vrijdag 18 november 2022

4. TERUG NAAR NIJMEGEN. BANANEN BOOT

 

 

Bovenstaande foto van een sjouwer met trossen bananen is niet in Colombia gemaakt maar jaren later (1979)  in het centrum van de hoofdstad San José van Costa Rica. Bananen zijn voor een groot aantal landen in de Caraïben een belangrijk exportartikel.

De koers van het schip is nog steeds niet richting Amsterdam. We varen in tegengestelde richting, westwaarts naar het havenstadje Turbo vlak onder Panama. We komen in de nacht aan. De haven komt bij binnenvaren direct tot leven. In de diepe duisternis duiken links en rechts lichten op en in een mum van tijd zie ik in het schijnsel van lampen mannen oplichten bezig aan een lopende band waarop dozen met bananen die naar het ruim worden gevoerd. Dat gaat zo de hele nacht door. 

Ik kijk er naar zoals je naar een film kijkt. Je bent er bij en toch niet. Ik zit als toeschouwer in een scène uit de romantische Banana-boat song van Harry Belafonte: daylight come and we want to go home, day-o, the day-oh, the day o. De melancholie van het lied overvalt me. Het is een heimwee naar iets wat ik niet ken en vermoedelijk ook nooit zal kennen. Een heimwee naar een thuis dat tegelijk nergens is en overal. Het is de romantiek van een verlangen naar eeuwigheid die zo besef ik maar al te goed nooit verder zal komen dan dat verlangen. Het is een vergeefse zoektocht die je toch moet maken.

Hoe romantisch de scènes in het licht van de schijnwerpers op het schip ook zijn, de banaan is voor Colombia allesbehalve romantiek. Het is een exportproduct dat opgeëist wordt door buitenlandse, vooral Noord Amerikaanse bananenplantages. In het boek "Honderd jaar eenzaamheid" van Colombia's beroemdste schrijver Gabriel Garcia Marquez  komt een passage over een staking op een banenplantage voor. De staking wordt in het bloed van de stakers gesmoord.

In het boek is het niet meer dan een voetnoot in de honderdjarige geschiedenis van het dorp Macondo dat ergens ver weg in de jungle ligt, ver van de beschaving en toch dichtbij genoeg om er door beïnvloed te worden. In dat dorp heerst het geslacht der Buendia's dat op zich niet goed of slecht is. Het zijn mensen die zoals wij zelf  in een wereld zijn die ze maar half begrijpen of eigenlijk helemaal niet.  

Is het dorp Macondo een metafoor voor Colombia of misschien wel voor de wereld, voor ons allemaal? Leven we niet allemaal, geen enkeling uitgezonderd, in een dorp als Macondo dat ondanks misdragingen, misvattingen en liefdeloosheid stand houdt? Dat zou zo maar kunnen, want wie weet nu eigenlijk de weg in de wereld, waar die naar toe gaat en wat de bedoeling van dit alles is? Niemand toch.

De volgende ochtend zijn de lichten uit, ligt de lopende band stil  en staan de kranen zwijgend toe te kijken. De buik van het schip ligt vol met bananen. Tijd om naar huis te gaan om de bananen daar op de kade in Amsterdam uit te spuwen. Al eeuwen lang spuwen schepen hun lading of hun buit uit op de kades van Amsterdam. De stad is gebouwd op de opbrengst van de jacht overzee. Amsterdam is een oude Wereldstad die overal ter wereld datgene binnenhaalt waar het aan kan verdienen. 

Aan tafel tijdens de lunch, legt de kapitein ons het hoe en wat uit van bananentransport. Als leek denk je dat het simpelweg een kwestie is van bananen plukken, de boot in en hup naar de supermarkt. In de praktijk moeten de bananen net voordat ze rijp zijn, geplukt worden. Dat komt nauw. Wat ook nauw komt is dat tijdens het vervoer overzee de temperatuur in het bananenruim zo wordt gehouden, dat ze niet te hard rijpen want dan komen ze overrijp aan in de supermarkt. Dat kan wel eens mis gaan wat verlies betekent voor de exporteur en de rederij. Maar bananenexport is en blijft winstgevend. 

(wordt vervolgd)

1 opmerking:

  1. Die bananen maken een hele wereldreis voordat ze in Nederland in de supermarkt liggen.

    BeantwoordenVerwijderen