dinsdag 12 september 2017

DE EENZAAMHEID VAN DE ONGELOVIGE 5

Dit is een van de paar foto's in ons familie archief waarop de auto staat waarmee mijn vader
en ik in de zomer van 1960 door Noord Oost Brabant en Limburg reden.
De foto is in 1962 gemaakt toen mijn vader op het idee kwam om met zijn drie mannen
 te gaan kamperen zoals we bij de verkenners geleerd hadden.
De tocht ging naar Clairvaux in Luxemburg.

Als district bestuurder van Sint Joris, de katholieke bond voor arbeiders in de voedings- en genotmiddelen industrie (bakkers- en slagers knechten, sigarenmakers enz.) in de regio Oost Brabant en Limburg, is mijn vader altijd onderweg om bijstand te verlenen aan zijn leden. In die zomer waarin ik ben blijven zitten in de tweede klas van de HBS, rijden we door zijn het hele gebied, tot aan Maastricht toe. 

Soms praten we wat, de meeste tijd zwijgen we. Op de terugweg als het al donker wordt, mag ik luisteren naar radio Luxemburg, als het maar zachtjes is. De verlichte radioschaal is als een schemerlamp die het gezellig maakt in de auto.  Onderweg stoppen we om te eten bij een frietkraam of snackbar. Mijn vader was zuinig met zijn onkostenvergoeding. Er zijn thuis meer monden te vullen.

Ik hoor voor het eerst van mijn leven iets over arbeidsproblemen van bakkers- en slagers-knechten. De een krijgt zijn rechtmatige vakantiegeld niet, de ander mag zijn vakantie dagen niet opnemen, weer een ander ontvangt te weinig loon en zo verder. Het is altijd wat. Hij probeert ter plekke het conflict op te lossen zodat er geen rechter aan te pas hoeft te komen. Dat is voor alle partijen beter. Het gaat vlugger en zet de arbeidsverhoudingen in zo een klein bedrijf niet op scherp. Soms rijden we met een krentenbrood of een flinke metworst naar huis als dank voor zijn bemiddeling.


Door dit alles is hij veel van huis. Mijn moeder heeft het daar moeilijk mee. Ze mist zijn gezag om orde bij de jongens in huis en aan tafel te houden. Naarmate ze ouder wordt, werkt de drukte op haar zenuwen. Als hij thuis is vraagt ze hem dringend in te grijpen tot herstel van de orde. Hij heeft daar een hekel aan maar plichtsgetrouw waarschuwt hij ons op te houden. Mijn moeder vindt het niet krachtdadig genoeg. Ze wordt er soms moedeloos van.



(verschijnt elke dinsdag)


1 opmerking: