vrijdag 16 november 2012

'ONZE TANJA'


De inmiddels opgeheven Stichting Kinderactie Colombia heeft tientallen jaren weeskinderen als gevolg van het geweld op het platteland mee helpen opvangen in steden als Bogota en Villavicencio. De stichting werkte daartoe samen met de Nederlandse NOVIB, UNESCO en akties als bijvoorbeeld Wilde Ganzen. 

Zoals ik al voorspelde gebruikt de FARC de vredesonderhandelingen met de Colombiaanse regering in Havana om zijn imago van terroristen en drugsorganisatie op te poetsen tot dat van een romantische revolutionaire guerrilla organisatie van arme boeren die strijden tegen uitbuiting, onderdrukking en voor sociale rechtvaardigheid.(zie de blog 'FARC' van 19 oktober j.l.)


Misschien was dat 50 jaar geleden met de oprichting van de FARC als de gewapende arm van de communistische partij ook wel de bedoeling.Intussen heeft de val van de muur het communisme ontmaskert als dwingelandij gebaseerd op een onwerkelijk mensbeeld. Alleen nog de FARC en Havana geloven in het communisme en de revolutie.

Dat de FARC nog steeds gelooft in dit armoedige revolutionaire erfgoed stemt droevig. Ten eerste omdat de fundamenten ervan niet deugen en ten tweede omdat Colombia intussen een ander land is geworden. Colombia is in de loop der jaren verstedelijkt en behoort nu zelfs tot de snelste economische groeiers van Latijns Amerika.

Colombiaanse kinderen in een krottenwijk.
Dat er nog steeds armoede is op het platteland is mede te wijten aan het optreden van de FARC. Als gevolg van de voortdurende onveiligheid op het platteland zijn de afgelopen 50 jaar naar schatting 2,5 miljoen Colombianen naar stedelijke gebieden gevlucht. Een aantal dat op wereldschaal alleen nog maar overtroffen wordt door de burgeroorlog in Sudan. De gewapende strijd heeft het leven op het platteland bovendien volledig ontwricht met als gevolg tienduizenden gebroken gezinnen en even veel weeskinderen.

Als reactie op de gewapende strijd van de FARC hebben indertijd veel grootgrondbezitters eigen legertjes opgericht. Eerst bedoeld om zich gewapenderhand te beschermen tegen overvallen van de FARC later ontaardt in criminele doodseskaders die iedereen vermoorden waarvan ook maar in de geringste mate vermoed wordt samen te werken met de FARC.

Zou ‘onze Tanja’ dit allemaal niet beseffen? Denkt zij werkelijk dat ze ook maar iets heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van Colombia tot een meer sociaal rechtvaardig en welvarend land? Het is te hopen dat haar verblijf op Cuba haar enig besef brengt van de hopeloze dictatuur en armoede waar de Cubanen zelf in verzeild zijn geraakt dank zij hun revolutie. Cuba is op Haiti en Honduras na zo ongeveer het armste land van Latijns Amerika waar elke creatieve geestelijke ontwikkeling al sinds het jaar van de revolutie 1959 zo goed als stilstaat. 

5 opmerkingen:

  1. @Petrus: Goed en in mijn ogen ook erg gematigd blog van je.
    Ik zit met gekromde tenen de journalistieke avances tov van Tanja te volgen.
    Ik heb begrip voor een jong mens dat zich achter een ideaal schaard en zelfs bereid is ervoor te vechten. Maar ik kan niet begrijpen dat een gevestigde kritische journalistiek zo – voorlopig schijnbaar – naïef achter de zgn. romantiek van een lid van een guerrilla beweging – dat bloed van vele onschuldige en eenvoudige burgers aan de handen heeft – aanhuppelt. Het kan niet anders dan dat Tanja dat weet - van dat bloed van onschuldigen - anders zou ze zeker niet afgevaardigd zijn. Haar taalkundige kwaliteiten zullen ongetwijfeld voor de beweging van groot belang zijn, maar ze zal zonder meer ook politiek ideologisch 100% betrouwbaar moeten zijn voor hen.
    Als het een man was geweest zouden we haar hoogstwaarschijnlijk een huurling hebben genoemd.

    Toch hoop ik dat het intervieuw er komt, maar dan alleen door een werkelijke kritische journalist met kennis van Latijns Amerika. Wellicht leren we dan wat haar werkelijke beweegredenen kunnen zijn geweest en/of zijn geworden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @JP
    Geen verrassingen gelezen in de kranten. De gemiddelde Colombiaan zal zijn schouders ophalen bij het lezen van die verhalen.
    Wat ik altijd weer een groot raadsel vind is hoe mensen als Tanja erop komen om zoiets te gaan doen. In mijn studententijd ben ik er heel wat tegen gekomen en later in Latijns Amerika vooral Nicaragua. Toegegeven, dat waren salonguerrillero's maar ze geloofden er heilig in.

    Ik vroeg mij wel af of ze naar Nederland wil komen als een kans om te deserteren.

    BeantwoordenVerwijderen