donderdag 21 februari 2013

JOOST MAG WETEN WAT KUNST MAG HETEN (II)

De hierboven afgebeelde happening gebeurde op de kunstbeurs Art Brussels van 2010. Happenings dateren van de jaren zestig als ik het goed heb. Een happening is een instant kunstgebeuren. Ik heb geen idee waarom de hierboven gefotografeerde gebeurtenis een 'instant kunstgebeuren' zou zijn. Het zijn mannen die verondersteld worden aan het werk te zijn met een of andere buis maar dat zijn ze niet echt. Het is een doen alsof. Ik kan me voorstellen dat mannen die hun brood verdienen met het echte werken met buizen, zich ergeren aan dit doen alsof. Het is alsof er met hun werk gespot wordt. Of dat ook zo is, weet ik niet. Wat dan wel de betekenis is van deze happening weet ik ook niet. Misschien spelen met het absurde? Ik heb zulke mannen in ieder geval al heel vaak in het echt zien werken. De hier afgebeelde act voegt daaraan niets toe.  

Vroeger, voor de uitvinding van de fotografie, werd een kunstwerk – schilderij of standbeeld - getoetst aan de werkelijkheid: lijkt het portret op de geportretteerde, is het een geloofwaardig landschap? Kijkers waren verrukt als de afgebeelde stillevens net echt leken. Alsof je je hand maar hoefde uit te steken om de bloemen en vruchten te pakken. Zelfs schilderkunstig uitgebeelde fantasielandschappen, mythes, legendes en bijbelverhalen konden getoetst worden aan de ervaring van de werkelijkheid. Hoe meer ze aansloten bij die ervaring van de werkelijkheid – ook emotioneel (romantisch) – hoe meer ze gewaardeerd werden.

Schilderijen waren daardoor een onderwerp van gesprek ook voor de niet ingewijde, de leek en de buitenstaander. Naast de ervaring van de werkelijkheid was daar ook nog het gevoel van schoonheid. Een moeilijk te definiëren begrip maar niettemin een door iedereen gedeeld begrip. Schilderijen moesten in die tijd ook mooi zijn, ook al konden smaken verschillen. Dat verschil was dan eventueel onderwerp van gesprek of soms twist.

Zij die meer wisten van de kunst van het schilderen, konden het werk ook nog eens ambachtelijk beoordelen. Klopten de afmetingen, de perspectieven, de anatomie van de afgebeelde personen, de gebruikte verf, de verfstreken, het kleurengebruik enz. Hoe zit het met het (zon)licht en schaduw? Tot slot nog de kwestie van het thema en de gebruikte compositie. Kortom, er was een hele reeks ambachtelijke criteria beschikbaar aan de hand waarvan je een kunstwerk kon beoordelen zowel voor leken als gevorderden in de schilderkunst.

Kom daar nu eens om. Hoe beoordeel je een abstract werk? De ervaren werkelijkheid valt weg als toetsingscriterium. Wat met het criterium schoonheid? Je vindt het mooi of niet mooi, het doet je wat of het doet je niks, je ziet er wat in of niet. Als leek kun je nog slechts terugvallen op je eigen ervaringen en inzichten. Je allerindividueelste ervaring van schoonheid, ontroering, droefenis, vreugde enz. is de maatstaf geworden voor een modern kunstwerk. Maar die ervaringen verschillen nogal eens van persoon tot persoon dus is het praten erover niet gemakkelijk. “Smaken verschillen” zeggen we dan of “over smaak valt niet te twisten”. Zo is er ook een einde gemaakt aan het idee dat een kunstwerk mooi zou moeten zijn. Sinds Marcel Duchamp een omgekeerde urinoir tentoonstelde, mag kunst zelfs ordinair zijn en laag bij de gronds.De moderne kunst is zodoende voor leken, zeg maar de gewone man en vrouw grotendeels ongrijpbaar geworden voor een gesprek en dus ook moeilijk om te delen met anderen.

Dit opgezette tijgerjong met verband heb ik ook op Brussels Art 2010 gefotografeerd. Het verband wekt de suggestie dat het arme dier gewond is. Waardoor zou hij gewond geraakt kunnen zijn? Dat weten we niet. Zou hij gewond zijn geraakt door te wild spelen met zijn tijger broertjes en zusjes? Is vader tijger uit zijn slof geschoten of misschien wel moeder tijger? Of misschien is hij door mensen verwond? In dat geval zou dit tijgertje een protest kunnen zijn tegen het verwonden van onschuldige kleine tijgertjes en dieren in het algemeen. Als dat de bedoeling is, dan hebben we hier te maken met geëngageerde kunst van een geëngageerde (op de maatschappij betrokken) kunstenaar. Geëngageerde kunst is in de moderne kunst een stroming op zich. 

Een reddingsboei in de verwarring kan de titel van het kunstwerk zijn of nadere uitleg van de kunstenaar. Daarmee levert de kunstenaar zelf het criterium aan ter beoordeling van zijn eigen kunstwerk. Dat maakt het iets gemakkelijker om zijn werk te beoordelen. Je kunt je afvragen of het wel klopt wat de kunstenaar zelf over zijn werk beweert. Een kunstenaar kan allerlei bedoelingen met zijn werk hebben maar of wij die bedoelingen delen met hem en/of met anderen is maar de vraag. Doorbreekt zijn werk een maatschappelijk taboe zoals hij zegt, laat het kunstwerk ons een andere kant van de werkelijkheid zien, worden we door het kunstwerk geconfronteerd met een nieuwe waarheid, wordt de burgerij inderdaad geshockeerd door het kunstwerk enz.? Moderne kunst lijkt tegenwoordig meer om de uitleg (het concept) van de kunstenaar en zijn hofhouding van museum en galerie te draaien dan om het kunstwerk zelf. Moderne kunst is uitlegkunst geworden.

De kunstenaar kan daardoor in ieder geval voortaan alle kanten op met zijn werk. Er zijn geen maatschappelijke conventies die hem kunnen tegenhouden net zo min als er nog ambachtelijke conventies zijn. Integendeel zelfs, kunstenaars die de maatschappelijke en ambachtelijke conventies aan hun laars lappen, worden juist daarom alleen al gewaardeerd en hoog geacht.

Als buitenstaander en leek sta je dan natuurlijk wel met je mond vol tanden. Je weet niet wat je ervan vinden moet. Je bent niet thuis in de kunstwereld en in de kunstgeschiedenis dus kun je niet meepraten. Je eigen ervaringen met de werkelijkheid tellen niet meer mee als criterium, je gevoel voor schoonheid is ook geen criterium meer en de maatschappelijke conventies waarmee je bent opgegroeid, deugen ook al niet meer als het om moderne kunst gaat. Het kunstwerk kan letterlijk alle kanten op. Kunst is voor een buitenstaander een doolhof geworden.

Dit rozige beeldje op Brussels Art 2010 zou wel eens van de Amerikaanse kunstenaar Koons kunnen zijn. Hij is immers gespecialiseerd in kitsch van de burgerman. Wat kitsch is laat zich moeilijk uitleggen maar het draait om afbeeldingen die verwijzen naar vluchtige gevoelens en aan de oppervlakte liggende sentimenten. Koons en vele andere kunstenaars lijken hiermee de draak te steken. Is dat hun manier om de burgerman en vrouw te bekritiseren? Ik weet het niet. Ik verdenk ze er wel eens van dat ze zelf ook wel graag in zulke gevoelens zwijmelen maar dat ze uit intellectuele schaamte er een intellectuele draai aan geven om zo alsnog te rechtvaardigen dat ze er mee bezig zijn.

Om het allemaal nog moeilijker te maken dan het al is, is ook het gemeenschappelijke verhaal verdwenen. Zo'n gemeenschappelijk verhaal bestond vroeger vooral uit bijbelverhalen gesteund door een algemeen aanvaard godsbesef. Zelfs toen Christenen onderling begonnen te bekvechten over het ware geloof, bleven de gemeenschappelijke bijbelverhalen overeind. Protestant, Katholiek, of Orthodox maakte niet uit, de verhalen bleven hetzelfde met alleen hier of daar een ander accent. Wie in een Russisch Orthodoxe kerk de muurschilderingen bekijkt zal daar dezelfde verhalen en personages afgebeeld zien als bijvoorbeeld in een Italiaanse kathedraal. Alleen de schilderstijl is anders.

Nu is er zo goed als geen gemeenschappelijks verhaal meer. Er zijn tientallen verschillende verhalen. In de moderne kunst van het begin van de 20ste eeuw wordt de mens op zichzelf teruggeworpen of is juist helemaal zichzelf geworden, het is maar hoe je het bekijkt. Voor dat gemeenschappelijk verhaal is de (Westerse) kunstelite in de plaats gekomen. Zij leveren ons met hun musea, galeries, kunstbeurzen, verzamelaars en veilingen tezamen met de kunstenaar hun verhaal, het ongewone verhaal, de artspeak, de concepten enz. mét de bijbehorende marktprijzen. Bij gebrek aan een gemeenschappelijk verhaal en gemeenschappelijke criteria -ambachtelijk of maatschappelijk – is er een grote kloof ontstaan tussen kunst met een grote K en de leek of de gewone man. De gewone man ervaart de Grote Kunst als intimiderend en daarom denkt hij er in stilte maar het zijne van.

3 opmerkingen:

  1. Juist omdat kunst tegenwoordig vaak onbegrijpelijk is, is het moeilijk de gewone man ervoor te porren!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Is sinds de klad in de kunst is geïntroduceerd de klad in de kunst gekomen?

    BeantwoordenVerwijderen