dinsdag 18 juni 2024

WAAR IS ONTWIKKELINGSSAMENWERKING GEBLEVEN?

 

Als wetenschapper, sociaal democraat en Nobelprijswinnaar legde Jan Tinbergen de basis voor onze Nederlandse planbureau's die tot op de dag van vandaag een hoofdrol spelen in de Nederlandse politiek en het bestuur. In zijn latere leven wijdde hij zich als voormalig adviseur van de Volkerenbond aan ontwikkelingshulp later genoemd ontwikkelingssamenwerking.

Waar is ontwikkelingssamenwerking gebleven? Het was hét onderwerp van de toekomst in de jaren zestig en zeventig, de tijd dat ik studeerde aan de universiteit en op zoek was naar een levensdoel. Het heeft decennialang op de internationale agenda gestaan. De VN speelde een hoofdrol in het formuleren van doelstellingen en organisatie van de samenwerking.


Een van de grote wetenschappelijke sponsors van het idee van ontwikkelingssamenwerking was de Nederlandse econoom en Nobelprijswinnaar prof. Dr. Jan Tinbergen (1903-1994). Zijn idee was in wezen eenvoudig. Rijke landen voorzien de arme landen van het benodigde kapitaal om zich uit te armoede te werken. 


Op een VN conferentie werd vastgelegd dat de rijke landen jaarlijkse 0,7% van hun bruto nationale inkomen naar ontwikkelingslanden zouden overhevelen in de vorm van projecten, programma’s enz. Nederland liep over van enthousiasme voor het idee. Iedereen deed op de een of andere manier mee.


Het werd een wereldwijde inspanning vol optimisme om de armoede de wereld uit te helpen tot bleek dat het niet eenvoudig een kwestie van geld is. Regeringen in Derde Wereld landen zijn instabiel, onervaren en hebben gebrek aan kennis. Er zijn grote en kleine uitbraken van burgeroorlog en conflicten. Er is omvangrijke corruptie. Iedereen kan dat dagelijks zien op het NOS journaal.


Maar sommigen zijn hardleers. Zo zag ik in de Volkskrant een oproep om de superrijken meer te belasten en dat te geven aan de armen. Alsof geld uitdelen ook maar iets uithaalt. Als geld niet productief besteed wordt dan verandert er niks. Dan blijven de armen afhankelijk van de geldgevers. De ellende is nu dat in veel landen geld, ook ontwikkelingsgeld, niet productief besteed wordt. Het verdwijnt in de verkeerde zakken.


Het aanvankelijke optimisme over de ontwikkeling van Suriname nadat het in 1975 onafhankelijk was geworden, verdween snel toen bleek dat het land er niet in slaagde op eigen benen te staan, ondanks de hulp die het uit Nederland had gekregen. De broodnodige politieke stabiliteit werd ondermijnd door een militaire staatsgreep. Er was geen gemeenschappelijke visie op de toekomst. Corruptie, gebrek aan fatsoenlijke wetgeving en kennis deed de rest.


Andere voormalige koloniën kenden hetzelfde lot. Landen als Mozambique, Angola en Congo kwamen terecht in langdurige burgeroorlogen waardoor economische en sociale ontwikkeling onmogelijk werd. De Arabische wereld bleek niet in staat zich te bevrijden uit oude, paternalistische structuren, de corruptie en het gebrek aan transparantie.


Zuid Afrika had na de afschaffing van de apartheid in 1994, gevolgd door vrije verkiezingen waarbij Nelson Mandela president werd, een prima uitgangspunt om te behoren tot de ontwikkelde landen. Helaas, bleek na verloop van tijd de ANC niet in staat om het land verder te ontwikkelen. Zuid Afrika werd armer in plaats van rijker.


Ondertussen heeft ook de VN, ontwikkelingssamenwerking als maakbaar ideaal voor de toekomst laten vallen. Daarvoor in de plaats is klimaatverandering en opwarming van de aarde gekomen. 


Er zijn ondertussen meer dan 25 jaarlijkse klimaat-wereldconferenties geweest, die van alles hebben opgeleverd behalve waarvoor ze bedoeld zijn namelijk de vermindering van de uitstoot van CO2 zijnde het broeikasgas dat de wereldtemperatuur gevaarlijk zou opdrijven.


Zou het kunnen dat de VN de maakbaarheid van de wereld of het nu om armoede of klimaat gaat, overschat? 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten