woensdag 12 februari 2025

36. HOE ZIT DAT IN OSS? DORPS EN STADSLEVEN

 

De bovenstaande foto's laten het verschil zien tussen het leven van mijn meer dorpse opa en oma (links) aan mijn vader's kant en mijn meer stadse oma en opa (rechts) aan mijn moeder's kant. Beide foto's zijn gemaakt ter gelegenheid van het 25 jarige huwelijk van de beide echtparen.

De betekenis van Organon en Zwanenberg voor de sociaal-economische ontwikkeling van Oss in de twintigste eeuw is niet te overschatten. Saal Zwanenberg heeft mede met de oprichting van deze twee bedrijven van het dorp Oss een industrie stad gemaakt. 

Enerzijds is het toeval, anderzijds ligt het voor de hand dat broers van mijn beide ouders bij Zwanenberg werkten. Mijn opa aan moeder's kant werkte er als chef. Mijn vader heeft er gewerkt als slager. Het is duidelijk dat Zwanenberg een belangrijke werkgever voor mijn familie was.

Tussen de familie van mijn vader en moeder bestond een verschil in sociale status die terug te leiden is naar de verandering van Oss van een voornamelijk boerendorp naar een meer stadse samenleving.

Die overgang begon in de tweede helft van de negentiende eeuw met de opkomst van de boterfabrieken van Jurgens en van den Berg, de exportslachterij van Zwanenberg en de tapijtfabrieken. Oss was een uit de kluiten gewassen boerendorp met weliswaar stadsrechten maar een beperkt stadsleven voornamelijk bestaande uit de middenstand en hoger opgeleiden, die meestal van buiten Oss kwamen. 

De Ossenaren waren voornamelijk kleine boeren met een gemengd bedrijf dat wil zeggen enkele stuks vee en kleinschalige akkerbouw. Het bestaan van die boeren varieerde van armoede tot sober. Hun huizen waren lage boerderijen met in het voorste gedeelte de woning en in het achterste gedeelte de deel voor de koeien, varkens of ander vee. Men kon ternauwernood leven van het boerenbedrijf en dus waren neveninkomsten uit de fabrieken welkom. Dankzij de lagere school kon men lezen en schrijven maar daar bleef het bij. 

Met zijn grote veemarkt was Oss een regionaal knooppunt waar levendig gehandeld werd in paarden, koeien, varkens enz. gereedschap en andere benodigdheden voor het boerenbedrijf zoals kruiwagens. Onze buurman, de boerderij annex timmerwerkplaats van de gebroeders Heijmans aan de Berghemse weg, heeft nog lang op de markt gestaan met houten kruiwagens. Het einde van die veemarkt in de eerste helft van de twintigste eeuw markeert min of meer het einde van de overgang van plattelands samenleving naar een stedelijke samenleving.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten