vrijdag 5 april 2024

36. AMERICA LATINA. FRANS ROSIER IN NEDERLAND

Kloosterkerk met rechts het Karmelieten klooster in Amstelveen waar Frans een bescheiden kamer had. Het klooster is opgeleverd in 1965 en in 1993 alweer gesloten. In die periode was het aantal kloosterlingen drastisch afgenomen. Het is vlak daarna afgebroken.

 

Terug naar mijn correspondentie met Frans Rosier. Aan het eind van het actiejaar 1973 ontvang ik een brief waarin hij, zoals na eerdere brieven viel te verwachten, zijn bezoek aan Nederland aankondigt.

“Tussen de slepende affaires van bezoeken, het beëindigen van mijn studie over Meissen (noot: een studie naar het leven in een grote armoede wijk van Bogotá waar ik al eerder over geschreven heb), vergaderingen en wat dies meer zij, wil ik je voor mijn vertrek uit Bogotá nog even schrijven. Mijn reis is momenteel vastgesteld op 15 januari. Ik denk over New York te reizen om daar even op verhaal te komen. Rondom 17 januari zou ik dan in Nederland kunnen zijn, maar die datum en het uur van aankomst zijn nog niet zeker. Wellicht weet je dat Alvaro de mogelijkheid heeft om vanaf Januari nog een half jaar naar Spanje te gaan. Ook hij heeft nog niet alles kunnen regelen, zodat het kan gebeuren dat ik in New York aankom terwijl hij in Madrid zit. Hoewel mijn gezondheid redelijk goed is, zie ik er tegen op om het enorme traject Bogotá-Amsterdam in één ruk te maken” (Bogotá, 23 december 1973)

Tussendoor schrijft hij enige troostende woorden over mijn veronderstelde frustraties, die er overigens best wel geweest zullen zijn maar misschien in een brief van mij zwaarder zijn aangezet dan ik ze voel. Zijn bezorgdheid doet me hoe dan ook goed met zoals gebruikelijk bij Frans toch ook weer een scherpe observatie.

“Uit je laatste brieven maak ik op, dat je je een beetje gefrustreerd voelt, afgezien van je geluk in het huiselijke leven. Toch ben ik er van overtuigd dat je veel doet niet zo zeer door een grote hoeveelheid activiteiten maar vooral door het simpele feit van te zijn zoals je bent. Daarvan hoef je geen boekhouding te maken.” (Fragment uit hierboven genoemde brief )

Aan het einde van de brief lees ik dat hij besloten heeft na zijn bezoek aan Nederland terug te keren naar Colombia. “Als de medische keuring in Nederland goed uitvalt, als er intussen geen wereldoorlog uitbreekt of andere overmachten zich doen gelden, is mijn plan rondom April weer naar Colombia terug te keren, al is het met minder middelen dan ik momenteel ter beschikking heb. Ik ben veel te lang in dienst van Den Haag geweest.” (Citaat uit bovengenoemde brief)

In een brief kort daarop ( 6 Januari 1974) vraagt hij me om hem op 17 januari om 7.15 uur ’s morgens te komen ophalen op Schiphol. Hij vraagt me de Karmel in Doddendaal te Nijmegen te waarschuwen dat ik hem kom ophalen zodat ze van daaruit geen moeite hoeven te doen voor een verre reis naar Schiphol.

Na enig heen en weer bellen blijkt dat er voor hem een kamer is gereserveerd in het Karmelietenklooster in Amstelveen. Ik bezoek hem daar wekelijks soms vergezeld van Diny en Floortje. Voor zover mijn werk het toelaat, vergezel ik hem ook op bezoeken in het land waarbij ik mij als een soort privé chauffeur op de achtergrond houd.

Zo brengen we een bezoek aan het Karmelklooster in Nijmegen. Frans zorgt dat ik een rondleiding krijg van een van de paters. Het is mijn eerste bezoek met rondleiding aan een klooster. In de bibliotheek krijg ik de volledige werken van Jan van het Kruis te leen.

Een langere rit brengt ons naar Friesland, naar een onbekende maar belangrijke en gezien hun villa zeker geen onbemiddelde familie. Frans wordt verwacht. Hij wordt door een, naar ik schat dienstmeisje naar binnen geleid terwijl ik in de deftige hal wacht zoals het een privéchauffeur betaamt. Pas op de terugweg krijg ik te horen dat hij op bezoek is geweest bij de Douwe Egberts familie. Via een stichting helpen zij jonge, veel belovende studenten uit landen waar zij koffie of andere producten kopen aan een beurs. Alvaro heeft zo een beurs gekregen om in New York te studeren en aansluitend nog een half jaar in Madrid te studeren.

Zoals verwacht, wijst het medisch onderzoek ter afsluiting van de contractperiode met Den Haag, niet op verborgen kwalen of ziektes die een terugkeer naar Colombia in de weg zouden staan. Frans vraagt daarop toestemming aan de Karmel om terug te mogen naar Colombia. Zodra die binnen is, begint hij zijn terugreis te regelen. Hoe hij het financieel rond moet krijgen, weet hij nog niet. Misschien dat een stichting die zijn werk ondersteunt, kan helpen. 

Ik weet niet meer van wie het idee komt om gedrieën naar Madrid te reizen. Ik denk eigenlijk Frans. Hij kan dan vanuit Madrid naar Bogotá vliegen en wij per auto terug naar Nederland samen met het gezin van Alvaro. 


1 opmerking: