Luis Echevarria was president toen ik in Mexico woonde (1974-1977). Op 8 juli dit jaar is hij overleden. Honderd jaar is hij geworden. Het doet me denken aan het beroemde boek ‘Honderd jaar eenzaamheid” van de Colombiaanse schrijver Gabriel Garcia Marquez. Echevarria was in de tijd dat ik in Mexico woonde alles behalve eenzaam, tenminste niet zichtbaar. Geestelijk kan natuurlijk altijd.
Echevarria was een echte PRI apparatchik, gepokt en gemazeld door de partij PRI die na de bloedige burgeroorlog tevens sociale opstand in de jaren twintig van de vorige eeuw, aan de macht kwam. Sindsdien regeerde de PRI in Mexico met harde hand onder de vlag van nationalisme, pseudo-socialisme en patriotisme. De PRI had van Mexico een partidocratie gemaakt of een democratuur. Achter een facade van democratie mochten satellietpartijen en partijtjes die zich revolutionair noemden of socialistisch onder het toeziend oog van de PRI mee doen aan de "vrije" verkiezingen. Een verfijning van de dictatuur die communistische partijen nooit hebben kunnen bedenken.
Door mijn werk bij de Verenigde Naties leerde ik dat Echevarria internationale ambities had en niet zo weinig ook. Hij wilde leider worden van de landen van de derde weg, de landen in de Derde Wereld die in de Koude Oorlog een eigen weg wilden volgen zoals bijvoorbeeld Joegoslavië ten tijde van Tito. Om die ambities kracht bij te zetten nodigde hij allerlei VN kopstukken uit en politieke leiders van Derde Wereld landen om onder zijn leiding te vergaderen over de toekomst van de Derde Wereld. Wat Echeverria echter miste was charisma. Hij had meer weer weg van een verwarde oom of een partijpolitieke ambtenaar dan van een leider.
Hij noemde de VS openlijk imperialistisch zonder dat dit leidde tot enig daadwerkelijk anti-Amerikaans beleid behalve dan dat hij Fidel Castro, de communistische dictator van Cuba, steunde en de linkse marxistische Chileense president Allende. Toen die bij een gewelddadige machtsovername door generaal Pinochet ten val werd gebracht (1973), nodigde hij Chileense vluchtelingen uit naar Mexico te komen.
Dat gaf hem internationaal aanzien maar zijn beleid in eigen land kan men zelfs met de grootst mogelijke moeite links noemen tenminste als je onder links het bevorderen van sociale rechtvaardigheid, het naleven van mensenrechten, vrije pers, vrijheid van organisatie enz. verstaat. Echeverrai was in naam van de PRI de hoeder van de bestaande orde en die was sociaal onrechtvaardig.
Verbaal streed hij tegen armoede, praktisch gebeurde er niks. Het was al heel wat dat je op het platteland gratis medisch zorg kon krijgen. Wat ook gratis werd onder Echeverria was de anticonceptie-pil met bij behorende voorlichting ter bestrijding van de overmatige bevolkingsgroei. Helaas kwam er met name onder de lagere klassen een geruchtencampagne op gang dat de pil je onvruchtbaar zou maken. Niettemin had de campagne enig succes.
Waar Echevarria niks aan deed was de heersende corruptie van hoog tot laag, ook in zijn eigen regering. Af en toe werd er voor de bühne een minister of ambtenaar opgepakt maar dat was meer politiek dan strijd tegen corruptie. Een politicus die de partijlijn niet driegde te volgen werd op basis van beschuldigingen van corruptie ten val gebracht. De corrupte vakbonden werden door zijn regering gesteund tegen veelal linkse, democratische en onafhankelijke bonden.
Echeverria heeft zich nooit kunnen onttrekken aan zijn verantwoordelijkheid als Minister van Binnenlandse Zaken voor de gebeurtenissen op het plein van de drie culturen, Tlatelolco. In 1968 werden door het Mexicaanse leger tientallen studenten die protesteerden tegen de Olympische Spelen doorgeschoten. Onder zijn presidentschap trad het leger opnieuw hard op tegen gewapende linkse ongewapende groepen, werd de persvrijheid ingeperkt en vonden verdachte politiek moorden plaats. Hij is er nooit voor veroordeeld ondanks latere pogingen daartoe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten