vrijdag 23 februari 2024

30. AMERICA LATINA. LIEFDE IS ELKE DAG EEN GOEDE DAAD

West Side Story is de Amerikaanse versie van Shakespeare's Romeo en Julia. De Jets en de Sharks zijn twee rivaliserende jeugdbendes uit New York met elk een andere etnische achtergrond. Tony behoorde ooit tot de Jets, terwijl Maria de zus is van Sharks-leider Bernardo. Ondanks de rivaliteit tussen de twee bendes worden Tony en Maria verliefd op elkaar en beginnen ze aan een verboden romance.


Dat Sartre zich herkende in Sint Jan van het Kruis zoals Frans in zijn brief van 25 oktober schrijft, is mij niet bekend. Ik ben het niet tegengekomen, niet in geschriften over Sartre en ook niet in die over Jan van het Kruis. 

Dankzij Frans ben ik Jan van het Kruis gaan lezen. Hoewel geen dichter en geen mysticus had ik gek genoeg geen moeite om de gedichten met uitleg en teksten van deze Spaanse mysticus te lezen.  Het was tegelijk thuis komen en en toch anders. Zou dat door mijn katholieke opvoeding komen en mijn romantische instelling? 

Jan van het Kruis heeft mij op de gedachte gebracht dat liefde tegelijk kernwaarde en beginsel kan zijn voor mijn leven. Het klinkt gewichtiger dan ik het bedoel. Het komt er op neer dat alleen liefde het leven de moeite waard maakt. De rest is bijzaak. 

Dit is overigens gemakkelijker gezegd dan gedaan. Bij JvK kom je alle praktische problemen van de liefde tegen: de twijfel of je liefde beantwoord zal worden, de onzekerheid die soms zo maar ineens kan binnensluipen als een dief in de nacht, de extase als de liefde beantwoord wordt, het raadsel van de eenwording in liefde, de ander als object en subject van liefde, de overgave aan en van de geliefde. 

Tussen twee mensen of in gezinsverband is dit allemaal nog wel te doen, al gaat het ook daar met horten en stoten. Liefde is nu eenmaal geen sinecure. Het is niet voor niets het meest bezongen onderwerp in klassieke of populaire muziek, zijn er dikke boeken over geschreven en staan de damesbladen er wekelijks vol mee. Liefde is alom begeerd en tegelijk een mysterie.

Maar wat moet je met liefde aan in de maatschappij? Is dat niet iets voor watjes en doetjes? Toch niet, zo leerde ik van jongs af aan. Als goed katholiek moet je je naasten lief hebben. Dat betekende bij de verkenners dat je elke dag een goede daad moest doen. 

En was het vakbondswerk van mijn vader ook geen vorm van naastenliefde? Het was in ieder geval sociaal werk. Opkomen voor de rechten van de werknemers op loon, vakantiedagen, vakantiegeld, vrije dagen en ziekteverlof is voor de meeste werknemers van levensbelang. 

En als de katholieke grondslag voor dit alles wegvalt zoals bij mij het geval was, wat dan? Daar had ik nog geen helder antwoord op en dus doe ik voort alsof er niks aan de hand is zoals mijn werk bij CLAT. Het is de voortzetting van wat ik thuis geleerd heb en waar ik hoe dan ook in wilde geloven, of ik me nu wel of niet bekende tot de Roomse kerk. 

In de paar maanden dat ik een werkeloze afgestudeerde student was, probeerde ik het geestelijke gat over de verhouding tussen mens en maatschappij en de rol van de liefde op te vullen met het lezen van de Jonge Marx. Mijn belangstelling daarvoor was gewekt tijdens het college “Sociale Wijsbegeerte”. Daar werden klassieke katholieke ideeën over mens en samenleving besproken maar ook die van de Jonge Marx.

Ik wilde hem in zijn eigen taal lezen waardoor ik beter in zijn hoofd kon kruipen. Dat is, mag ik wel zeggen, een heksenkarwei. Het Duits van Marx is geen gewone mensentaal, het is Duits grondig en gecompliceerd en ook nog eens filosofisch. Je raakt gemakkelijk verdwaald in zijn lange zinnen met bijzinnen en vooral ook wat hij bedoeld kan hebben met dit of dat woord. Tussen 1850, de tijd waarin Marx zijn polemieken heeft geschreven, en 1970 zitten bovendien ruim honderd jaar. In zo een lange tijd verandert er veel in een taal. 

 

2 opmerkingen:

  1. Marx is inderdaad geen gemakkelijke kost. De liefde is ook niet makkelijk te realiseren. Een mens heeft het maar moeilijk in het leven.

    BeantwoordenVerwijderen