Posts tonen met het label christendemocraten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label christendemocraten. Alle posts tonen

vrijdag 27 oktober 2023

13. AMERICA LATINA.CHILEENSE VERKIEZINGEN EN DE AMERIKAANSE MULTINATIONAL ITT

 


In maart 1973 worden de Chileense parlementsverkiezingen in de wereldpers en dus ook in Nederland nauwlettend gevolgd. Dat het bij de Nederlandse kranten aan politiek inzicht ontbreekt, blijkt uit de verschillende krantenkoppen aldus onze landen redaktie in CLAT Nieuws.

“De Volkskrant: “Chili stemt massaal. Allende in het nauw bij verkiezingen;”, renonrechte de indruk wekkend dat Allende aan de verliezende hand was, de nRC: “Uitslag Chileense verkiezingen betekent overwin voor Allende”, Trouw: Allende’s linkse coalitie gaat nederlaag tegemoet”, De Tijd: “Verkiezingen versterken Allende”.(CLAT Nieuws no.4, mei/juni 1973, 4e jaargang)

Wat is er aan de hand? Onze redacteur vermeldt dat 43, 4% van de kiezers voor voortzetting van Allende’s politiek heeft gestemd. Nog nooit eerder in de geschiedenis heeft een zittende president bij tussentijdse verkiezingen zijn aanhang vergroot. Allende is in 1970 met 36, 2% van de stemmen tot president werd gekozen.

Verontrustend daarentegen is de verdeeldheid binnen de Unidad Popular. De gematigde stroming waartoe Allende zelf behoort, wil hervormingen binnen de bestaande orde. De radicale stromingen (waaronder linkse voormalige christendemocraten) verwerpen de bestaande maatschappelijke orde en willen vanaf de basis een 'socialistiese maatschappij' op bouwen. 

Internationale aandacht krijgt de ITT (Internationale Telefoon en Telegraafmaatschappij) die zich in Chili gedraagt als een staat in een staat. Gedwongen door een senaatscommissie was ITT open over haar verzet tegen de regering Allende. 

“Vice-president van de ITT, William Merriman, zei dat zijn maatschappij 25 keer bij het ministerie van buitenlandse zaken heeft aangedrongen alle ekonomiese hulp aan Chili te staken, leningen van internationale banken onmogelijk te maken en andere ekonomiese sancties toe te passen. Hij voegde er aan toe dat een ITT funktionaris een brief met 19 suggesties voor acties van de Noord-Amerikaanse regering had geschreven.” (Nieuwsoverzicht in CLAT Nieuws No.4, mei/juni 1973, 4e jaargang)
 

vrijdag 23 maart 2018

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 31

Sint Jozef, Londerzeel in Klein Brabant, 2000

Het opschorten van communautaire onderhandelingen is minder gemakkelijk dan men denkt. De communautaire meningsverschillen liggen altijd en overal op de loer, is het niet binnen de regering dan wel bij de oppositie. De laatste wil best de communautaire spanningen aanwakkeren om een wig te drijven tussen de regeringspartijen en zo de val van de regering Michel te bewerkstelligen. 

Hoe ingewikkeld het politiek bestuurlijke spel in België is, blijkt uit de verdeling van bevoegdheden tussen de Gemeenschappen en Gewesten. Dat heeft geleid tot vier bestuurslagen.

“Het hoogste niveau is de federale overheid (de huidige regeringscoalitie onder leiding van de Waalse Premier Michel). De federatie kent twee soorten entiteiten.
  • de gewesten die bevoegd zijn voor zogenaamde plaatsgebonden aangelegenheden, te weten het Vlaams Gewest, Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
  • de gemeenschappen die bevoegd zijn voor zaken die direct te maken hebben met de inwoners, de zogenaamde persoonsgebonden aangelegenheden, te weten de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de kleine Duitstalige Gemeenschap (Oost-België). Regering en raad zijn gevestigd in hun hoofdstadje Eupen.

De gewesten zijn vervolgens onderverdeeld in provincies en gemeenten. Elk bestuursgebied heeft zijn eigen grondgebied en bevoegdheden, met een eigen wetgevende en uitvoerende macht. 

De provincies en Brussel zijn verder onderverdeeld in 43 bestuurlijke Arrondissementen als administratieve indeling van de provincies. (Wikipedia: Bestuurlijke indeling van België)

België heeft dus vier parlementen met bijbehorende regeringen: het Federale parlement met de Belgische regering, het Vlaams parlement met de Vlaamse regering, het Waals parlement met de Waalse regering en het Brussels parlement met een Brusselse regering. 

Om het nog ingewikkelder te maken. Bij de Vlamingen vallen de plaats en persoonsgebonden zaken (Vlaanderen en Vlamingen inclusief de Nederlandstaligen in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest) samen waardoor het Vlaamse Gewest ook de Vlaamse Gemeenschap omvat en het Vlaams parlement dus zich over beide ontfermt. Het Vlaamse parlement zetelt in Brussel net als het nationale, federale parlement.

De Franse Gemeenschap omvat het Waalse Gewest en de Franstaligen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het Waalse parlement bemoeit zich niet met de Franse Gemeenschap. Vandaar dat het Waalse parlement zetelt in de Waalse stad Namen en niet in Brussel wat voor de hand gelegen zou hebben indien de Franse Gemeenschap besloten had om de scheiding tussen persoons en plaatsgebonden samen te voegen.  

Deze uitermate ingewikkelde politieke structuur van België is gebaseerd op uitgekiende en tot het uiterste afgewogen compromissen tussen de Vlaamse en Franse Gemeenschap. Sleutelen aan deze structuur vereist dan ook een heel goed inzicht in de werking van het geheel en de afzonderlijke delen. Elke verandering, hoe klein ook aan de ene kant, heeft gevolgen aan de andere kant. Vandaar dat er al gauw communautaire spanningen ontstaan wanneer er proefbalonnen worden opgelaten door deze of gene over wijzigingen in de bevoegdheden om van gebied maar niet te spreken.
   

Dat zo een structuur erg kostbaar is, behoeft nauwelijks betoog. Elke regering heeft zijn premier en ministers. Er moeten dus heel wat monden gevoed worden waarbij een ingewikkelde overbevolkte bureaucratisch-administratieve structuur in stand wordt gehouden. Overbevolkt vanwege het gebruikelijke partijpolitiek cliëntelisme, dit is partijpolitieke dienstverlening aan kiezers zoals een ambtelijke aanstelling. Deze kostbare structuur tezamen met het politieke cliëntelisme zouden wel eens de oorzaak kunnen zijn waardoor de openbare voorzieningen in België voortdurend achter blijven.

(verschijnt elke vrijdag)

maandag 26 mei 2014

EUROFOBIE

De kans bestaat dat de voormalige premier van Luxemburg (1995-2013) en voorganger van Minister Dijsselbloem als voorzitter van de Eurogroep, de christendemocraat Jean Claude Juncker (midden) ,als Voorzitter van de Europese Commissie de strijd zal moeten aangaan met Eurofoben als Marine Le Pen (links) en Nigel Farage (rechts), beide grote winnaars van de Europese verkiezingen in hun land..

In Nederland mag dan de Eurofobie min of meer bedwongen zijn, Wilders verliest en de SP blijft gelijk, in de rest van Europa moet die blijkbaar nog op gang komen en hoe! De ontwikkelingen zijn het gevaarlijkst in de drie voormalige Europese Grootmachten Frankrijk, Engeland en Duitsland. Als het in die landen fout gaat, kan Europa wel eens voorgoed weg zinken in een stammenstrijd die in plaats van stabiliteit en welvaart, verwarring en ellende brengt. Dan zijn we weer terug bij af.

Zo ver is het gelukkig nog niet en misschien komt het ook niet zo ver. Ondertussen is het Front National (geen leuke naam) van Marine le Pen de grootste partij geworden in Frankrijk. Maar wat wil zij? Frankrijk uit Europa en terug naar de Franse Grandeur en de Franse Franc? Dat kan ze wel willen maar in de wereld van vandaag stelt Frankrijk niet veel meer voor. De voormalige koloniën komen echt niet terug en Frankrijk mag dan een kernmacht zijn, je verdient er als land geen snee brood meer mee.

Bij de Engelsen is de nostalgie naar het zogenaamde Britse eigene al net zo groot. Met dank aan de Britse UKIP partij van Nigel Farage die net als Het Franse Nationale Front de grootste partij dreigt te worden, groter dus dan de Conservatieve en de Socialistische partij. Dat is even wennen voor die twee partijen. UKIP is hypocriete nostalgie met Engelse flair. Eerst de halve wereld veroveren, dan die halve wereld na de Tweede Wereldoorlog kwijt raken en dan een halve eeuw later roepen dat je terug wil naar het eigene. De Britten zullen er aan moeten wennen dat ze het met Europa zullen moeten doen net als de Fransen.

In Duitsland valt het nog mee met de anti-Europeanen. De partij Alternatief voor Duitsland behaalde 6.5% van de stemmen en komt daarmee voor het eerst in het Europees Parlement. Geen schokkende uitslag. De christendemocraten van Angela Merkel behaalden nog altijd 36% van de stemmen. Tezamen met de Socialisten die 28% van de stemmen haalden, is Duitsland een toonbeeld van politieke stabiliteit. Dat is maar goed ook. Is er tenminste een Europese grootmacht die het hoofd koel houdt en niet in nostalgische romantiek vervalt.

Europa heeft de afgelopen jaren zware stormen doorstaan met de Financiële en Economische crisis, de Griekse crisis, de schuldencrisis van de Zuidelijke landen en de sociale crisis als gevolg van de werkloosheid. De Euro dreigde door internationaal wantrouwen weggespoeld te worden. Plotseling bleek de zo vanzelfsprekende welvaart sinds de Tweede Wereldoorlog een kwetsbare kasplant te zijn die meer verzorging en onderhoud nodig heeft dan een gemeenschappelijke Euro, een vrijhandelszone en open grenzen. Even dreigde Europa uiteen te vallen als gevolg van omvallende banken, onhoudbare nationale schulden en wankele regeringen.

Maar die crises hebben Europa uiteindelijk niet onderuit gehaald maar politiek volwassener gemaakt. Europa is gegroeid en daardoor sinds die crises onderwerp van een echt politiek debat geworden over de voors en tegens van de open grenzen, de gemeenschappelijke Euro, de uitbreiding naar het Oosten (met als centraal punt de Oekraïne crisis), het Russische Putinisme, de wereldwijde handelsverdragen, de milieu regels enz. Bij zio'n echt politiek debat behoort natuurlijk ook alles wat Europa rijk is aan politieke stromingen en folklore, zoals nationalisten, uiterst linkse en rechtse groepen en alles wat daar dan nog tussen zit.

Het is een geruststellende gedachte dat het Europese politieke debat is verbreed zonder verlies aan politieke stabiliteit. Ondanks het verlies van 60 zetels blijft de christendemocratische fractie met 214 zetels de grootste fractie in het Europees Parlement. De sociaaldemocraten zijn met 189 zetels (een verlies van slechts 7 zetels) de tweede fractie. De Liberalen met 66 zetels (17 minder dan in het vorige parlement) vormen de derde fractie. Tezamen zijn deze 3 klassieke politieke stromingen, de traditionele steunpilaren van Europa, goed voor 469 van de in totaal 751 zetels, d.w.z. goed voor 62%. Tel daar nog eens de Groenen bij met 52 zetels en dan zie je dat de Eurofoben zwaar in de minderheid zijn, voorlopig dan toch.


Voorzitter Barroso van de Europese Commissie heeft dus gelijk met zijn conclusie dat “conditions are there for a solid support for aEuropean Union that remains united and open whilst seeking to bestronger.”  Is de kans nu groot dat de Luxemburger Jean Claude Juncker als officiële leider van de Europese christendemocraten ook de opvolger van Barroso wordt? Ik denk het wel. In ieder geval wordt het moeilijk hem te omzeilen. De christendemocratische volkspartij EVP heeft met hem als kandidaat voor het Europees voorzitterschap een goede tactische zet gedaan. Als kandidaat van een klein land kan hij gemakkelijk door de regeringsleiders van andere landen geaccepteerd worden. Als leider van de christendemocraten kan hij moeilijk gepasseerd worden tenzij Angela Merkel anders beslist. Maar waarom zou ze dat als christendemocrate doen?

zondag 27 november 2011

IS HET CDA NOG TE REDDEN?

 
Is het CDA nog te redden? Een kwestie die de politieke vijanden van het CDA waarschijnlijk geen moer kan schelen. Dat snap ik maar het is niet verstandig. De Christen Democraten hebben samen met de Liberalen en de Sociaal Democraten Nederland gemaakt tot wat het nu is; het rijkste land van Europa met kansen voor bijna iedereen, een rechtstaat die naar behoren functioneert, sociale voorzieningen waardoor niemand van honger of ziekte omkomt en een grote mate van sociale gelijkheid. Kortom een land waar miljarden mensen op de wereld van dromen.

Die drie klassieke politieke stromingen worden bedreigd door de opkomst van nieuwe populistisch georiënteerde partijen ter linker en rechter zijde. Het meest bedreigd van die drie worden de Christen Democraten. Zij dreigen straks nog maar tien zetels in de Tweede Kamer over te houden. Daarvoor is niet een verklaring maar zoals gewoonlijke vele zoals de groeiende ontkerkelijking, de splijtzwam van het gedoogkabinet, de spanning tussen moraliteit, ethiek en praktische politiek, het gebrek aan leiderschap en zo zullen er nog wel meer oorzaken te bedenken zijn.

Om de politieke tsunami die het CDA bedreigt het hoofd te bieden, heeft de partij een commissie opgericht die de CDA beginselen gaat herijken en hertalen. Geen veelbelovend jargon voor een politieke partij. De kiezers vragen niet om een bijbels verhaal om hun leven zin te geven maar een politiek programma dat antwoorden geeft op hun politieke vragen. Een politieke partij geeft politieke antwoorden en geen bijbelse verhalen die de veronderstelde leegte van het moderne bestaan moeten vullen of iets dergelijks.

Kan zulks met de beginselen van het CDA? Ik dacht het wel, ook in deze tijd. Het CDA weet vanuit het besef dat de wereld altijd onvolmaakt zal zijn, de mens tot het kwade geneigd is dat een gemeenschap bijeen gehouden moet worden op basis van straf en beloning. Sociale voorzieningen zijn vanuit het oogpunt van naastenliefde een noodzaak maar men moet tegelijkertijd beseffen dat mensen ook graag de boel belazeren als ze er zelf van beter kunnen worden. Mensen kunnen altruïstisch maar ook egoïstisch zijn.

Belastingen heffen voor het algemeen nut en welzijn is prima maar teveel aan belasting ondermijnt de individuele inspanning en kan de vrijheid teveel inperken. Het CDA weet als geen andere partij dat ondanks alles individu en gemeenschap onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn. De balans tussen die beide is altijd precair en moeilijk te bewaren. Absolute individuele vrijheid zal de gemeenschap ondermijnen, afgedwongen collectivisme maakt uiteindelijk de gemeenschap kapot. Daarmee zit het CDA tussen liberalisme en socialisme in, twee wegen die de afgelopen eeuwen op verschillende momenten zijn bewandeld en die beide veel onheil hebben gebracht.

Op dit moment slaat de slinger van het liberalisme veel te ver uit, vooral op het terrein van de organisatie van de economie. De overheden verkleinen om meer verantwoordelijkheid aan het individu te geven zoals dit kabinet wil is een mooi doel maar mag geen programma worden om het individu aan zijn lot over te laten. Dat nu dreigt uit naam van het liberalisme meer en meer te gebeuren.

Het CDA is de politieke partij die daar niet alleen maar bezorgd over moet zijn maar ook actie dient te nemen. Zij moet met ideeën en initiatieven komen om de balans tussen markt en algemeen nut, individuele vrijheid en gemeenschap te herstellen. Misschien dat die commissie daar eens zijn gedachten kan laten gaan. Met de nieuwe antwoorden op zak kan het CDA zich bezinnen op de vraag of nog langer in dit kabinet blijven verantwoord is.