Posts tonen met het label pim pandoer. Alle posts tonen
Posts tonen met het label pim pandoer. Alle posts tonen

dinsdag 23 april 2019

DE EENZAAMHEID VAN DE ONGELOVIGE 87

Hoewel ik met toewijding fotografeerde, kwam ik niet op het idee om mij op de een of andere manier verder te bekwamen in de fotografie behalve dan als amateur met boeken als die van Dick Boer. Fotografie was wat ik deed in mijn vrije tijd, niet om er op de een of andere manier de kost mee te verdienen. De foto hierboven is gemaakt in het jaar 1964 of daaromtrent tijdens onze fietstochten langs de Maas.

Misschien kan ik schrijver worden? Ik heb dat van jongs af aan graag gedaan. Wat ik eenmaal heb opgeschreven onthou ik beter en al schrijvend kan ik mijn gedachten beter ordenen en kom ik op nieuwe ideeën. Schrijven werkt bij mij als een katalysator voor invallen en gedachten. Schrijven is ook improviseren met woorden en zinnen, het is een vorm van componeren totdat er staat wat ik bedoel te zeggen.

Ik wil ook graag vertellen maar dan zoals een schoolmeester of journalist. Misschien is dat de betweter in mij? Maar dat alles tezamen is niet genoeg om mij tot een schrijver te maken. Daar komt meer voor kijken zoals fantasie en inlevingsvermogen om verhalen te ontwikkelen met karakters. Maar hoe pak ik dat aan? In ieder geval niet met anekdotes, hoe leuk, grappig of interessant ook. Die houden het niet op schrift. Anekdotes zijn fragmenten die maar moeilijk tot leven gebracht kunnen worden.

In mijn pubertijd waagde ik mij al wel aan gedichten. Niet omdat ik toen dichter wilde worden. Die gedachte kwam niet bij me op. Dichten diende vooral  om verwondering en  gevoelens treffend uit te drukken. De ontdekking van het woord als uitdrukking van de geest trof mij zo dat ik het in een gedicht moest verwoorden.

Het Wonder


’n wonder is het
dat ik dat zeggen kan
losjesweg, vertel ik.

mijn gedachten vormen woorden
ik denk ook in woorden
begrijpt u ze? want dan,
dan ben ik gelukkig.


Zonder woorden geen gesprek, geen uitwisseling van gedachten, geen meeleven met de ander. Woorden zijn de neerslag van de magie van de geest en dankzij die magie beheerst het mensdom de wereld met alles er op en aan. Woorden zijn toverspreuken, geven ons mensen de macht om te heersen over de wereld en ook over  medemensen. Woorden hebben een onvoorstelbare kracht.

Het Woord

Een enkel eenvoudig woord
niet dat moeilijke
waarbij je steeds weer moet nadenken

niet zo modern
zo dat niemand het begrijpt
maar direct, klaar en diudelijk

zo, hier ben ik
hier sta ik dan
niets anders, gewoon een woord.


(verschijnt elke dinsdag)

dinsdag 4 december 2012

APPELMOESMUSEUM


  
In mijn studententijd kookten we om beurten avondeten dat we samen opaten aan een grote ronde keukentafel. Het eten was voor ons doen prima en het was gezellig. Een van mijn vrienden had de gewoonte om appelmoes te gebruiken als smaakverdrijver bij eten wat hij niet zo lekker vond, zoals bijvoorbeeld zuurkool. Zo hoefde hij niet te oefenen in smaak.

Musea die een breed publiek willen aantrekken gebruiken daar ook en soort appelmoes voor maar dan in de vorm van modieus vertier in de hoop het publiek kunstvriendelijk te maken. Laatst zag ik zelfs museumbezoekers onderuit gezakt liggen schommelen in een zaal met schilderijen. Je maakt mij niet wijs dat zulke mensen ooit kunstvriendelijk worden. Kunst kijken vergt net als lezen en muziek luisteren enige geestelijke oefening. Geestelijke gemakzucht aangemoedigd door museaal vertier heeft het tegengestelde effect: oppervlakkigheid, verveling en snobisme.  



 Het beste is om van jongs af aan te leren dat geestelijke inspanning vooraf gaat aan het echte genieten van een roman, muziekstuk of schilderij. Als kind gingen we elke week naar de bibliotheek. Daar mochten we twee leesboeken uitzoeken en minstens een studieboek. Zonder studieboek ook geen leesboek. Zodoende heb ik niet alleen spannende jongensboeken gelezen als Pim Pandoer en Arendsoog maar ook over het leven van grote uitvinders als Ford en Bell, over zeevaarders en allerlei verre landen en volkeren.  


Musea zijn voor mij net als bibliotheken waar schoonheid, spanning en geestelijke inspanning samengaan. Elk museumbezoek is weer een leermoment om het eens in moderne vaktaal te zeggen. Op die manier hou je je brein wakker en alert in plaats van het te laten weg suffen in een museale schommel. Opvoeders met een beetje pit in hun eigen brein weten dat het zo werkt en niet met lieve koekjes. Niks komt je aanwaaien in het leven, ook de kunst niet. Dat vergt geestelijke inspanningen en dat moet je als ouders, onderwijzers en leraren dan ook durven eisen van kinderen en leerlingen. Als ze dat niet willen ook prima. We leven in een vrij land maar dan moeten ze later ook niet zaniken dat ze er niks van snappen.