vrijdag 13 november 2015

GESPREK MET JEROEN BOSCH

Twee portretten van naar men aanneemt de Brabantse schilder Jheronimus Bosch. Het portret links is van Jacques le Bouqe (naar een onbekende meester), Ca.1550. Zijn volledige naam is Jheronimus Antonissoen van Aken (zijn ouders kwamen uit Aken). Zijn bijnaam "Den Duvelmakere", een bijnaam die volks aandoet, wat erop zou kunnen wijzen dat Bosch een bekende schilder in den Bosch). Hij is geboren ca.1450 en gestorven in augustus 1516. Zijn geboorteland was het Hertogdom Brabant, tegenwoordig Nederland. De gravure rechts is van Hieronymus Cock gepubliceerd in 1572.

Ik kwam Jeroen Bosch tegen. Op de Markt in den Bosch vlak bij zijn woning. Ik was verrast, zo vaak zie je hem niet in den Bosch, net zo min als zijn schilderijen. In den Bosch zelf hangt nergens een schilderij van deze wereldberoemde schilder, niet eens in de kathedraal. In Antwerpse kerken daarentegen hangen schilderijen van wereldberoemde Antwerpse schilders als Rubens, van Dyck en Jordaens.

Als je wat wil zien van Bosch moet je naar Rotterdam of zelfs helemaal naar grote Europese hoofdsteden als Madrid, Lissabon of Wenen. Ik vraag aan Bosch hoe dat komt? Waarom is er niet een schilderij van hem in den Bosch gebleven en waarom zo weinig in Nederland? Alleen het Rotterdamse Boymans van Beuningen heeft er een paar. Hij kijkt meewarig terwijl hij zijn schouders een tikkeltje hopeloos optrekt. Hij weet het niet.

Ik dring aan. Als lid van het plaatselijke Lieve Vrouwe Broederschap was je in deze stad toch geen onbekende? Buiten den Bosch trouwens ook niet. Je hebt schilderijen gemaakt voor koningen en hertogen, dus daar kan het allemaal niet aan hebben gelegen. Bosch zwijgt. Ik vraag of hij onenigheid heeft gehad met het kerkbestuur, want je weet maar nooit, en kochten die daarom geen werk van hem voor een of andere kapel in de kathedraal? Of was het omdat zijn ouders uit Aken, Duitsland kwamen? Of waren zijn schilderijen te duur voor Bosschenaren en Hollanders in het algemeen? Want ook dat is mogelijk. Nederlanders hebben niet zoveel met kunst, zeker niet als je er voor moet betalen. Het is geen betalingsmiddel, je kunt het niet eten en het geeft ook geen rente. Alweer geeft hij geen antwoord.

De Markt van den Bosch. Bosch zou gewoond hebben in het vierde huis van links. (Foto 2007)

Ik vertel hem dan maar dat den Bosch het nu 500 jaar na zijn dood allemaal goed wil maken met hem en uitpakt met een Stichting Jheronimus Bosch 500 die van alles organiseert ter herdenking van zijn 500ste sterfdag. Er is zelfs -zeg ik hem – “Het Bosch Research and Conservation Project”, een internationaal onderzoek naar zijn complete werk. Het onderzoek heeft een nieuwe Bosch opgeleverd, de tekening “Hellelandschap” . Maar het onderzoek heeft ook aangetoond dat een oud werk niet van hemzelf is maar van zijn leerlingen.

Wat hij daarvan vindt en of het waar is? Nu haalt hij achteloos zijn schouders op. Dat is toch onbelangrijk. Het gaat er toch om wat er op die schilderijen staat en niet om wie nu precies wat heeft gemaakt, zegt hij. Ik kijk hem verbaasd aan en besef dat we al 500 jaar geen tijdgenoten meer zijn. In zijn tijd was het belangrijk wat er op een schilderij staat, in mijn tijd is dat nauwelijks meer van belang.

De Hooiwagen is het middelste paneel van een drieluik. Het rechterpaneel stelt het paradijs voor, het linkerpaneel de hel. De Hooiwagen is dus letterlijk het midden tussen paradijs en hel, een keuze die eeuwenlang door de Katholieke kerk aan de mensen is voorgehouden en waar Bosch ongetwijfeld in geloofde. Er bestaan twee versies van het luik. Beiden zijn in Spanje, in het Pardo te Madrid en in het Escorial, het voormalige paleis, abdij en kasteel van Koning Filips  II (1527-1598)

Ik leg hem uit dat kunst vooral om geld draait. Het is de kunstmarkt die bepaalt wat een schilderij waard is, de wet van vraag en aanbod waarbij ook nog eens flink wordt gespeculeerd en opgelicht. Bosch zucht en stelt vast dat er dus na al die honderden jaren niks veranderd is. Hij verwijst naar zijn triptiek “De Hooiwagen” waarin hooi staat voor geld. Achter de hooigeldwagen lopen de autoriteiten, de hoogwaardigheidsbekleders maar ook de gewone mensen. Ze aanbidden het hooigeld, ze plegen er moord en doodslag voor, ze liegen en bedriegen.

Nee -zeg ik - er is niks veranderd in al die 500 jaar en er zal de komende 500 jaar ook niks veranderen. De enige verandering is misschien dat er dank zij wetenschap en techniek nog meer verstrooiing onder mensen is gekomen zodat er geen tijd overblijft voor een geestelijk leven. Iets waar ze in jouw tijd nog wel mee bezig waren. Zo te zien op het schilderij hield God zich toen nog bezig met de wereld. Dat is verleden tijd. Sindsdien wordt het ideaal van een geestelijk leven door de meeste mensen afgedaan als ouderwetse nonsens. Nou, dan weet je het wel. Bosch draait zich mismoedig om en loopt naar huis met het voornemen om de komende 500 jaar zich niet meer te laten zien.

2 opmerkingen:

  1. Er is nog veel te veel geestelijk leven aanwezig. Zelfs in een seculier Nederland merk je de invloed daarvan nog iedere dag.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik weet niet wat je bedoelt. Je wilt meer consumptiemaatschappij, oppervlakkigheid, geestelijke gemakzucht meer vermaak en sensatie in plaats van geestelijk leven?

      Verwijderen