vrijdag 2 maart 2018

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 28

Het intussen afgebroken geboortehuis van de Vlaamse schrijver Gerard Walschap (1898-1989) 
tegenover de parochiekerk van het kerkdorp Sint Jozef, gemeente Londerzeel. (Foto 1998)

Gerard Walschap wilde missionaris worden, grootse dingen doen en volkeren bekeren. 
Hij studeerde voor priester in Leuven maar ontdekte dat het celibaat niks voor hem was. 
Hij wilde schrijver worden met als voorbeeld grote Russische en Scandinavische schrijvers 
en weg van de brave anekdotische, folkloristische vertellingen van zijn vrienden 
Felix Timmermans, Ernest Claes en Stijn Streuvels. Ondanks aanvallen van de 
katholieke kerk op zijn werk, werd hij nog tijdens zijn leven een gevierd schrijver. 
De ironie wil dat het plein voor de kerk waaraan ook zijn geboortehuis stond 
het Gerard Walschapplein is gaan heten. (Wikipedia:Gerard Walschap)

Zouden de overwegend katholieke Vlamingen in het Verenigde Koninkrijk der Nederlanden meer kans hebben gehad zich te ontvoogden dan in het onafhankelijke België? Een hypothetische vraag waar nooit een echt antwoord op is te geven maar kan wel helpen om nog eens scherper naar de geschiedenis van de Vlamingen te kijken.

Om te beginnen geven Vlamingen zelf zo nu en dan tussen neus en lippen toe dat de onafhankelijkheid voor Vlamingen een vergissing geweest is. Zwart op wit schrijven zullen ze dat niet gauw daarvoor is het Vlaams ongemak met Nederland te groot, maar het wordt ondertussen wel gezegd. Na bijna 200 jaar onafhankelijkheid is het hun bevinding dat het Vlaams meer kansen had gehad zich tot een eigen landstaal te ontwikkelen in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden dan in het onafhankelijke België. 

Na de Belgische onafhankelijkheid deed de Franstalige elite, inclusief de Vlaamse Franstaligen, er weinig of niets aan om te voorkomen dat het Vlaams een onbenullig dialect werd, een proces dat pas na heel veel Vlaamse strijd is gestopt. Daarvoor was uiteindelijk wel een taalgrens nodig. Sinds het einde van negentiende eeuw is dankzij die strijd het Vlaams uit zijn schulp in dorpen en steden kunnen kruipen en is het mede geruggesteund door het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN) van een derderangs taal een eenheidstaal geworden. De verfransing van de hoofdstad Brussel is dankzij de taalgrens en de federalisering zo goed als gestopt maar niet teruggedraaid. 

“In de periode 1961-1963 werd de taalgrens wettelijk en definitief vastgelegd na een lange periode van taalstrijd. Sinds 1921 was het zo dat het taalregime van een gemeente kon worden aangepast op basis van resultaten van de tienjaarlijkse talentelling. Zodra een minderheidstaalgroep meer dan 20% (en vanaf 1932, meer dan 30%) van de bevolking uitmaakte, konden taalfaciliteiten afgedwongen worden. Een gemeente kon zelfs van taalregime veranderen indien de vroegere minderheidsgroep volgens de telling een meerderheid was geworden. De resultaten van een aantal talentellingen en van deze van 1947, de laatste die werd gehouden, gaven meermaals aanleiding tot politieke heibel. Vooral aan Vlaamse zijde werd een aantal resultaten betwist, en de volgende telling die zou doorgaan in de jaren 50 kwam er niet meer nadat een aantal Vlaamse burgemeesters weigerde ze uit te voeren. De evolutie van de cijfers tussen 1930 en 1947 (de telling in 1940 ging niet door vanwege W.O.II), was voor sommige gemeenten dan ook bepaald opmerkelijk te noemen, zo telde het stadje Edxngen in 1930 nog 51% Nederlandstaligen, en in 1947 nog slechts 11%, een verschil dat niet door migratie te verklaren is; wel is duidelijk dat de ontwikkelingen tijdens de oorlog een grote invloed hadden op de naoorlogse stemming. In de zes dorpen van de Voerstreek deed zich een vergelijkbaar fenomeen voor, waren er in 1930 nog 81,2% Nederlandstaligen dan was dit aantal in 1947 tot 42,9 geslonken. Bij de wettelijke vastlegging van de taalgrens werd daarom meteen besloten dat de officiële tienjaarlijkse talentelling afgeschaft werd.” (Zie Wikipedia: Taalgrens in België)

Het verloop van de geschiedenis van de taalstrijd laat zien hoe taai en langdurig die strijd sinds het begin van de Twintigste Eeuw is geweest. Dit zou binnen het Verenigd Koninkrijk vermoedelijk heel anders zijn verlopen. Met het Nederlands als meerderheidstaal en als overwegend administratieve en bestuurlijke voertaal zou het Vlaams zich veel sneller hebben kunnen ontwikkelen tot de landstaal die het nu is. Het Frans zou  meer beperkt zijn gebleven tot Wallonië en Brussel minder verfranst. 

(verschijnt elke vrijdag)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten