![]() |
| Veel Mexicanen zijn tot op de dag van vandaag diep gelovig. Geknield belijden ze hun geloof in de Heilige Maagd Maria van Guadelupe. (foto:1975) |
Al van ver komt Trotski onder de indruk van de piramides. Wie heeft zoiets groots maar ook meteen zoiets zinloos kunnen bouwen? Piramides zijn net tempels en kerken, ze dienen nergens voor behalve om de mensen op de knieën te krijgen voor goden en priesters, de wereldse dienaren van goden.
Frida haalt haar schouders op. Dat weet zij ook wel maar wat moet je met die vaststelling? Heel Mexico is diep gelovig en overtuigd rooms katholiek. Hun allergrootste heilige is de Heilige Maagd Maria en uiteraard haar zoon Jezus Christus die gestorven is aan het kruis.
Voor elke Mexicaan, ook voor hen die niet kunnen of willen geloven, is de magie van hogere machten onontbeerlijk. Waar anders haal je houvast vandaan? Nee, zonder geloof vaart niemand wel in dit miserabele aardse leven. Wie kan een normaal leven leiden zonder ergens in te geloven?
Frida zelf gelooft niet en bidt niet maar ze weet ook dat het geen zin heeft om zich druk te maken over het geloof van mensen. Als de Azteken en hun voorouders al zulke indrukwekkende piramides bouwden om de goden te vereren wat kun je dan verwachten van hun nazaten? Dat ze ongelovig zullen worden en elk vooruitzicht op een mooier en beter leven na hun aardse ellende verliezen?
Nee, dat niets is niks voor de Mexicanen. Ze mogen twijfelen, zich laten gaan in drank of misdadiger worden, roven en moorden, maar de heilige Maria en haar lijdende Zoon Jezus zullen ze altijd vereren. Hebben beiden niet geleden zoals zij zelf tot op de dag van vandaag lijden? Maria en Jezus delen het leed van alle mensen, vooral dat van arme sloebers.
Ze stappen uit tussen de verkopers die haastig zijn toegerend toen ze aan kwamen gereden. Ze krijgen allerlei snuisterijen onder hun neus gedrukt voor een special prijs. Kleine beeldjes van onyx, vulkanisch glas waar de rijkdom van de stad ooit op was gebouwd, fluitjes van klei, kleine piramidetjes van steen, de gevederde slang en natuurlijk beeldjes van de madonna met de kleuren van de Mexicaanse vlag.
De verzamelde armoezaaiers proberen iets te verdienen aan het sjieke gezelschap maar dan hebben ze zich misrekend aan Trotski. Die roept in een mengelmoes van Russisch, Engels en zowaar een beetje Spaans dat ze moeten ophoepelen, dat ze in de weg staan en dat hij niks wil kopen.
De meute verkopers verstaat er niks van maar begrijpen hem wel. Toch blijven ze onvermoeibaar aandringen. Het is het enige wat ze kunnen doen om iets te verdienen om te overleven. Als ze bij elke tegenstand opgeven, gaan ze ’s avonds met honger naar bed en dat is nog erger dan een schreeuwende Trotski.
Frida en David beseffen dat. De enige manier om de groep te kalmeren is om wat te kopen, hoe klein en onbetekenend ook. Frida is de eerste die onderhandelt over een Mariabeeldje van een paar peso. De verkoper is een klein meisje dat zich amper staande kan houden in de steeds weer opdringende verkopers. Dat is ook de reden waarom Frida besluit bij haar te kopen.
Bovendien is zijzelf niet ook een beetje een Maria? Weliswaar geen maagdelijk maar wel een die haar kind heeft verloren nog voordat het geboren is? Ze heeft geen idee wie of wat daar de oorzaak van is, net zo min als waaraan ze het tramongeluk heeft te danken dat haar hele leven tekent, maar ze is sterk genoeg om met dat opgelegde lot te leven. Daar heeft ze geen Mariabeeldje voor nodig maar het meisje wel de paar peso’s die ze er mee verdient.
David koopt een fluitje. Niet om het te gebruiken maar omdat het gemakkelijk in zijn broekzak past. Dan is hij er meteen vanaf, net als van de verkoper die nu ergens anders zijn geluk gaat proberen.
.jpg)
Trotski was een echte communist wat religie betreft, blijkt.
BeantwoordenVerwijderen