voelt er dan ook niks voor. Volgens hen kennen de gemeenteraadsleden niet het soort wijken waar de partij actief is met de Bond voor Huurders en Woningzoekenden (BHW). De arbeiders verwachten er ook niets van. Volgens de afdeling kun je met een of twee zetels in de raad niks bereiken.


Maar op de vergadering van het Centraal Komitee in Nijmegen staan de Osse afgevaardigden Toon Voets en Jan Marijnissen alleen. Jan en Toon laten zich overtuigen.


“Dat wij eerst tegen waren , had ook te maken met de reacties van de mensen in de buurt. Die dachten dat we dezelfde weg als de PvdA zouden opgaan. Maar ik had begrip voor het argument van de waarachtigheid dat het Centraal Komitee daar tegenoverstelde. Als je ergens waarachtig aanwezig bent, hoef je niet bang te zijn dat je je gaat aanpassen,’ aldus Jan Marijnissen.” (Blz.135 in Het geheim van Oss).


Dankzij het harde werk van de afdeling haalt de SP bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1974 heel verdienstelijk drie van de 29 zetels binnen. Het CDA verliest de absolute meerderheid maar  behaalt nog altijd 40% van de stemmen. Het CDA vormt samen met de PvdA, die net geen 20% van de stemmen heeft behaald, het college van Burgemeester en Wethouders. 


Twee jaar na de verkiezingen stapt SP fractielid Mari Auwens uit de gemeenteraad. Ideologisch ging het Rode Boekje van Mao hem te ver en de partijdiscipline was doodvermoeiend. Hij wordt opgevolgd door Jan Marijnissen. Die wordt daarmee met zijn 24 jaar het jongste raadslid van Nederland. Met Jan Marijnissen komt in Nederland een nieuwe generatie in de linkse politiek, deze keer niet uit de randstad maar uit de provincie.


De eerste tijd laat de SP fractie het in de gemeenteraad afweten. Meestal is maar een van de drie fractieleden aanwezig tijdens raadsvergaderingen. Ze geven niet eens bericht van verhindering wat volgens burgemeester Burgemeester Jansen onfatsoenlijk is. Hij ergert er zich zodanig aan dat hij tijdens de begrotingsbehandeling in de gemeenteraad  de SP fractie er op aanspreekt. 


De burgemeester spuit zijn ergernis in een interview in het Brabants Dagblad niet beseffend dat de SP fractie op een heel andere golflengte zit dan hij tezamen met de rest van de fractie. De SP beschouwt de gemeenteraad als een van de platforms waar je actie voert tegen de burgerlijke maatschappij ter voorbereiding van de komst van het socialisme.


Volgens de burgemeester hebben discussies met de SP fractie bovendien geen zin. Fractielid Ed Verhammen bevestigt dat met zoveel woorden. Ze bereiden liever de komst van het socialisme voor dan tijd en energie te steken in de gemeenteraad. 


Toch is de burgermeester niet de eerste beste KVP'er. Tijdens de oorlog zit hij in het verzet. Na de oorlog wordt hij burgemeester van Cuijk. In 1960 wordt hij burgermeester van Oss. Beide steden heeft hij in tijdens zijn burgermeesterschap opgestoten in de vaart der volkeren door de steden open te leggen voor industrialisering en modernisering. 


Over Oss kan nog gezegd worden dat onder zijn burgermeesterschap eindelijk het kanaal tot stand komt dat Oss verbindt met de Maas,  belangrijk voor de industriële ontsluiting van de stad. Een ontsluiting die in de negentiende eeuw niet tot stand kwam waarna een industriële neergang volgde door het vertrek van de boterfabrieken van van den Bergh en Jurgens naar notabene de Maasstad Rotterdam. .



maandag 7 oktober 2024

HEIDELANDSCHAP

 

petrus nelissen, "Heidelandschap", olieverf op canvas, (50x50 cm)