vrijdag 9 augustus 2024

53. AMERICA LATINA. MEXICO

Een spotprent van Sjarel aan het eind van het plakboek dat ik kreeg bij het afscheid van CLAT-Nederland, aangepast voor de gelegenheid door mijn collega Gerrit Pruim.

 

Begin september vraagt het Directoraat Generaal Internationale Samenwerking van het ministerie voor buitenlandse zaken of ik belangstelling heb om de gaan werken als junior professional officer op het kantoor van de VN ontwikkelingsorganisatie UNDP  in Mexico. Ik besluit de benoeming te aanvaarden. Eind september volgt de officiële aanstelling met de nodige instructies.

De benoeming past in mijn afspraak met CLAT Nederland dat ik minimaal twee jaar bij de vereniging zou blijven werken alvorens een aanstelling bij een VN organisaties te aanvaarden. 

Mijn vertrek naar de VN betekent het einde aan mijn korte maar zeer intensieve tijd als "vormingsmedewerker" van de vereniging. Dat was de formele naamgeving van mijn functie in de praktijk was ik samen met collega secretaris Pruim een organisator, redacteur, journalist, activist, lobbyist, tolk en vertaler en misschien nog wat kleine dingetjes. 

Het was een bar leuke tijd maar vooral ook een leerzame tijd waarin ik mensen ontmoette uit alle hoeken van Nederland, van alle lagen, klassen en niveau's. Ik leerde de politiek kennen, nationaal en internationaal, het Nederlandse actiewezen, arbeidsproblemen naast politieke opvattingen en nog veel meer. 

Mijn vriend en mentor juichte was positief over mijn vertrek naar de UNDP maar -hoe kan het anders- had ook zijn bedenkingen. 

“Proficiat met de mogelijkheden die je krijgt om met de VN samen te werken. In een gesprek met Alvaro gaf ik te kennen dat UNDP veel meer perspectieven geeft dan willekeurig welke CLAT of CLASC combinatie. Niet dat ik het werk van deze laatste instanties onderschat maar CLASC lijkt mij hoofdzakelijk een Venezolaanse affaire, die althans hier in Colombia niet veel heeft te betekenen.” (Brief van Frans Rosier, 17 oktober 1974)

Zoals zovelen, ook in Nederland, beseft ook Frans niet dat CLASC, sinds enige tijd CLAT geheten,  een overkoepeling is van nationale bonden. In Colombia is de vakcentrale CGT aangesloten bij CLAT, een centrale die zich laat inspireren door de priester Camilo Torres, notabene een vriend van Frans die door omstandigheden terecht kwam bij de Colombiaanse guerrillagroep ELN. De CGT heeft als nationale vakcentrale nationale betekenis als het gaat om scholing, CAO onderhandelingen en politieke druk t.b.v. de arbeiders.

Volgens Frans is het zaak “een visie te hebben voor mogelijkheden op korte en lange termijn, ook een gunste van CLASC. Ik ben er heilig van overtuigd dat je je in Mexico dood zult vervelen. Je aanstelling is om te beginnen voor een jaar…Het zullen echter wel meerdere jaren worden en wellicht begint zich nu een levenstaak af te tekenen. Over mest gesproken, beschouw de hele dodende bureaucratie van de VN als een voedingsbodem om meer reële visies te kunnen verwerkelijken. Hetzij in de short hetzij in de long run. Als je niet in tijdsperspectieven weet te denken en niet in staat bent je enige jaren hartstochtelijk te vervelen, werk je in het moment en dat is wat wij juist niet nodig hebben.” (Idem, 17 okt. 1974)

Uit de passage over Mexico spreekt veel ergernis over het land en dat maakt mij nieuwsgierig. 

“Mexico als stad en land is indrukwekkend voorzover het de Indiaanse cultuur betreft, maar het afschuwelijke is, dat deze cultuur aan de huidige Mexicanen een psychische inflatie heeft bezorgd, die nergens aan beantwoordt. Er zijn twee steden die mij dermate verzadigd hebben, in zeer korte tijd, dat ik er geen enkele behoefte aan voel om er terug te keren tenzij in geval van nood. Die steden zijn Buenos Aires, waar je binnen een paar dagen weet dat daar alle cultuur begint en eindigt, en Mexico City, waar men nog chauvinistischer is. Er is geen momentele cultuur. De grootheid van Mexico dateert van vóór Columbus en daar gaat men zo prat op, dat Egypte, Griekenland en willekeurig welke andere cultuur in het niet verzinken. Na een week voel je je zeeziek. Tot en met de boekjes in de lagere school wordt de grootheid van Mexico ingeprent. De realiteit is ellende, maar daar mag je niet over spreken. De boeken van Oscar Lewis werden oorspronkelijk in Mexico verboden. Je moet de hele dag hiep hiep hoera roepen. Dit verveelt na een week, laat staan na een jaar. De Mexicaanse revolutie is een science fiction. De armen zijn nog even arm maar de rijken zijn een beetje rijker, that is all. Een betere revolutie wordt als volkomen overbodig geacht. Enfin dit staat je te wachten naast alle verveling van bureauwerk. Maar je nieuwe functie kan een springplank zijn, d.w.z. als je het goed speelt en niet onnodig op zere (lange?) tenen gaat staan, waartoe de bekoring zeer groot is”  (Idem, 17 okt. 1974)

Ik moet toch eens aan Frans vragen wanneer hij voor het laatst in Mexico is geweest. Misschien is er intussen meer veranderd dan hij kan vermoeden. We zullen het zelf gaan zien.

EINDE VAN DEZE EPISODE


1 opmerking: