Posts tonen met het label katrijn en kees. Alle posts tonen
Posts tonen met het label katrijn en kees. Alle posts tonen

vrijdag 4 november 2022

TERUG NAAR NIJMEGEN. 2. IDEALISME

 

De KNSM zorgt voor een goed leven aan boord. De avond voor aankomst in Rotterdam met de Trident Amsterdam krijgen we een "Diner d' Adieu" in stijl aangeboden. Het schip heeft een eigen keuken met kok en koksmaat die elke dag vers brood bakten en lekkernijen voor speciale dagen.

Het uitwisselen van ervaring tussen ons verloopt altijd stroef, nu ook weer op de boot. Katrijn moet niks hebben van mijn onderzoekstage met scriptieonderwerp: te theoretisch en oude koek. Wat moet je ermee?  Zij doen tenminste iets aan een sociaal probleem. Wat doe ik nou? Ze vindt dat ik een fabriek moet gaan werken om te weten wat er leeft onder de arbeiders. Die kennis kan ten goede komen aan de revolutie tegen het bestaande kapitalistische systeem.

Dit is een nog naïever idealisme dan mijn eigen oorspronkelijke plan om te gaan wonen in een krottenwijk en zo inzicht te krijgen in de sociaal-politieke opvattingen van zijn bewoners. Ter voorbereiding op dit plan had ik de nodige boeken gelezen waaronder het boek ‘The Children of Sanchez’ van de bekende antropoloog Oscar Lewis. Het boek wakkerde mijn enthousiasme aan.

Frans Rosier, zelf schrijver van boeken over zijn werk in Europese mijnen, overtuigde mij dat het ondoenlijk is om als Europese blanke met te weinig ervaring en kennis van de Spaanse taal in een krottenwijk te gaan wonen. Het zou waarschijnlijk in het beste geval alleen maar tot nieuwsgierigheid en ongeloof onder de krottenwijkbewoners kunnen leiden en in het ergste geval tot moeilijkheden en conflicten. 

Vandaar dat ik mijn stage en studie een wending gaf naar een meer traditioneel politicologisch onderzoek “Cultuur en Structuur van de Liberale en Conservatieve partij in Colombia”, de twee oudste partijen van het land die sinds de onafhankelijkheid de macht min of meer om beurten delen.

Toegegeven, in zo een onderzoek zit niet veel actie en al helemaal niet het type actie wat Katrijn zo graag wil. Ze komt uit een Rotterdam’s PvdA nest en is lid van de Jong Socialisten en die staan bekend om hun radicale opvattingen, zo radicaal dat ze nogal eens buiten de partijlijn vallen. 

Gelukkig kan dat in Nederland zonder al teveel problemen. Het geeft wat ongemak in de partij maar men beseft dat de Jong Socialisten een vijver is voor jong talent waar volop geëxperimenteerd wordt. Met het ouder worden, breken vanzelf nieuwe inzichten door over mens en maatschappij. 

Bij het PvdA nest van Katrijn steek ik met mijn katholieke afkomst uit het kleinsteedse Brabant in haar ogen maar schriel af. Ik ben zogezegd een kind van mijnheer pastoor en die zijn nooit te vertrouwen. Dat mijn vader een toegewijd vakbondsman is die veel betekent voor het wel en wee van honderden gezinnen in Oss en elders in Oost Brabant en Limburg zegt haar weinig. 

Haar opgewonden idealisme, waar ik bij haar vriend Kees nooit iets van merk, leidde tot het weinig realistische plan om tijdens hun verblijf in Colombia een opvangtehuis voor straatkinderen op te zetten. Goed bedoeld natuurlijk, maar de weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen. Het werd geen hel maar wel een mislukking. Je kunt niet eventjes een opvangtehuis uit de grond stampen. Daar komt meer bij kijken dan geld inzamelen bij goedwillende mensen in Nederland. 

Nederlanders die ervaring hebben opgedaan met de opvang van straatkinderen, vertelden ons dat ze, gewend als ze zijn aan een zwervend bestaan op straat, niet gemakkelijk te verleiden zijn tot een geregeld bestaan in een opvangtehuis. Soms komen ze er om er een nacht comfortabel te slapen en goed te eten om er de volgende dag met de dekens of andere spullen van het tehuis vandoor te gaan. Begin daar maar eens aan. Dat kost tijd, volharding en doorzettingsvermogen.

(wordt vervolgd)
 

vrijdag 28 oktober 2022

1. TERUG NAAR NIJMEGEN. HET VERTREK

De KNSM vrachtboot 'Trident Amsterdam' waarmee we de terugreis naar Nederland maakten.

De verrassing van de dag. Na alle moeite die we gedaan hebben om onze vertrekpapieren in orde te maken, neemt de douane niet eens de moeite om er naar te kijken. Ze vinden het allang goed dat we vertrekken. Het is overal hetzelfde liedje. De bureaucratie bedenkt allerlei maatregelen om de boel te ordenen en te reguleren maar aan het eind van het liedje faalt de controle.

Op de ‘Trident Amsterdam’, een broertje van de’ Trident Rotterdam’, het vrachtschip waarmee we gekomen zijn, zijn we niet de enige passagiers. De oude bekenden Katrijn en Kees gaan ook terug naar huis. Als reissecretaris van de werkgroep studiereizen ontwikkelingssamenwerking heb ik hun reis mee helpen organiseren. De werkgroep is een stichting die studenten in het kader van hun studie naar een ontwikkelingsland willen, op weg helpt.

Katrijn en Kees wilden als studenten van de sociale academie hun stage in Colombia lopen bij opvang voor straatkinderen in Bogotá. Dankzij een subsidie van de KNSM konden beiden op de vrachtboot meevaren. Ze waren enkele maanden voor ons vertrokken zodat ze al met al langer in Colombia zijn geweest dan wij. Toen ze hoorden van onze komst, heeft Katrijn haar moeder gevraagd een koffer mee te geven met extra kleren en drop. Volgens haar moeder is Katrijn verslaafd aan drop en die is in Colombia niet te koop. 

Op onze heenreis enkele maanden na hen vernamen we al bij gerucht op de boot dat Katrijn niet de gemakkelijkste is in de omgang. Ze bemoeide zich met het eten van de bemanning. Volgens haar kreeg de bemanning niet zo goed te eten als de passagiers. Een absurde veronderstelling omdat iedereen op de boot door dezelfde keuken werd bediend tot aan het vers gebakken brood toe. 

Bemanningsleden vertelden ons over de veel te korte mannenhemden die ze aan boord en in de havens droeg. Ze vonden dat een onnodige provocatie, een gebrek aan schaamtegevoel. Ik denk dat het voor de mannen aan boord moeilijk was zo een hittepetit aan boord te hebben waar ze volgens de strikte orders van de kapitein niet eens naar mogen kijken.

Hoewel ze samen in een hut sliepen, was alweer volgens enkele bemanningsleden de status van hun relatie niet duidelijk. Ik denk dat ze niet gewend waren dat een vrouw ondanks haar korte rokken of misschien wel dankzij de broek aan had.  Toen ik beiden leerde kennen was dat meteen duidelijk. Katrijn nam het woord en het initiatief. Kees was het zwijgende deel van het paar. Een trouwe hond die blij was met zijn baasje. Het is wat je noemt een modern gelegenheidsstel.

Tijdens ons verblijf in Colombia bezochten we elkaar een paar keer. We hebben een keertje een aantal activiteiten voor straatkinderen van hen meegemaakt, eenvoudige activiteiten zoals voetballen. Straatkinderen zijn er in Bogotá meer dan genoeg. Zelfs de kranten, de burgerlijke pers zoals Katrijn ze noemt, schrijven erover en publiceren foto’s van gamines, het woord voor straatkinderen in Bogotá. Hun leven als kind is een diep treurige, hartverscheurende bedoening die je niet onberoerd kan laten. 

Ze zwerven in groepjes door de stad in afgedragen, versleten kleren met kapot gelopen schoenen of op blote voeten. Sommigen hebben colberts aan die vijf maten te groot zijn wat ze een clownesk uiterlijk geeft. Soms krijgen ze te eten van willekeurige mensen maar ze worden bovenal met wantrouwen bekeken omdat ze bekend staan als dieven. Tot overmaat van ramp snuiven ze cement. Dat schijnt een hallucinerende werking te hebben. Slapen doen ze op straat of in rioolbuizen. Ze zijn gedegradeerd tot een vorm van menselijk ongedierte.

(wordt vervolgd)