De KNSM vrachtboot 'Trident Amsterdam' waarmee we de terugreis naar Nederland maakten. |
De verrassing van de dag. Na alle moeite die we gedaan hebben om onze vertrekpapieren in orde te maken, neemt de douane niet eens de moeite om er naar te kijken. Ze vinden het allang goed dat we vertrekken. Het is overal hetzelfde liedje. De bureaucratie bedenkt allerlei maatregelen om de boel te ordenen en te reguleren maar aan het eind van het liedje faalt de controle.
Op de ‘Trident Amsterdam’, een broertje van de’ Trident Rotterdam’, het vrachtschip waarmee we gekomen zijn, zijn we niet de enige passagiers. De oude bekenden Katrijn en Kees gaan ook terug naar huis. Als reissecretaris van de werkgroep studiereizen ontwikkelingssamenwerking heb ik hun reis mee helpen organiseren. De werkgroep is een stichting die studenten in het kader van hun studie naar een ontwikkelingsland willen, op weg helpt.
Katrijn en Kees wilden als studenten van de sociale academie hun stage in Colombia lopen bij opvang voor straatkinderen in Bogotá. Dankzij een subsidie van de KNSM konden beiden op de vrachtboot meevaren. Ze waren enkele maanden voor ons vertrokken zodat ze al met al langer in Colombia zijn geweest dan wij. Toen ze hoorden van onze komst, heeft Katrijn haar moeder gevraagd een koffer mee te geven met extra kleren en drop. Volgens haar moeder is Katrijn verslaafd aan drop en die is in Colombia niet te koop.
Op onze heenreis enkele maanden na hen vernamen we al bij gerucht op de boot dat Katrijn niet de gemakkelijkste is in de omgang. Ze bemoeide zich met het eten van de bemanning. Volgens haar kreeg de bemanning niet zo goed te eten als de passagiers. Een absurde veronderstelling omdat iedereen op de boot door dezelfde keuken werd bediend tot aan het vers gebakken brood toe.
Bemanningsleden vertelden ons over de veel te korte mannenhemden die ze aan boord en in de havens droeg. Ze vonden dat een onnodige provocatie, een gebrek aan schaamtegevoel. Ik denk dat het voor de mannen aan boord moeilijk was zo een hittepetit aan boord te hebben waar ze volgens de strikte orders van de kapitein niet eens naar mogen kijken.
Hoewel ze samen in een hut sliepen, was alweer volgens enkele bemanningsleden de status van hun relatie niet duidelijk. Ik denk dat ze niet gewend waren dat een vrouw ondanks haar korte rokken of misschien wel dankzij de broek aan had. Toen ik beiden leerde kennen was dat meteen duidelijk. Katrijn nam het woord en het initiatief. Kees was het zwijgende deel van het paar. Een trouwe hond die blij was met zijn baasje. Het is wat je noemt een modern gelegenheidsstel.
Tijdens ons verblijf in Colombia bezochten we elkaar een paar keer. We hebben een keertje een aantal activiteiten voor straatkinderen van hen meegemaakt, eenvoudige activiteiten zoals voetballen. Straatkinderen zijn er in Bogotá meer dan genoeg. Zelfs de kranten, de burgerlijke pers zoals Katrijn ze noemt, schrijven erover en publiceren foto’s van gamines, het woord voor straatkinderen in Bogotá. Hun leven als kind is een diep treurige, hartverscheurende bedoening die je niet onberoerd kan laten.
Ze zwerven in groepjes door de stad in afgedragen, versleten kleren met kapot gelopen schoenen of op blote voeten. Sommigen hebben colberts aan die vijf maten te groot zijn wat ze een clownesk uiterlijk geeft. Soms krijgen ze te eten van willekeurige mensen maar ze worden bovenal met wantrouwen bekeken omdat ze bekend staan als dieven. Tot overmaat van ramp snuiven ze cement. Dat schijnt een hallucinerende werking te hebben. Slapen doen ze op straat of in rioolbuizen. Ze zijn gedegradeerd tot een vorm van menselijk ongedierte.
(wordt vervolgd)
Drop is iets typisch Nederlands.
BeantwoordenVerwijderen