Ik ben lid geweest van twee politieke partijen, de twee volkspartijen van het midden PvdA en CDA. Ik beschouw het lidmaatschap van een politieke partij overigens als een burgerplicht. Politieke partijen zijn de steunberen van ons democratische dak. Als die steunberen wegvallen dan kan het democratische dak wel eens instorten en dan zijn de rapen nog niet gaar.
Die twee partijen waren rond 2000 nog goed voor ongeveer 150.000 leden. Nu is dat nog maar ongeveer de helft. De PvdA heeft altijd iets minder leden gehad dan de CDA. Geen idee hoe dat komt maar het zou iets te maken kunnen hebben met burgerzin. Die is bij CDA’ers een tikkeltje groter van bij PvdA’ers.
De beide partijen zijn in twintig jaar tijd niet alleen qua ledental ingestort maar ook politiek. Het CDA wat later dan de PvdA maar je kunt met een gerust hart stellen dat de twee partijen, ooit de grootsten van het land, nu met samen nog geen 25 zetels in de Tweede Kamer, tot politieke figuranten zijn gedegradeerd.
Het inzakken van het politieke midden kan tot een existentiële crisis van het staatsbestel leiden. We mogen blij zijn dat dit in Nederland nog niet is gebeurd. Nederland is een politiek stabiel land omdat zijn kiezers stabiel zijn. Ze laten zich niet gek maken ook al gebeuren er gekke dingen waaronder de politiek moord op Pim Fortuyn (2002) en de moord op de journalist Theo van Gogh (2004) wel de ergste zijn.
De beide volkspartijen van het midden kunnen trots zijn op hun verleden. Zij hebben het naoorlogse Nederland opgebouwd tot een van de rijkste en welvarendste landen van de wereld. Dat is niet niks en toch worden ze massaal in de steek gelaten door de kiezers.
Er zullen nog veel wetenschappelijk verantwoorde studies volgen maar de hoofdlijnen van het verval van deze partijen zijn wel duidelijk. De PvdA verloor in de loop der jaren, vooral na het kabinet Kok, het contact met zijn traditionele kiezers. De PvdA wordt sinds de jaren zestig van de vorige eeuw in toenemende mate bevolkt door kosmopolitische doctorandussen die niet begrijpen dat de gewone man zich bedreigd voelt door de instroom van migranten met afwijkende opvattingen, de aantasting van het gezin als basis van de gemeenschap en de groeiende flexibilisering van werk. In plaats van dat te onderzoeken maakten ze liever de politieke boodschappers die dit wel aanvoelden en begrepen verdacht, eerst Fortuyn daarna Wilders.
Het CDA als hoeder van het christelijk erfgoed verloor veel van haar natuurlijke achterban door de ontkerkelijking. Christelijke waarden zijn voor nieuwe generaties niet meer vanzelfsprekend en het CDA was niet bij machte om zelfstandig die waarden als politiek relevant naar voren te schuiven. De consumptiemaatschappij bepaalt de regels van het spel samen met het materialisme. Daar is geen geestelijk kruid tegen gewassen, christelijk of niet.
De culturele revolutie van de jaren zestig - ontvoogding van kerk en zuil, individualisering en materiële welvaart - hebben geleid tot liberalisering. Nederland is van een naoorlogs groen en rood gekleurd land, veranderd is een blauw gekleurd land met tinten groen. Het klassieke politieke midden wordt ingenomen door VVD (behoudend liberaal) en D66 (vooruitstrevend liberaal), twee kanten van dezelfde liberale medaille.
Of ze een blijvertje worden in het politieke midden, moet nog blijken. Samen ruim zestig zetels in de Tweede Kamer is al wel wat maar haalt het nog niet bij wat indertijd PvdA en CDA samen aan aantal zetels in de Tweede Kamer hadden. De onzekere politieke tijden zijn nog niet voorbij.
De VVD heeft een zekere voorsprong op D66 wat betreft ervaring met kiezers en omgang met politieke macht. D66 is nog altijd een nieuwkomer en mist bij tijd en wijle de prudentie die bij een goede middenpartij hoort, niet te ver vooruit lopen op de troepen maar ook niet teveel omkijken. Hoe dan ook, de twee samen zijn momenteel zoals dat heet het motorblok van de Nederlandse politiek. Van hen hangt af hoe het Nederland in de nabije toekomst zal gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten