vrijdag 12 april 2024

37. AMERICA LATINA. NAAR SPANJE

Ik was in die tijd nog geen toegewijde fotograaf. Dit is een van de weinige foto's die ik van Frans heb. Een merkwaardige of slordige foto. Je ziet nog net een been en nog wat meer van Dora. De foto is gemaakt tijdens een dagtocht die we maakten naar Segovia. In de bergen lag toen nog sneeuw.
 

De kogel is door de kerk. We gaan onze Colombiaanse vrienden Alvaro en Martha bezoeken in Madrid. Onze enige dochter logeert bij haar opa en oma, de vader en moeder van Dora, in Oss. Die zijn er blij mee en voor ons is het vertrouwd zodat we zonder zorgen weg kunnen.

De weg zelf is ons bekend. We rijden hem voor de derde keer. De eerste keer was in 1968, een avontuurlijke vakantie met vieren naar Marokko. We doorkruisten met een R-viertje heel Frankrijk en Spanje. We ontdekten toen hoe klein Nederland is en hoe groot  Frankrijk en Spanje.

We reden ook toen dwars door de Pyreneeën naar het Baskische San Sebastian. Daarna volgden we over tweebaans wegen de groene westkust richting Spaanse hoogvlakte om regelrecht naar Madrid te rijden. Vandaar ging het langs de molens van Don Quichot naar Granada en Malaga om bij Algeciras de Middellandse zee over te steken. Dat was Spanje in vogelvlucht

De tweede keer was in 1970. Ons doel was een zomercursus Spaans in San Sebastian. We kampeerden op een stijle berg net buiten de stad. In de ochtend volgden we de lessen in Spaanse taal, grammatica en litteratuur. In de middag maakte we aan het strand ons huiswerk en 's avonds volgende we lezingen over Spaanse geschiedenis en cultuur.  Op zondag verkenden we per auto de Pyreneeën.

San Sebastian is een Baskische stad met een Spaanse inslag. Je kunt aan de huizen nog zien dat het in de vorige eeuw een mondaine badplaats moet zijn geweest. Als het regent krijgt het versleten mondaine decor een tragisch karakter. Als de zon schijnt leven stad en strandleven op. Dan zie je iets van de vroegere allure terug.

Naar Marokko reden we in een veel te oude Renault Vier met open dak. Die heeft de reis met enkele haperingen maar net gehaald. Naar onze zomercursus reden we in een tweedehandse Fiat Zeshonderd die net voorbij Saint Jean de Luz begon te sputteren. We haalden met enig geluk de Fiat garage in San Sebastian. Nu maken we de reis naar Madrid opnieuw in een Renault Vier maar wel een die in betere staat is.

Vanwege zijn lichaamslengte zit Frans voorin. Daar kan hij zijn benen beter kwijt. Dora en ik wisselen elkaar af aan het stuur. De reis doen we in drie dagen. De eerste dag logeren we een eind onder Parijs in een eenvoudig hotel langs de Route Nationale. De volgende dag rijden we tot ergens onder Bordeaux niet ver meer van de Spaanse grens. De derde dag rijden we door tot in Madrid.  Een lange dag, maar te doen.

We stoppen om koffie te drinken en uitgebreid te lunchen. In Bogotá hadden we al gemerkt dat Frans een ongezonde maar ook matige eter is. Het belangrijkste bestanddeel van de dag zijn sigaretten en  koffie. Voor de rest houdt hij het bij een glas wijn en een eenvoudig stuk vlees met garnering, die hij meestal laat liggen. Eten is voor Frans noodzaak of bijzaak, het is hoe je het maar bekijkt.  

De aankomst in Madrid was een opluchting voor Frans en een verrassing voor Alvaro en Martha. Ze wisten dat we onderweg waren maar niet wanneer we precies zouden aankomen. Hun kleine appartement in een buitenwijk heeft een woonkamer en een keukentje, twee slaapkamers en een klein berghok zonder ramen. Dat laatste kamertje wordt onze slaapkamer. Alvaro en Martha slapen met hun dochtertje Lorena in de grote slaapkamer, Frans slaapt op de logeerkamer. 

Frans vertrekt binnen een week naar Colombia. Tijdens die week wil hij ons van alles laten zien in en om Madrid. Hij heeft immers in Spanje gewoond en gewerkt. In Spanje, anders dan in Frankrijk en later in Oostenrijk en Italië, houdt hij zich bezig met de Spaanse mystiek. In zijn voorwoord bij het deel over Spanje in zijn eerste boek ‘Ik zocht Gods afwezigheid’ (1956) geeft hij een soort samenvatting van het Spanje van zijn tijd, een Spanje dat nog niet zo bar veel veranderd is bij onze aankomst in april 1974.

“De herinneringen, welke ik in de volgende pagina’s op schrift stel, geven de tijd weer, dat ik in Spanje was om de ondergrond en het milieu te leren kennen van de Spaanse mystiek. Het kan vreemd schijnen met deze bedoeling naar een land te reizen, waar volgens de algemene opvatting der wetenschap op het ogenblik nauwelijks mystiek leven gevonden wordt. De tijd, dat Spanje hierin iets te betekenen had, ligt drie á vier eeuwen achter ons. Toen beleefde het een hoogtepunt van godsdienstig en cultureel leven, dat het nadien nooit meer bereikt heeft. De grootheid van Spanje behoort tot de geschiedenis en is op het ogenblijk zoek. … Men hoeft er zich slechts op te bezinnen, welke plaats Spanje momenteel in het politieke, economische en culturele leven der wereld inneemt om er van overtuigd te raken, dat hier van een leidende positie geen sprake is. Men zou zelfs de plaats van Spanje in het huidige wereldbeeld onbelangrijk kunnen noemen.” (Blz. 241 in voornoemd boek)


1 opmerking:

  1. Spanje onder Franco. Toch ook eigenlijk not done toen om ernaartoe te gaan.

    BeantwoordenVerwijderen