vrijdag 9 februari 2024

28. AMERICA LATINA. PIRATEN

Met Henri Molina (links) in de Azteekse piramide-stad Teotihuacan tijdens zijn bezoek met een delegatie in Mexico. 1974


Ik weet niet waar de bezorgdheid van Frans in zijn brief van 25 oktober vandaan komt, dat ik een moderne Egyptische slaaf zou zijn. Misschien omdat hij zichzelf zo soms voelt, misschien omdat ik in mijn brieven teveel praat over mijn werk? Hoe dan ook, ik voel me geen slaaf van niemand en ook niet van mijn werk. Integendeel, het boeit me en eindelijk doe ik wat. In plaats van boekjes lezen, ben ik bezig met de wereld en dat is wat ik al in tijdens studie wilde.

Ik ben het wel met hem eens dat mijn gezin een oase is waar ik tot rust kan komen. Zonder gezin zou ik maar half mens zijn. Het is samen met mijn werk, de belangrijkste reden van mijn bestaan. Dat er een balans moet zijn tussen gezin en werk spreekt voor zich. 

Niettemin breng ik af en toe werk mee naar huis in de vorm van een gast uit Latijns Amerika. Dora vindt het prettig dat ik af en toe een gast meebreng. Zo weet ze beter waar ik mee bezig ben. Dat maakt het gemakkelijker om erover te praten en het helpt om te weten wat mij bezielt. Dora deelt die bezieling. 

Voor de gasten is het een verademing om in plaats van de avond door te moeten brengen in een hotel, het avondeten met een gezin te delen. Een van onze eerste gasten is Henri Molina, buitenland secretaris van CLAT, een vriendelijke enigszins bedeesde man met een basstem en Caraïbische vrolijkheid. Met enige zelfspot noemt hij zich "de kanselier". 

Henri heeft hoewel nog jong een enerverend leven achter de rug. In 1965 heeft hij als jonge vakbondsman meegedaan met de opstand tegen het leger dat in 1963 de gekozen president Bosch had afgezet. Die opstand leidde uiteindelijk tot een burgeroorlog.

Daarop grepen de VS gewoontegetrouw in om de Amerikaanse belangen veilig te stellen. Tegen de mariniers was niemand opgewassen. De VS bleven twee jaar lang de baas. Na verkiezingen  normaliseerde het land min of meer en verlieten de mariniers het eiland. 

We werken in twee dagen een programma af met bezoeken aan instellingen die projecten van CLAT in Latijns Amerika steunen zoals de katholieke CEBEMO, de protestantse ICCO en het neutrale NOVIB. 

We brengen ook een bezoek aan de vakcentrales NKV (de katholieken) en het CNV (de protestanten). We hebben op zijn verzoek ook een afspraak met het Kabinet van de Nederlandse Antillen. 

De bezoeken aan NKV en CNV vinden plaats in het kader van de internationale vakbondssolidariteit.  Bij de medefinancierings-organisaties presenteert Henri een nieuw, groot project onder de wat pathetische naam van Arbeiders Universiteit Latijns Amerika UTAL. CLAT wil daarmee duidelijk maken dat arbeiders net zo goed recht hebben op studie en onderwijs. 

Dit Latijns Amerikaans studie en onderwijscentrum is bedoeld voor militanten en leiders van vakbonden aangesloten bij CLAT. Het centrum is gevestigd in een pas aangekocht gebouw waarin voorheen een seminarie zat. 

Het ligt op een heuvel even buiten het stadje San Antionio op een half uur rijden van Caracas. Het gebouw is groot genoeg om er ook het bestuur van CLAT in onder te brengen, een bibliotheek, een documentatie centrum, een audiovisueel centrum en nog wat andere zaken. 

Het bezoek aan het Kabinet van de Nederlandse Antillen is bedoeld als wederzijdse kennismaking. Tijdens het antichambreren in een deftige kamer met zware meubels en rookgerei op tafel, pakt Henri onbekommerd een sigaar uit de sigarendoos op tafel en steekt die weg in het borstzakje van zijn hemd.

Ik schrik van dit vrijmoedige gedrag. Is dit geen diefstal, zo vraag ik hem. Maar Henri haalt laconiek zijn schouders op en lacht onbezorgd. Hij neemt een voorschot op wat hem straks toch wordt aangeboden. Het is gelijk ook een kleine vergoeding in natura voor Neerlands koloniale verleden in de Caraïben. Henri gedraagt zich even als een piraat in piratenland. 

De vertegenwoordiger van het Kabinet biedt Henri even later inderdaad allervriendelijkst een sigaar uit de doos op tafel aan. Henri vraagt beleefd of hij die mag bewaren voor straks. Dat is uiteraard geen probleem. Met een zwier steekt hij de sigaar naast de eerste sigaar in zijn borstzakje. 

Na het gesprek stapt hij tevreden met de twee sigaren naar buiten. Het dringt tot me door dat Henri zich een vrij man voelt en zich niet laat intimideren door gewichtigheid en deftig ingerichte kamers. We zijn als twee piraten onder elkaar.


1 opmerking: