vrijdag 6 april 2018

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 33

Echtpaar in Antwerpen, oktober 1993

Na mijn voorgaande uitstappen naar de politieke actualiteit in België, gaan we terug naar de tijd van Koning Willem I van de Verenigde Nederlanden, die onder bescherming van de toenmalige Europese grootmachten (Congres van Wenen 1814-1815) probeerde te herenigen wat gescheiden was door de Tachtigjarige Oorlog. De poging tot hereniging van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden strandde al na 15 jaar en leidde zelfs tot de oprichting van de nieuwe Europese natie België. 

Waarom faalde deze poging tot vereniging terwijl de beide landsdelen toch ook de Nederlandse taal deelden en enkele eeuwen geschiedenis? Denk bijvoorbeeld aan het Hertogdom Brabant dat zich uitstrekte van Brussel tot den Bosch. Veel van de oorzaken die leidden tot de nieuwe scheiding zijn in voorgaande blogs besproken. 

Zo was het Zuidelijke landsdeel katholiek, net als de voormalige Generaliteitslanden, dat waren de overwegend katholieke landsdelen die met de Vrede van Munster in1648 onder het Staatsgezag van de protestantse Republiek kwamen. De katholieke kerk in het Zuiden vreesde protestantisering en verlies aan macht en invloed onder een protestantse koning zoals de Generaliteitslanden was overkomen. 

Ten tweede moest de Franstalige elite, ook die in Vlaanderen, weinig hebben van het Nederlands als voertaal en vreesde al evenzeer verlies aan politieke en economische macht en invloed. Ten derde stonden de liberale intellectuelen afwijzend tegenover het autoritaire regiem van koning als Willem I. Ten vierde vonden ze allemaal dat de Zuidelijke Nederlanden ondervertegenwoordigd waren in het landsbestuur te Den Haag.

En de Noord Nederlanders, wat dachten die van hun nieuwe Zuidelijke landgenoten? Zagen ze het als een soort Generaliteitslanden met een overwegend katholieke bevolking en een clerus die in wezen niet te vertrouwen waren zoals ten tijde van De Republiek? Beschouwden ze de Zuidelijke Nederlanden als een aanwinst of als een blok aan het been?


Met de Franse bezetting van Nederland omstreeks 1795 was weliswaar een einde gemaakt aan de discriminatie van de Generaliteitslanden. Maar dat wil nog niet zeggen dat daarmee de integratie van deze landsstreken was voltooid. Een ding is de (politieke) barrières tot integratie opheffen, een ander ding is de nieuwkomers te aanvaarden als volwaardige medeburgers. Dat gold dus zeker ook voor de nieuwkomers uit het Zuiden, hoezeer koning Willem I ook zijn best deed om de integratie van Zuid en Noord te versnellen door allerlei economische, culturele en politieke maatregelen.

(verschijnt elke vrijdag)

2 opmerkingen: