Niet alleen de KVP verliest stemmen in Oss en landelijk. De electorale neergang treft ook de andere twee christelijke partijen; de Anti-Revolutionaire ARP en de Christelijk Historische Unie CHU, zij het in iets mindere mate. Zij voelen als het ware de nieuwe anti-confessionele tegenwind die door D66 een nieuwe impuls heeft gekregen uit liberale hoek.
Ze besluiten daarop eensgezind een dam op te werpen tegen de “ont-christelijking” (deconfessionalisering) van de Nederlandse politiek en nemen zich voor te gaan samenwerken. Die samenwerking moet uitmonden in een fusie tot een algemeen christelijke partij, het Christelijk Democratisch Appel CDA.
“Het CDA is opgericht op 11 oktober 1980. Hier is een langdurig proces van overleg tussen KVP, CHU en ARP aan vooraf gegaan. De drie partijen hebben lange tijd zelfstandig gefunctioneerd. Eind jaren zestig van de vorige eeuw veranderden de maatschappelijke omstandigheden echter zodanig, dat samenwerking tussen de drie christelijke partijen wenselijk werd. De eerste officiële bespreking tussen hen vond plaats in 1967. Dertien jaar later werd dit afgerond met de totstandkoming van het CDA. Een belangrijke bindende factor tussen de partijen was de wens van veel katholieken en protestanten voor een partij, waar een uitdrukkelijk verband was tussen het christelijke geloof en politiek handelen.” (CDA Gedachtegoed Geschiedenis)
Die samenwerking had het min of meer onverwachte gevolg dat de linkervleugel van de KVP er geen vrede mee heeft. Zij beschouwt de samenwerking met uitzicht op een fusie als een vereniging van behoudende, conservatieve krachten. Zij besloten uiteindelijk tot de oprichting van de Politieke Partij Radikalen PPR.
“De partij ontstond in 1968 als afsplitsing van de KVP. In de KVP had zich een groep 'radicalen' gevormd, die tegen voortzetting van de centrumrechtse coalitie van KVP, ARP, CHU en VVD in het kabinet-De Jong was. Samen met de 'spijtstemmers' binnen de ARP en CHU vormden zij de 'Américaingroep', vernoemd naar de bijeenkomsten in hotel Américain te Amsterdam.Directe aanleiding voor de afsplitsing was een televisie-uitzending waarin de fractievoorzitters van ARP, CHU en KVP hun samenwerking bekrachtigden. De uitgetreden KVP-radicalen richtten de PPR op, waarbij zich enkele uitgetreden leden van de ARP voegden.” (Politieke Partij Radikalen)
De PPR rekent zich tot progressieve partijen samen met PvdA en D66.
“De oprichters van de PPR noemden zich christen-radicalen, maar wilden daarmee geen ideologie aanduiden. Zij wezen een directe koppeling van geloof en politiek af en stelden geen beginselprogramma op. Ook in verkiezingsprogramma's voerden niet ideologie, maar actuele thema's de boventoon. Bij de oprichting van de partij was besloten het woord 'christelijk' uit de naam weg te laten, ook om gelijkgestemde niet-christenen aan te kunnen trekken. In de loop der jaren raakte de christelijke inslag op de achtergrond en werd de PPR meer een progressieve partij.Onder leiding van De Gaay Fortman jr. richtte de PPR zich op ontwikkelingssamenwerking, milieu, ontwapening en een democratische economie.” (Politieke Partij Radikalen)
De PPR doet in 1971 voor het eerst mee aan de landelijke verkiezingen. In Oss komt de PPR niet zo goed uit de verf als toen D66 voor de eerste keer meedeed. Het blijft in Oss en landelijk bij ongeveer 2 % van de stemmen ofwel 2 zetels in het parlement.
Dat verandert bij de verkiezingen in 1972. Dan krijgt de partij landelijk bijna 5% en in Oss zelfs 6% van de stemmen. Dat alles had o.a. te maken met het progressieve schaduwkabinet -Den Uyl.
“Het idee om voor de verkiezingen een schaduwkabinet naar Brits model samen te stellen, waarbij politici van de oppositie een alternatieve ministerraad vormen, was afkomstig van PvdA-politicus Ed van Thijn. Deze uiting van progressieve samenwerking in Nederland in de jaren zeventig gold alleen tijdens de verkiezingscampagne. Toen op 6 juli 1971 het kabinet-Biesheuvel I aantrad, waarin de progressieve partijen niet vertegenwoordigd waren, formeerden de oppositiepartijen een schaduwkabinet naar het voorbeeld van het Britse Lagerhuis. Ook voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1972 vormden de drie partijen een schaduwkabinet. Ook hiervan was de duur beperkt tot de verkiezingscampagne. Het bestond uit 16 posten (10 voor de PvdA, 4 voor D'66 en 2 voor de PPR).” (Schaduwkabinet- den Uyl)
Het jaar 1972 is het jaar waarin de KVP in Oss niet meer verder komt dan 35% van de stemmen. De PvdA daarentegen komt voor het eerst weer sinds 1956 boven de twintig procent, D66 5% en PPR 6%.
De PvdA wordt de grootste partij met 43 zetels in het parlement. D66 haalt 6 zetels en de PPR 7. Dat zijn niet genoeg zetels voor een meerderheidskabinet. Er volgt een zeer moeizame kabinetsformatie met de 3 confessionele partijen KVP, AR en CHU. Na verloop van tijd komt het eerste en enige Kabinet den Uyl I tot stand, het meest progressieve kabinet ooit zo wordt beweerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten