Posts tonen met het label voltijds werken. Alle posts tonen
Posts tonen met het label voltijds werken. Alle posts tonen

zondag 16 februari 2014

HEKSENJACHT OP HUISVROUW


Het was niet moeilijk te bedenken dat de emancipatie van de vrouw tot zelfstandige verdiener moest leiden tot een twee-verdieners economie. Zo werkt de economie nou eenmaal. Eerst was de (economische) maat der dingen het gezin met een kostwinner. Dank zij de emancipatie van de vrouw werd het gezin van de tweeverdiener de (economische) maat der dingen. Die ontwikkeling kon je het beste zien in huizenprijzen. Navenant het aantal tweeverdiener gezinnen toenam stegen de huizenprijzen. Dat is de economische keerzijde die bij emancipatie hoort. De prijs die je voor emancipatie moet betalen. Dat hoort er bij.

Maar dat de emancipatie zou uitlopen op een heksenjacht op de huisvrouw had ik toch zo snel niet kunnen bedenken al zag ik de eerste tekenen daarvan al in mijn studententijd (jaren 70 vorige eeuw). In mijn naïviteit dacht ik dat we door de vrouwenemancipatie op weg waren naar een nieuw soort vrijheid waarin ieder zelf kan uitmaken hoe hij en zij hun relatie invullen. Ik had met mijn sociologische blik beter moeten weten. Die had me moeten waarschuwen voor het mechanisme van de groepsdruk om de nieuwe normstelling door te voeren.

Vrouwen die niet studeerden en geen carrièreplanning hadden, telden niet meer mee. Ze werden op zijn best als beklagenswaardig beschouwd en op zijn ergst als achterlijk. De vrouw die beweerde thuis te willen blijven voor de kinderen, kreeg een soort pariastatus. Dat begon al met het kinderen willen. Ook toen al werd dat als bijna misdadig beschouwd. Er was – ook toen al - genoeg ellende op de wereld, overbevolking dreigde en ook het milieu ging er op achteruit als gevolg van de massale aankoop van Lelijke Eendjes en Renault 4's onder studenten.

Thuis zitten met je kinderen was voortaan saai en vervelend terwijl buitenshuis een spannend beroepsleven op je ligt te wachten met bijbehorende sociale status, een eigen auto en andere nieuwe avonturen. Kortom, het echte leven lag buiten de deur en jij zou je als vrouw toch opsluiten in je huis? Gekkenwerk en vooral niet progressief, de nieuwe naoorlogse meetlat van de vooruitgang van de mensheid naar het eeuwige geluk. Maar het ergste was dat je door thuis te blijven en voor je kinderen te zorgen, je financieel afhankelijk was van je man en omgekeerd als je man liever huisman was.



Met deze opvatting begon pas de echte heksenjacht op de huisvrouw. Thuis blijven en voor je kinderen zorgen was niet alleen ouderwets en achterhaald maar ook nog financieel dom. Daarentegen was het progressief om kinderen te krijgen en met hulp van een werkster, crèches, kinderopvang enz. voor liefst hele dagen buitenshuis te gaan werken. Als de eigen lagere klasse dergelijke diensten niet meer goedkoop en desnoods zwart kon leveren dan maar hulp gehaald uit goedkope landen als bijvoorbeeld Polen of nog verder weg. Maar wat je als vrouw vooral niet moest doen, was je afhankelijk maken van je man (of omgekeerd de man maar daar hebben we het hier niet over).

Zo kwam de grootste omwenteling van de twintigste eeuw ongemerkt maar niet minder effectief tot stand. Stond eerst in een relatie het samen delen uit liefde, zorg of wat dan ook voor elkaar centraal nu draaide het voortaan om afhankelijkheid en gebrek aan vrijheid. Mannen en vrouwen die met part-time banen dachten te ontsnappen aan dit dilemma werden genadeloos afgemaakt door progressieve economen en andere intellectuelen die zich gesteund wisten door de statistieken, het nieuwe terreurwapen van onze tijd.

Die statistieken vertellen dat een op de vier of vijf min of meer vaste relaties in een scheiding eindigt. In een land waar iedereen zich tegen elke levensprobleem wil verzekeren, leidde dat onmiddellijk tot de conclusie dat je als vrouw (in het geval van de huisman als man) je daar dus maar meteen beter op kunt voorbereiden door buitenshuis te gaan werken en aldus financieel op eigen benen te kunnen staan. Dat is bovendien ook nog goed voor de samenleving want met een betaalde baan draag je pas echt bij aan de economie van het land en daarmee aan het collectieve geluk. Voor je gezin zorgen is een bijzaak die je beter aan andere goedkope betaalde of gesubsidieerde krachten kunt overlaten!

Daarmee zitten we bij de volgende stap in de heksenjacht. Wel studeren en niet voltijds gaan werken is diefstal van de samenleving en verdient bestraft te worden met uitsluiting. In feite gebeurt dat ook. De geschiedenis wordt herschreven met als vertrekpunt dat de huisvrouw door de eeuwen heen de sloof en seksslaaf van de man is geweest. De man ontmaskert als de kleine dictator die de vrouw door de eeuwen heen heeft onderdrukt.


Maar wat blijkt nu? Ondanks deze revolutionaire omwenteling blijkt het ideaal van de meeste vrouwen en mannen hetzelfde te zijn gebleven, namelijk samen te leven in liefde, elkaars zorg te delen en als het even kan kinderen te hebben. Zelfs homo echtparen streven dat na. Het klassieke huwelijk blijkt helemaal niet op sterven na dood te zijn zoals veel vooruitstrevende trendwatchers hebben gedacht. De meest gelezen bladen staan er vol van. Dus wat nu? Doorgaan op de ingeslagen weg of toch niet eens kijken of onze samenleving zich niet beter kan instellen op wat het leven van mensen rijk maakt zoals liefde, een vertrouwensband en gedeelde zorg?  

zaterdag 26 januari 2013

DIENSTMEISJES

Uit het fotoboek van mijn oma. Een ons onbekende dienstmeid, vermoedelijk een vriendin van haar.


Dat ik dit nog moet meemaken! Een pleidooi van Antoinette Vlieger in mijn lijfblad NRC Handelsblad ( 'Fulltime werken kan: met hulp in huis', 24/25 januari) voor het toelaten van meer buitenlandse hulp in Nederlandse huishoudens. De cirkel is rond. De Nederlandse vrouw moet voltijds kunnen werken en daarvoor is dus hulp in de huishouding uit het buitenland nodig. In mijn jeugd heette zo'n hulp dienstmeisje of recht toe recht aan werkster of in Vlaanderen poetsvrouw. Mijn oma aan vaders kant was voor dat ze trouwde dienstmeid geweest bij goeie families.

Ja, vrouwen moesten vroeger ook al werken. Niks nieuws onder de zon. Bitter noodzaak was dat. Teveel kinderen thuis, te weinig inkomen dus de dochters het huis uit als dienstmeisje scheelde al meteen een slok op een borrel. Als ze dan ook nog wat overhielden van hun kost en inwoning was dat mooi meegnomen voor de rest van het gezin. Want wat je verdiende was gezinseigendom en niet een zakcentje om leuke kleren voor te kopen of uit te gaan. Dat was voor dat soort mensen niet weg gelegd. Uitgaan deed je een keer in de week. Naar de zondagse mis.

Uit de discussie in NRC over parttime werkende vrouwen begrijp ik dat de Nederlandse vrouw van vandaag full time moet werken om straks niet in de armoedeval van het gebrekkige pensioen te vallen. Vertrouw niet op je partner of je kinderen maar alleen op jezelf als vrije en onafhankelijke vrouw is het devies. Wat je maar vrij en onafhankelijk noemt. Je hele leven loonslaaf om straks van je pensioen te genieten als je voor die tijd al niet onder de zoden ligt, dementeert of in een vervallen verzorgingstehuis bent ondergebracht door je ondankbare kinderen terwijl je ex zich ook nog vermaakt met een jong ding. Lach niet. Ik ken mannen die hun leven hebben vergald en hun dromen verknalt vanwege hun pensioen. Een andere baan zou hun pensioen in gevaar brengen. Dat komt ervan als je vrij wilt zijn en van het leven genieten met volledige garantie voor de toekomst.

Uit het fotoboek van mijn oma. Een onbekende vriendin vermoedelijk ook dienstmeid.

Mijn oma had geen mooie herinneringen aan haar tijd als dienstmeisje. De gang schrobben met koud water en zeep op je blote knieën, zo vertelde ze . De was doen in de winter was iets verschrikkelijks Je handen werden paars en rood. Poetsen, stoffen, vegen, bedden afhalen en opmaken, WC's schoonmaken enz. De vrouw des huizes was je baas en die waren volgens mijn oma nooit gemakkelijk. De moeder van mijn vrouw, de oma van mijn kinderen onderging voor, tijdens en na de oorlog hetzelfde lot. Maar haar bazen waren iets gemakkelijker: een kruideniersvrouw en een bakkersvrouw. Die hadden wel andere zorgen aan hun kop dan de mooie madam uithangen. Die hadden begrip voor hun dienstmeid.

Trouwen was voor hen een bevrijding van dit vernederende werk. Zo lang als het duurde, want het kan natuurlijk altijd misgaan in een huwelijk. Maar dat was nog altijd beter dan je leven lang de dienstmeid zijn bij een ander in huis. Je sliep onder het dak van een ander in een kamertje ergens achteraf, je at in de keuken van een ander, je moest de rommel en de rotzooi van een ander opruimen en altijd netjes gehoorzamen. Het chagrijn, geruzie, pesterijen van kinderen, de onhebbelijkheden van de vrouw en/of de heer des huizes moest je er allemaal bijnemen. Wat waren mijn oma en mijn schoonmoeder blij dat ze daar na hun trouw vanaf waren.

Wordt vervolgd