Posts tonen met het label gezin. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gezin. Alle posts tonen

maandag 25 maart 2024

GEBED VOOR GAZA

 

petrus Nelissen, 'La Dolorosa', acrylverf op papier 2015


Gebed voor Gaza,


Heilige Maria, Moeder Gods,


U die lijden en pijn kent,

Heb medelijden met de mensen van Gaza.

Verlos hun van het leed 

van de oorlog 


U die het gezinsleven kent,

heb mededogen met de gezinnen in Gaza.

Verlos hun van het leed

van de oorlog.


Wij bidden u, maak een einde aan de oorlog

met de vrijlating 

 van de joodse gijzelaars.


Wij bidden u, maak een einde aan de oorlog

door vrede te brengen

in de harten van alle mensen.



13 maart 2024


vrijdag 17 maart 2023

21. TERUG NAAR NIJMEGEN. WILLEM DE ZWIJGER

 

Deze foto van ons gezin, gemaakt in 1964, is die van een doorsnee gezin halverwege de jaren zestig. De sociale en politieke onrust die de tweede helft van de jaren zestig zou gaan kenmerken, is hier nog ver weg: geen lang haar, geen spijkerbroeken, tshirts en truien.

De vakbond, daar ben ik thuis mee opgegroeid. Dat ik nou net daar bij moet uitkomen. Het is alsof de duivel er mee speelt. De vakbond heeft mij nooit aangetrokken ook al respecteer het werk van mijn vader. Ik zag thuis maar al te vaak dat het ondankbaar werk is.

Als districtsbestuurder voor de katholieke voedingsbond was mijn vader altijd onderweg. Problemen en conflicten oplossen bij zijn klanten; de bakkersknechten, de slagersjongens en bij complete fabrieken met honderden werknemers, toen nog arbeiders geheten. Zijn werkgebied was Oost-Brabant en Limburg. Hij reed in die dagen wat af in z'n Renault Dauphine van de bond. Hij kende alle wegen tussen Oss en Maastricht.

Ik kan erover meepraten want in de zomervakantie van het jaar dat ik was blijven zitten, mocht ik meerijden. Ik denk dat het bedoeld was als een vorm van troost. Ik was nog net te jong om als scholier te gaan werken. Zo was ik van de straat en hij had meteen gezelschap. Elke dag uren alleen in je autootje op de weg zitten, is ook geen pretje. 

Ik denk niet dat hij met de gedachte speelde dat ik ooit ook nog eens vakbondswerk zou gaan doen. Hij heeft er in ieder geval nooit enige zinspeling op gemaakt. Nu was hij sowieso zwijgzaam aangelegd. Voor zijn vakbondsmensen kon hij praten als brugman, thuis was hij stil. Mijn moeder noemde hem daarom Willem de Zwijger. 

Hoe ze daar nu bij kwam mag joost weten. Met de vaderlandse geschiedenis was ze niet bezig en we waren ook niet bijzonder oranje gezind. Hoewel, mijn moeder was gek op koningin Juliana. Dat zij koningin was en gewoon moeder van een gezin, vond ze prachtig. Dat Juliana naast koningin spelen huishoudelijke taken had en kinderen moest opvoeden, maakte op mijn moeder veel indruk.

Met een man als zwervende oplosser van sociale conflicten was het voor haar niet gemakkelijk om een gezin met 5 opgroeiende kinderen, waarvan maar liefst vier jongens, recht te houden. Ze moest ook zorgen voor voeding en kleding, sokken stoppen en veel de was doen. Ze was geen keukenprinses. Ze vond niks aan koken maar toch moest er elke dag eten op tafel komen. 

Soms werd de herrie en de chaos die wij  door onderling gedoe vakkundig teweeg brachten, haar teveel. Op zulke momenten miste ze de orde scheppende hand van mijn vader. Niet dat hij daar veel voor moest doen. Zijn aanwezigheid was meestal genoeg om ons in toom te houden. Meestal, want het wilde ook wel eens helemaal mis gaan. 

Mijn moeder vroeg hem dan nadrukkelijk flink in te grijpen wat hij tot haar teleurstelling negen van de tien keer niet deed. Hij had er een hekel aan om bestraffend op te treden. Zijn levenshouding was, wat niet uit jezelf komt werkt niet. Het gekke was dat zijn zwijgen vaak wel degelijk werkte. Je besefte dat je verkeerd bezig was en dat was voldoende.

Niettemin voelde mijn moeder zich af en toe in de steek gelaten.  In je eentje jongens opvoeden is niet gemakkelijk. Daar kwam bij dat wanneer hij wel thuis was, meestal op zondag, er altijd wel een vakbondslid of bestuurder opbelde. Hij stond dan heel lang in de gang met zo een vakbondslid in nood te bellen terwijl zijn soep koud stond te worden. 

Het verstoorde de huisvrede aan tafel. Dat de zondagse soep koud werd, vond mijn moeder heel jammer. Op die soep deed ze elke zaterdag haar best. Waarom konden de heren niet op een andere dag bellen, vroeg ze hem. Daar kwam geen antwoord op net zo min als dat hij ooit een telefoongesprek weigerde. Elk vakbondslid, klein en groot, kon erop rekenen gehoord te worden.

Die onvermurwbare trouw aan zijn leden snapte ik niet altijd. Zo dankbaar waren ze ook weer niet. Het was eigenlijk nooit goed al had mijn vader nog zo lang onderhandeld met werkgevers over een loonsverhoging of andere zaken. Het hoorde er bij vond hij. Hij klaagde nooit over zijn leden, zelfs niet over de soms onhandelbare werkgevers.

Hij was op nog een andere manier trouw aan zijn leden. Hij zag erop toe dat onze levensstijl in de pas bleef met het doorsnee vakbondslid. Dat kostte hem weinig moeite want hij voelde zich ondanks zijn positie nog altijd een arbeider. 

Pas toen menig arbeider achter zijn  Opel Kadett een caravan had hangen, verving hij onze gezinstent voor een piepklein caravannetje. Zo een die je aan alle kanten moet openen voordat je erin kunt stappen zonder je hoofd te stoten. Hij was er bar gelukkig mee. Kamperen vond hij het mooiste wat er was. Het gaf hem een gevoel van vrijheid en dat het leven toch ook nog wat avontuurlijks kan hebben.
 

vrijdag 23 december 2022

9. TERUG NAAR NIJMEGEN. EEN KIND GEBOREN.

Onze pas geboren dochter

 

De bevalling van onze eerste dochter is enigszins onverwacht. Krullenbol spreekt in de ochtend van buikklachten maar denkt niet dat het zover is.  Ook niet nadat ik heb aangedrongen of het echt wel buikklachten zijn en geen voorbode van de bevalling. 

Na een tijd getwijfeld te hebben, ik heb geen idee hoe lang, besluiten we alsnog onze vriend W. te waarschuwen. Hij woont een straat verder om de hoek en heeft een Renault 4 waarmee we naar het Radboud ziekenhuis kunnen rijden. In het ziekenhuis aangekomen, blijkt dat we maar net op tijd zijn. De voorbereidingen voor de bevalling beginnen meteen. Een uur later is onze eerste dochter geboren. Voor we goed en wel beseffen wat we hebben meegemaakt, zitten we met z’n drieën in een kleine kamer in het ziekenhuis met op een bord twee beschuiten met muisjes. 

Vanaf nu zijn we een gezin. We zullen nooit meer met z’n tweeën zijn. Er is iemand bijgekomen die er voortaan altijd bij zal horen. Dat is ook wat willen. We hebben er veel over nagedacht maar ook niet teveel. Het leven is niet maakbaar, een besef waar we beiden goed mee kunnen leven. Een cliché maar het leven is vooral een avontuur. Het is geen georganiseerde reis en ook geen verblijf in een luxe resort met alle voorzieningen bij de hand. 

De geboorte van ons kind is tegelijk een grootse gebeurtenis en ook weer niet. Er worden immers wereldwijd  elk uur van de dag honderden of misschien wel duizenden kinderen geboren. Niets is natuurlijker dan de geboorte van een kind, hoe uitzonderlijk het ook is voor de moeder en de vader dat hun kind wordt geboren.

Want dat is het wel. Het is ons kind, van Krullenbol en mij. Dat is uniek. Het kind is voor ons de bezegeling van onze liefde en die is en blijft uniek. Ik heb me van meet af aan verbaasd over onze liefde. Waarom worden uitgerekend wij twee verliefd op elkaar en verandert dat langzaam in blijvende liefde ondanks alle ruzies en spanningen? 

Daar is geen zinnig antwoord op te geven, hoe hard je ook je best doet. Voor hetzelfde geld hadden we elkaar nooit ontmoet wat zou er dan gebeurd zijn? Worden we dan verliefd op een ander en dan komt het alsnog in orde? Wat maakt dat je bij elkaar blijft, dat je op je gemak bent bij de ander? Ook dat is een mysterie. En wat mij betreft mag dat een mysterie blijven of een wonder, ook goed. 

De babykamer is klaar. Het is een eenvoudig kamertje boven onze slaapkamer die ook niet veel voorstelt in deze vooroorlogse arbeiderswoning met zijn enkel-steense met jute betengelde muren.  De wieg is nog van Krullenbol geweest, een boerse imitatie van een sprookjeswieg. Het past prima bij de omgeving. De baby wordt beneden in de woonkamer op de houten eettafel, een koopje bij het groot warenhuis V&D, gewassen en aangekleed. 

(wordt vervolgd)
 

donderdag 27 december 2012

ROOMSE HEISA

La Familia, Acapulco, Mexico. (een foto van PETRUS)
Roomse heisa onder de homogemeenschap in Nederland over wat de paus wel of niet gezegd heeft over homo's. Niks dus, lees ik in Trouw. Wel over de traditionele waarden van het gezin. Dat doen ze in Rome al jaren. Ik weet niet wat Rome met traditionele gezinswaarden bedoeld maar dat het gezin de kern is van de samenleving staat wel vast. Ik heb het op al reizend over de wereldbol nooit anders gezien, zowel in de armste krottenwijken als bij de rijkste mensen. Homo's en lesbiennes willen ook graag trouwen en als het even kan een gezin vormen.  


Er zijn heel wat pogingen geweest om het gezin door een of andere vorm van samenwonen te vervangen zoals hippiecommunes, krakersgemeenschappen en anarchistische communes. Geen een van die experimenten is geslaagd. Meestal kwamen met name de kinderen er op de een of andere manier beschadigd uit:geen identiteit, onvermogen zich te hechten, seksueel onvermogen enz. Met de relaties tussen de volwassenen, de vaders en de moeders, liep het meestal ook niet best af. Was politiek niet de splijtzwam dan wel de in de soep lopende relaties.

Blijkbaar heeft een ieder mens een minimale behoefte aan privacy. Ikzelf woonde in een leefgemeenschap maar wel met een eigen kamer met eigen spulletjes en een eigen portemonnee. Dank zij die privacy kun je je leven afschermen tegen ongewenste relaties en bemoeienis.Een mens blijkt niet geschikt om zijn intiemste gevoelens en gedachten met teveel mensen te moeten delen.

Ook op zakelijk niveau is enige vorm van privacy nodig. Dat is wel gebleken uit de mislukte collectivisatie van de landbouw in de vroegere communistische landen. In Midden Amerika leerde ik dat het eigen stuk grond van leden van een landbouwcooperaties veel beter wordt verzorgd dan het cooperatieve bezit wat je er ook instopt aan begeleiding, kennis en financiële steun. Een mens zorgt blijkbaar op de eerste plaats voor zichzelf en zijn gezin. Je zou het een gezonde vorm van egoïsme kunnen noemen die ons door de natuur ter zelfbescherming is meegegeven.

Om die reden is het volgens mij belangrijk dat een samenleving een gezinsbeleid heeft op basis van privacy voor het gezin. De overheid moet zich in beginsel niet bemoeien met het gezin behalve als het fout gaat, wat natuurlijk gebeurt want we zijn en blijven mensen. In zulke gevallen is het zaak dat de overheid prudent blijft met zijn bemoeienis. Wetten, regels en voorzieningen moeten het gezin beschermen en ondersteunen om zo goed mogelijk te kunnen functioneren. Zonder gezin immers geen samenleving.