woensdag 28 maart 2018

DWARS KIJKEN IN MUSEUM MORE TE GORSSEL

Wim Schuhmacher, Dubbelnaakt in Landschap 1937.
Het is een schilderij als een poesieplaatje met op de 
achtergrond zo te zien  
San Gimignano waar Schumacher graag was.
Hij was trots op zijn  gladde schildertechniek, geen penseelstreek te zien.
Ook geen kleurcontrasten. Hij wordt de meester van het grijs genoemd.
Je kijkt naar een onbezorgd plaatje van twee vrouwen
die in het landschap naakt zitten te wezen.

De een is bezig met haar haren, de ander staart in de verte terwijl ze haar
laken vastklemt tegen haar borst. Vanwaar dat laken?
Waar gaat het schilderij over?

Erotisch is het niet of in die tijd nog wel?
Ik zie hoe dan ook geen erotische spanning en
als die er al was, is die gladjes weg gepenseeld.

Charley Toorop, Zelfportret, 1940
Ze kijkt met grote haast verschrikte ogen en opgetrokken wenkbrauwen 

 alsof ze schrikt van zichzelf in de spiegel. 
Haar kapsel en bontkraag versterkt dat effect.
En waarom dat harde zonlicht met zijn sterke contrasten? 

Is dat een uitdrukking van vastberadenheid?
Als een van de weinige vrouwelijke schilders had ze moeite om
overeind te blijven in het schilderwereld, zo lees ik op een bijschrift
van het museum.

Wim Schuhmacher, Bloemen in vaas, 1913
Ik zie dit schilderij van Schuhmacher veel liever dan Het Dubbelnaakt 
dat hierboven staat. Het mag dan technisch niet zo goed zijn,
het is wel van een grote tederheid, groter dan waarmee die twee naakte

vrouwen zijn geschilderd. 
In dat dubbelnaakt overheerst de techniek.
Hier minder techniek maar meer gevoel en betrokkenheid.

In dit schilderij uit de beginperiode van Carel Willink, 
de jaren dertig van de vorige eeuw, zie je de aanloop naar
zijn  latere beroemde en bekende magische of surrealistische schilderijen.
Kapotte huizen, dreigende luchten versterkt door lichtval, 

suggereren onheil, ondergang en oorlog.
Er zijn geen mensen. Dood, gevlucht?
In zijn latere schilderijen vergroot hij de contrasten die we hier al aantreffen:
monumentale huizen onder dreigende luchten waartussen 

een vervreemdende leegte hangt, met of zonder mensen.

 

Raoul Hynckes, Zelfportret 1929
Een tragisch schilder zo vertelt ons het museum op een bijschrift.
Hij vluchtte tijdens de eerste 
wereldoorlog uit zijn land België naar ons land.
"Na een persoonlijke crisis vernietigde Hynckes in 1924 veel van zijn impressionistische landschappen. 

Hij richtte zich voortaan op het stilleven en verruilde de heldere kleuren 
uit zijn vroeger werk voor een veel donkerder pallet."
Hij is in ons land blijven wonen.
Ik lees op kunstbus.nl dat hij in Nederland succes heeft gehad als magisch realist.
Opvallend is dat hij na de Tweede Wereldoorlog naast stillevens
(vaak met de dood als onderwerp) hij toch weer helder gekleurde
landschappen en dorpsgezichten is gaan schilderen.


Joop Moesman, Vloed (1935)
Ik hou van dit soort schilderijen.
Er spreekt een gevoel van eenzaamheid uit en tegelijk verzoening daarmee.
Met behulp van de uitgelichte voorgrond en het dreigende wolkendek boven
een uitgestrekte zee, die eindigt in een lage horizon,
schept hij een leegte die het gevoel van eenzaamheid versterkt.
De handdoek over het muurtje doet de rest.
Het licht doet me denken aan de kustplaats Swakopmund in Namibië.
Het schilderij doet ook denken aan werken van de Amerikaanse schilder
Edward Hopper.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten