vrijdag 11 mei 2018

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 38

Pieter Balten (ca.1525 Antwerpen ca. 1598) Naar Maarten van Cleve (1527 Antwerpen 1581),
'Het slechten van de citadel van Antwerpen in augustus 1577.'
"Om de opstandige steden in de Nederlanden te kunnen beheersen,
liet de hertog van Alva (de militaire zetbaas van Flips II) in verschillende plaatsen
citadellen of dwangburchten bouwen.
De Antwerpenaren veroverden in 1577 de citadel van hun stad op de Spanjaarden
Het garnizoen werd verdreven; de dwangburcht afgebroken.
(Te zien in het Noordbrabants Museum te Den Bosch). 

In 1576 was Antwerpen in feite de hoofdstad van de opstand tegen de Spaanse koning Filips II. Maar dat duurde niet lang. Antwerpen werd weer ingenomen door de Spanjaarden en zo werd uiteindelijk niet de havenstad Antwerpen maar de havenstad Amsterdam de hoofdstad van de opstandelingen en uiteindelijk van de hele Republiek. 

De Spanjaarden beseften van meet af aan hoe belangrijk Antwerpen was als haven voor het achterland van Vlaanderen en besloten daarom om de stad zo spoedig mogelijk terug te veroveren. De militaire details van het beleg, de uithongering en uiteindelijk de val van de stad laat ik graag over aan de liefhebbers van militaire geschiedenis. Op 3 juli 1584 begon de omsingeling, op 17 augustus 1585 tekende burgemeester Marnix van Sint-Aldegonde de overgave. Ruim een jaar had de stad geprobeerd uit handen van de Spaanse koning te blijven. Willem van Oranje bleek niet voldoende middelen en mogelijkheden te hebben om zijn  belofte de stad te hulp te schieten na te komen.

“De Peis (vrede) werd uitgeroepen op de Grote Markt. De burgemeester had bekomen dat tegenstanders van de koning de kans kregen de stad te verlaten. Veel protestantse kooplieden en intellectuelen maakten daar gebruik van en vertrokken naar het Noorden. Er werden in totaal vierentwintig voorwaarden opgesteld, onder andere: het katholieke geloof moest opnieuw ingesteld worden, kerken herbouwd, verdreven katholieke gezinnen en geestelijken moesten weer ontvangen worden. De koning zou de Antwerpenaren voor hun misdaden tegen het Spaanse Rijk vergeven en de ketters toestaan nog vier jaar in de stad te blijven wonen. Als schadevergoeding voor de onkosten van de belegering werd vierhonderdduizend gulden in rekening gebracht. Die boete was zo groot dat er een aparte stadskas, de reductiekas, werd opgericht om inkomsten voor de betaling te organiseren. Krijgsgevangenen (van beide partijen) moesten worden vrijgelaten, mits deze niet van tevoren een losgeld hadden bepaald.” (Wikipedia: beleg van Antwerpen 1584-1585)

Met de val van Antwerpen was het lot van heel Vlaanderen bezegeld. Het zou tot 1815 in vreemde handen blijven, eerst dat van de Spaanse Habsburgers, daarna onder de Oostenrijkse Habsburgers. Tot die tijd zouden de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden geheel verschillende richtingen opgaan. 



De val van Antwerpen in 1585 markeerde de scheiding van noord en zuid en in 1588 ontstond in het noorden de calvinistische Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Zuidelijke Nederlanden bleven katholiek onder het bewind van een door de Spaanse koning benoemde landvoogd. Het katholicisme bleef de enige toegestane godsdienst en Brussel bleef het machtscentrum van de Habsburgers.(Wikipedia: Tachtigjarige oorlog)

(verschijnt elke vrijdag)

4 opmerkingen: