vrijdag 29 juli 2022

59. HET BELOOFDE LAND. WIET.

Carlos, onze gastheer.

 

Op onze laatste dag tovert Oscar na het middageten Colombiaanse wiet tevoorschijn. Tot nu toe heb ik weinig gemerkt van wiet roken in Colombia. In Nijmegen was dat anders. Aanvankelijk was het daar moeilijk te krijgen. We moesten het in Amsterdam gaan kopen. Maar al gauw was er een lokale markt. Op onze boerderij werd geregeld gerookt, zeker toen Doornroosje elke zaterdagavond een seance had bij ons in de kelder van de boerderij aan de Jacobslaan. 

Deze wiet is veel sterker. Zou dat komen omdat hij vers geoogst is? Er wordt wiet geteeld in Colombia zo is me verteld maar ik weet  niet of dat veel is en waar. Colombia is bij ons in de Nederlandse alternatieve scene in ieder geval geen bekend wietland. 

Wiet hoort bij lang haar, spijkerpakken, Vietnamprotest, de underground of de tegencultuur zoals de Noord Amerikaanse filosoof Thomas Roszak het in zijn boek met dezelfde titel noemt. Die tegencultuur, overgewaaid uit Amerika door het Vietnamprotest, bestaat in Colombia niet, net zo min als de consumptiemaatschappij. Colombia is een armoede maatschappij, een plattelands samenleving met een zeer conservatieve inslag.

Het gesprek onder studenten gaat vooral over armoede, het sociaal onrecht en hoe daar een einde aan kan worden gemaakt. Cuba en Che Guevara en Camilo Torres zijn de grote voorbeelden. Maar net als bij ons Nederland blijft het vaak bij praten met af en toe heftig protest op straat tegen bijvoorbeeld te dure busritten. De Amerikanen zijn in dit plaatje uitsluitend de slechteriken. De Amerikaanse tegencultuur met Woodstock, Underground muziek en Vietnamprotest zijn er zo goed als onbekend. 

We roken met z’n vieren. Cielo doet niet mee, die moet er niks van hebben. In tegenstelling tot Oscar die is opgegroeid in een Colombiaans links elitenest is zijn vrouw Cielo een heel braaf meisje, bijna nog een kindvrouwtje uit de gegoede klasse. Maar vergis je niet, als ze ook maar enigszins vermoed dat haar nest wordt aangevallen, wordt ze kwaad en keert ze Oscar en zijn vrienden de rug toe. Oscar buigt daarvoor. Hij weet dat Cielo op zulke momenten ijzersterk is. Dora rookt mee zoals ze ook in Nijmegen deed en met hetzelfde gevolg. Ze valt in slaap.

Ik krijg zoals meestal met wiet roken een lach kick. Alles om me heen wordt vrolijk en absurd tegelijk en ook kleurrijker waarbij geluiden intenser worden. Alsof ik een versterker in mijn kop heb. Oscar en Humberto zijn een kaartspel begonnen. Roberto houdt zich zoals gewoonlijk afzijdig. Ik wil meedoen. Ik ken het niet en dus laat ik het me uitleggen. Wonderlijk genoeg win ik na verloop van tijd menig spel of is dit alles nep door de wiet? Ik weet het niet meer. Ik herinner me vooral de lol.

Als Helena onze gastvrouw, die niet mee rookt, zich zonder enige uitleg pardoes terugtrekt in haar slaapkamer, denken we met z'n allen  dat ze boos is omdat we gekheid met wiet uithalen. Maar even later weet Cielo te vertellen dat Helena pijnlijke maagkrampen  heeft. In Colombia zijn die aan de orde van de dag. Iedereen heeft er wel eens maagklachten en velen moeten ervoor naar de dokter.

Dat krijg je in een land met slecht gezuiverd drinkwater of helemaal geen drinkwater en een gebrek aan hygiëne. Dat laatste wreekt zich eerder in een tropisch land dan in ons gematigd klimaat. Verse groeten en fruit moet je altijd zorgvuldig wassen. Er kunnen besmettelijke bacteriën op zitten die niet meteen dodelijk zijn maar op den duur wel schadelijk voor je maag.

Na het avondeten worden er gedichten opgezegd, van schoolversjes tot serieuzere gedichten. Ik ben totaal onbekend met Colombiaanse gedichten, daarvoor beheers ik het Spaans te weinig en te kort. Ik heb wel gemerkt dat Colombianen van hoog tot laag van gedichten houden, meer dan gebruikelijk bij ons waar liefhebbers van gedichten uitzonderingen zijn. Ik denk dat het te maken heeft met de liefde voor de kunst van het mooi spreken dat grenst aan mooi praten en hun grote gevoeligheid voor romantiek en melancholie. 

De magie van het woord bestaat nog in Colombia. Woorden zijn als spreuken waarmee je de werkelijkheid te lijf kunt gaan. Het katholieke geloof ondersteunt die gedachtegang door heiligen tot bemiddelaars tussen mens en God te benoemen. Wie zich met de juiste woorden tot de juiste heilige richt kan wel eens iets gedaan krijgen wat anders onmogelijk is. 

Als onze gastheer Carlos fanatiek uit een dichtbundel begint voor te lezen, is het voor Dora en mij mooi geweest. We gaan slapen in de tent. Het is nog pas negen uur maar het is toch nog een mooie dag geweest en morgen wordt het met de terugreis waarschijnlijk een lange en vermoeiende dag.

(wordt vervolgd)
 

1 opmerking: