De revolutionairen met hun leider Pancho Villa in het midden. |
Zo wordt Diego van de ene dag op de andere revolutionair. Niet vanwege een politieke overtuiging, politiek bestaat in zijn dorp niet, maar omdat hij een ander leven wil. Hij wil geen landarbeider worden zoals zijn vader en al zijn voorvaderen tot aan de Spaanse Conquista toe en wie weet ook nog daarvoor. Per slot van rekening heeft hij indianenbloed in zijn aderen.
De revolutie geeft hem de kans uit de geschiedenis van zijn voorvaderen te stappen en een begin te maken met zijn eigen geschiedenis. Zo een daad van eigen lotsbestemming is niks voor bange mensen. Maar zoals we weten was Diego als kind al niet bang en was hij vrijheidslievend en daar horen risico's bij, risico's die veel mensen liever niet nemen.
Ondertussen heeft hij nog geen idee waar de revolutie over gaat. Het wordt tijd om eens te informeren bij zijn strijdmakkers tevens kameraden. Ze zijn op veldtocht naar Mexico-stad zijn om een nieuwe president te installeren. De vorige president, ooit een vriend van hun generaal Pancho Villa, deugt niet.
Intussen is hen is ter ore gekomen dat Carranza, dat is de naam van de ondeugdelijke president, hun intocht in Mexico-stad niet afwacht. Hij is naar Veracruz, een oude havenstad aan de Golf van Mexico, gevlucht. Tot een veldslag met zijn troepen zal het dus niet meer komen. Hun mars is zonder slag of stoot een overwinningsmars geworden.
Onderweg krijgt Diego van zijn kameraden te horen wie de nieuwe president is. Om te beginnen is hij een goede vriend van de generaal. Ook hij stamt af van een armoedige dorpsfamilie. In zijn jeugd was hij herder en mijnwerker. Ondanks die eenvoudige achtergrond raakt Eulalio, zo heet hij, al vroeg geïnteresseerd in politiek.
Hij sluit zich aan bij de liberale revolutionairen - de democraten wordt wel gezegd - tegen dictator Porfirio Díaz. Hij vecht in de troepen van generaal Obregon en Madero. Als een goede, loyale en revolutionaire strijder wordt hij door Madero, wanneer die eenmaal president is geworden, beloond met het burgemeesterschap van het noordelijke stadje Concepcion, dat als voornaamste bron van inkomsten een bescheiden goudmijn heeft.
Eenmaal aan de macht houdt hij op revolutionaire wijze huis in het stadje. Zijn eerste daad is de aankoop van een guillotine. Daarmee maakt hij met onmiddellijke ingang de notabelen van zijn stadje een kopje kleiner. Als de koppen gevallen zijn in de guillotine mand, is er nog maar een de baas in het stadje en dat is burgemeester Eulalio. Zoals gezegd, de revolutie is niet voor bangeriken.
Dat de guillotine nog eens geëxporteerd zou worden. Wie had dat kunnen denken?
BeantwoordenVerwijderen