vrijdag 12 april 2013

NOODLIJDEND NEDERLAND

Nederland heeft het moeilijk.


Op een gegeven moment vond ik dat ik aan ontwikkelingshulp moest doen, niet praten maar doen. Gepraat werd er al genoeg. Ik had op de Carmelieten HBS in Oss al geleerd dat je zoiets vanuit je hart moet doen, je medemens wat gunnen. Een kwestie van naastenliefde dus. Later kwam daar als vanzelfsprekend rechtvaardigheid bij en dan vooral sociale rechtvaardigheid. Die basis is eigenlijk nooit veranderd al is er in de loop der jaren natuurlijk af en toe hevig getwijfeld. Het zou niet goed zijn als dat niet het geval zou zijn geweest.

Een van mijn eerste twijfels was zoals bij alles wat je doet of het wel nut heeft? Dat begon al toen ik voor het VN ontwikkelingsprogramma in Mexico werkte. We hadden 5 miljoen dollar per jaar te besteden. Apenootjes als je keek naar de omvang van de problemen in dit enorm grote land met zijn krottenwijken zo groot als een miljoenenstad en een armoedig, ongeletterde platteland waar arrogante politici en gewetenloze zakenlieden de scepter zwaaiden. Bovendien werd beweerd dat de Mexicanen de uitvinders van corruptie waren.

Nederland heeft het de ene dag wat moeilijker dan de andere dag.

Moet je in zulk geval stoppen? Mijn Noord Amerikaanse VN baas vond van niet. Hij zag het VN ontwikkelingsprogramma als deel van het grotere VN geheel en de VN mag dan niet goed werken, soms zelf corrupt zijn, het is altijd beter dat men met elkaar blijft praten dan oorlog voeren. Praten kost geld maar oorlog voeren nog meer, was zijn korte maar krachtige filosofie. Ik was dat met hem eens en dus bleef ik in de VN geloven net als PvdA minister Pronk voor Ontwikkelingssamenwerking. Als jonge idealistische ontwikkelingswerkers vonden we wel dat Nederland af en toe harder aan de bel mocht trekken. Per slot van rekening was Nederland een van de grootste donors in de wereld.

In Nederland werd toen niet getwijfeld aan het beginsel van ontwikkelingssamenwerking. Wel werd er telkens naar betere wegen gezocht om de armoede en het sociale onrecht sneller en efficiënter uit de wereld te helpen. Dat leidde dan weer vaak tot allerlei trendy en modieuze aanpassingen van het beleid waar men in ontwikkelingslanden niet altijd veel van begreep. Ontwikkelingssamenwerking was toen in Nederland vooral ook linkse politiek. Op een gegeven moment werd het socialisme als de oplossing van alle kwaad gezien totdat bleek dat centrale planning van een economie in een onderontwikkeld land juist niet werkt. Daarvoor ontbreekt het aan kennis, deskundigen, betrouwbare maatschappelijke instellingen en instituten en vooral ook stabiele politieke verhoudingen.

Sommige Nederlanders hebben het iets minder moeilijk.

Maar ondanks al dat onderlinge vaak ook partijpolitieke gesteggel bleef in Nederland het hart op de goeie plaats zitten en dat is en blijft per slot van rekening de basis van alles. Rond de eeuwwisseling is daar echter de klad in gekomen. Met de crisis kwam de doorbraak van Wilders. Die begon ongegeneerd het eigen belang van de natie te verkondigen. Waarom zou je armoezaaiers in de rest van de wereld helpen als in eigen land de nood hoog is? Wilders verklaarde Nederland tot een noodlijdend land en verschafte daarmee aan iedereen die wilde het alibi om de rest van de wereld te laten vallen. Je zou het nog kunnen begrijpen indien Nederland echt een noodlijdend land zou zijn maar dat is het niet.

Materieel gezien is Nederland een van de rijkste landen in de wereld, geestelijk staat het er echter minder florissant voor. Nederland predikt dank zij Wilders en in zijn voetspoor Bolkestein en andere VVD corifeeën materiële welvaart als het hoogste goed wat een mens kan bereiken. Wat natuurlijk flauwekul is. Hoeveel geld en rijkdom je ook hebt, het kan nooit je leven vullen. Gek genoeg kan dat geestelijke rijkdom wel ook al ben je arm en behoeftig. Niet dat ik zo'n toestand aanbeveel maar het is toch wonderlijk hoe getroffen je kunt worden door gastvrijheid, solidariteit en vreugde in een naar onze begrippen armoedig milieu.

Nederlanders zoeken het geluk soms op het water.
De basishouding voor ontwikkelingshulp, naastenliefde en solidariteit, is als gevolg van deze nationale knieval voor het gouden kalf van het materialisme ook nog eens vergiftigd met egoïsme en jalouzie. Notities als die van Minister Ploumen over ontwikkelingssamenwerking, hoe goed bedoeld ook, kunnen daar niets aan veranderen. Daarmee komt de zaak niet verder dan wat partijpolitiek gesteggel, onderlinge belangenstrijd en gekrakeel over wie het gelijk aan zijn kant heeft. Onze enige hoop is dat de burgers en kiezers die kruideniersmentaliteit van Wilders en Bolkestein c.s. een keertje spuugzat worden en weer op zoek gaan naar zaken die er toe doen. Tot die tijd wordt het afzien.

6 opmerkingen:

  1. Een goede weergave alleen hebben de economische belangen verstrengeling er een totaal andere betekenis aan gegeven

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Belangenverstrengeling of een sluipende corrumpering van idealen?

      Verwijderen
  2. Ik denk dat ook meespeelt dat al die miljarden aan ontwikkelingshulp de zaak in veel landen niet echt vooruit heeft geholpen. Alle beetjes mogen dan helpen, maar als je na meer dan 50 jaar ontwikkelingshulp moet concluderen dat de armoede en ellende in de wereld nog lang niet zijn verdwenen, stel je je vragen. Overigens pleit ik hiermee uiteraard niet in het voordeel van Wilders. Ge kent me.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het ozu naïef zijn te denken dat je met ontwikkelingsgelden de armoede de wereld zou hebben uitgekregen. In de praktijk heb ik de ontwikkelingssamenwerking ervaren als projecten met een dialoog. dat veel projecten mislukken spreekt vanzelf kijk maar eens naar het Rijksmuseum dat vandaag met veel bombarie wordt geopend, 6 jaar te laat en met verspilling van miljoenen. Over al die andere projecten in een triple A land als Nederland zullen we het dan maar niet hebben.

      Verwijderen
  3. Terugdraaien van ontwikkelingshulp is eigenlijk niet veel anders dan landen in armoe vragen om ons land meer geld te geven om onze rijkdom op peil te houden.

    BeantwoordenVerwijderen