Hoe is het Nederlandse politieke landschap veranderd sinds de Tweede Wereldoorlog? In deze blog bekijken we de werdegang van de Christelijke partijen als groep.
De christelijke groep bestaat uit alle zich christelijke noemende partijen ongeacht de soms grote verschillen tussen die partijen.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1946 behalen deze christelijke partijen -KVP, ARP, CHU, SGP, GPV - 54% van de stemmen. Tot aan 1963 blijven ze boven de 50% halen. Het zal duidelijk zijn dat christelijke politiek na de Tweede Wereldoorlog, de jaren van de wederopbouw, in het Nederlandse politiek landschap domineerde.
In 1967duiken ze voor het eerst onder de 50%, in 1972 onder de 40%. De tijd dat de christelijke partijen de koers van de Nederlandse politiek bepalen lijkt voorbij.
Precies in die periode besluiten de drie grote christelijke partijen KVP Katholieke Volkspartij), ARP (Anti-Revolutionaire Partij) en CHU (Christelijk Historische Unie). te fuseren tot het CDA (Christen Democratisch Appél) met de bedoeling de christelijke politiek in het centrum van de politiek macht te houden.
Dat lukt aardig. Weliswaar niet meer met 40% of meer van de kiezers maar vanaf 1972 tot 1989 behaalt het CDA meer dan 30%. 1989 is een hoogtepunt met zelfs 39% van de stemmen.
In de periode van 1994 - 2006 handhaaft de christelijke groep zijn aandeel in de kiezersgunst variërend tussen de 20 en 30%. Nog altijd een belangrijk aandeel.
Pas in 2010, dus ruim 50 jaar na de Tweede Wereldoorlog, duikt het aandeel christelijke kiezers voorgoed onder de 20% met een kleine uitschieter bij de laatste verkiezingen (2023) van 23%. Dit is dankzij de deelname van de NSC en in mindere mate de BBB. De 2 partijen kunnen beschouwd worden als christelijk conservatieve partijen, elk met een eigen achterban.
Het CDA, tot dan het bolwerk van de Nederlandse christelijke politiek, komt in 2023 niet meer verder dan 3% van de kiezers. Is dit een teken aan de wand? Verdwijnt het CDA voorgoed uit het centrum van de macht?
Twee andere partijen RPF en GPV fuseerden aan het begin van de 21ste eeuw tot de Christen Unie eveneens met de bedoeling zich beter te weren in de vaderlandse politiek. Voor de fusie behaalden ze samen ongeveer 3% van de kiezers. Na de fusie werd dat niet veel meer.
De christelijk georiënteerde kiezersgroep omvat de dag van vandaag ongeveer 20% van de totale kiezersbestand (goed voor ongeveer 30 zetels), verdeeld over het CDA, de NSC, BBB, CU en SGP. Gezien de immer voortschrijdende secularisatie waardoor ook het christelijke gedachtengoed verloren raakt, is de verwachting dat dit aandeel niet meer groter zal worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten