woensdag 19 mei 2021

2. HET KAN VRIEZEN, HET KAN DOOIEN. METEN VAN DE OPWARMING

 

Grafisch in beeld gebrachte factoren die van invloed zijn op het klimaat (Wikipedia, Opwarming van de Aarde)

Warmt de aarde inderdaad op of niet? Als de aarde niet opwarmt dan is de zogeheten klimaatcrisis meteen en definitief van de baan. De op zich simpele vraag naar opwarming blijkt moeilijker te beantwoorden dan je zou denken. Er zijn veel antwoorden mogelijk op basis van net zoveel veronderstellingen of speculaties, het is maar hoe je ze noemt.

De KNAW brochure bevestigt in ieder geval dat de aarde opwarmt.
“De afgelopen eeuw is de temperatuur van het aardoppervlak tussen de 0,6 en 0,9 gestegen. dat is een gemiddelde : terwijl de gematigde streken en de poolstreken vrij sterk opwarmden, warmden de tropen veel minder op. … de gemiddelde temperatuur van alle meetstations op aarde tezamen is sinds 1980 elke tien jaar met ongeveer 0,2°C gestegen.” (KNAW brochure, blz. 18)

Het is op zijn minst merkwaardig dat de opwarming ongelijk verdeeld over de aarde plaatsvindt: meer in de poolstreken en de gematigde gebieden, minder in de tropen. De waarneming klopt met metingen. De aarde warmt met name op in de streek van de Noordpool en het noordelijk halfrond. Sterker nog Nederland zelf is  meer dan gemiddeld opgewarmd in de laatste decennia. Ik heb daar al melding van gemaakt in een vorige blog. (Klimaatraadsel Nederland, blog van 13 april j.l.)

Het KNMI heft twee verklaringen voor deze Nederlandse anomalie: schonere lucht en een verminderd wolkendek, beide sinds ongeveer 1980. Een verklaring voor het verminderde wolkendek heeft het KNMI (nog) niet. Dat de verdeling van de opwarming van de aarde ongelijk verloopt wijst erop dat er nog andere invloeden zijn op het klimaat. Als alleen broeikasgas de oorzaak zou zijn van de opwarming, zou de opwarming gelijk over de aardbol verdeeld moeten zijn want een gas verdeeld zich gelijkmatig over de beschikbare ruimte zoals bijvoorbeeld met zuurstof het geval is. De ongelijke verdeling van de opwarming roept vragen op die nog niet beantwoord zijn. 

Valt de stijging mee of is 0, 2°C per tien jaar rampzalig voor mens en natuur en? En hoe zit het met de toekomst? Misschien is de afgelopen honderd jaar de temperatuur gestegen maar stopt die ergens om een of andere reden? OM daarover iets te kunnen zeggen, heeft men modellen ontwikkelt en die voorspellen een toenemende stijging van de temperaturen in de aardse atmosfeer.
“Verschillende klimaatmodellen voorspellen op korte termijn een temperatuurstijging van minder dan een graad. Aan het eind van de 21e eeuw zou dit kunnen zijn opgelopen tot meerdere graden.” (Wikipedia, Opwarming van de Aarde)

De grens ligt volgens wetenschappers bij 2°C, daarboven komen we terecht in de een rampenzone. Waarom precies 2°C opwarming tot rampen leidt wordt niet duidelijk net zomin als duidelijk wordt of die 2°C opwarming over de hele aardbol hetzelfde rampzalige effect hebben. Niettemin is het mede dankzij het klimaatpanel van de VN, de klimaatakkoorden van Parijs en de media gemeengoed geworden dat we moeten voorkomen dat de aarde meer dan 2°C opwarmt. Anderhalve graad gaat nog net maar dat is wel zo een beetje de grens.

“Met name temperatuurstijgingen van meer dan 2 °C brengen grote veranderingen met zich mee voor mens en milieu, onder andere door zeespiegelstijging, toename van droogte- en hitteperioden, extreme neerslag en afname van biodiversiteit.”
(Wikipedia: Opwarming van de Aarde)

De opwarming van de aarde meten is meer dan een thermometer in de aardse atmosfeer steken. Ondanks afspraken op wereldschaal zijn er grote onderlinge verschillen in de manieren waarop en waar de temperatuur gemeten wordt. Meten in de stad of op het platteland geeft over langere perioden al grote verschillen. Aan de grond meten of anderhalve meter boven de grond, beschut of in de wind meten kan ook verschil maken. Door het ontbreken van uniformiteit is het moeilijk om de gemeten temperaturen onderling te vergelijken laat staan te middelen.


Maar er zijn nieuwe meetmethoden die misschien preciezer zijn dan de oude maar vermoedelijk nog te kort om langere termijn voorspellingen te doen. Sinds 1979 meet de University of Alabama in Huntsville met behulp van satellieten de temperatuur van de lagere atmosfeer van de aarde, de zogenaamde UAH Satellite-based Temperature of the Global Lower Atmosphere. Maar ook hier treden verschillen op als gevolg van verschillen in methoden van satellietmeting. Zo toont de UAH meting 1979-2019 een opwarming van 0,13°C per tien jaar terwijl de RSS (Remote Sensing System)  een opwarming van 0,208 °C per tien jaar toont.

De eerste meting betekent puur rekenkundig gezien dat de aarde in honderd jaar tijd met 1,3°C zou opwarmen, de tweede met ruim 2°C, d.w.z. boven de grens van het toelaatbare. De eerste is volgens klimaatdeskundigen hanteerbaar voor mens en Moeder Aarde, de tweede rampzalig. Voor welk scenario moeten we kiezen, het rampzalige of het minder rampzalige of moeten we het gezien de vele onzekerheden in meetmethodes het nog maar eens een tijdje aanzien en ondertussen de wetenschappers vragen ons wat meer precies gegevens te verschaffen?

(wordt vervolgd)
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten