Het uitwisselen van ervaring tussen ons verloopt altijd stroef, nu ook weer op de boot. Katrijn moet niks hebben van mijn onderzoekstage met scriptieonderwerp: te theoretisch en oude koek. Wat moet je ermee? Zij doen tenminste iets aan een sociaal probleem. Wat doe ik nou? Ze vindt dat ik een fabriek moet gaan werken om te weten wat er leeft onder de arbeiders. Die kennis kan ten goede komen aan de revolutie tegen het bestaande kapitalistische systeem.
Dit is een nog naïever idealisme dan mijn eigen oorspronkelijke plan om te gaan wonen in een krottenwijk en zo inzicht te krijgen in de sociaal-politieke opvattingen van zijn bewoners. Ter voorbereiding op dit plan had ik de nodige boeken gelezen waaronder het boek ‘The Children of Sanchez’ van de bekende antropoloog Oscar Lewis. Het boek wakkerde mijn enthousiasme aan.
Frans Rosier, zelf schrijver van boeken over zijn werk in Europese mijnen, overtuigde mij dat het ondoenlijk is om als Europese blanke met te weinig ervaring en kennis van de Spaanse taal in een krottenwijk te gaan wonen. Het zou waarschijnlijk in het beste geval alleen maar tot nieuwsgierigheid en ongeloof onder de krottenwijkbewoners kunnen leiden en in het ergste geval tot moeilijkheden en conflicten.
Vandaar dat ik mijn stage en studie een wending gaf naar een meer traditioneel politicologisch onderzoek “Cultuur en Structuur van de Liberale en Conservatieve partij in Colombia”, de twee oudste partijen van het land die sinds de onafhankelijkheid de macht min of meer om beurten delen.
Toegegeven, in zo een onderzoek zit niet veel actie en al helemaal niet het type actie wat Katrijn zo graag wil. Ze komt uit een Rotterdam’s PvdA nest en is lid van de Jong Socialisten en die staan bekend om hun radicale opvattingen, zo radicaal dat ze nogal eens buiten de partijlijn vallen.
Gelukkig kan dat in Nederland zonder al teveel problemen. Het geeft wat ongemak in de partij maar men beseft dat de Jong Socialisten een vijver is voor jong talent waar volop geëxperimenteerd wordt. Met het ouder worden, breken vanzelf nieuwe inzichten door over mens en maatschappij.
Bij het PvdA nest van Katrijn steek ik met mijn katholieke afkomst uit het kleinsteedse Brabant in haar ogen maar schriel af. Ik ben zogezegd een kind van mijnheer pastoor en die zijn nooit te vertrouwen. Dat mijn vader een toegewijd vakbondsman is die veel betekent voor het wel en wee van honderden gezinnen in Oss en elders in Oost Brabant en Limburg zegt haar weinig.
Haar opgewonden idealisme, waar ik bij haar vriend Kees nooit iets van merk, leidde tot het weinig realistische plan om tijdens hun verblijf in Colombia een opvangtehuis voor straatkinderen op te zetten. Goed bedoeld natuurlijk, maar de weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen. Het werd geen hel maar wel een mislukking. Je kunt niet eventjes een opvangtehuis uit de grond stampen. Daar komt meer bij kijken dan geld inzamelen bij goedwillende mensen in Nederland.
Nederlanders die ervaring hebben opgedaan met de opvang van straatkinderen, vertelden ons dat ze, gewend als ze zijn aan een zwervend bestaan op straat, niet gemakkelijk te verleiden zijn tot een geregeld bestaan in een opvangtehuis. Soms komen ze er om er een nacht comfortabel te slapen en goed te eten om er de volgende dag met de dekens of andere spullen van het tehuis vandoor te gaan. Begin daar maar eens aan. Dat kost tijd, volharding en doorzettingsvermogen.
(wordt vervolgd)
Menige goedbedoelde westerse poging om de situatie in armere landen te onderzoeken of te verbeteren strandt.
BeantwoordenVerwijderen