zaterdag 8 juni 2013

DE FRANSTALIGE VLAAMSE DICHTER

Standbeeld van de Franstalige Vlaamse dichter Emile Verhaeren aan de Schelde bij St. Amands. Verhaeren staat vol in de wind. Zijn jas flappert in dezelfde windrichting als de beide vlaggen. Met zijn linkerhand houdt hij als het ware bezwerend een vel papier in de wind. Links de Belgische driekleur, rechts de Vlaamse leeuw. Symbolischer kan het niet. 


Dit uiterst merkwaardige beeld zie ik al jaren. Ik kom het tegen op mijn 'kleine Schelderondje', een van mijn fietsroutes langs de Schelde. Het beeld staat aan de Schelde voor een paar restaurantjes in de gemeente St. Amands. Ik weet dat het een beeld is van de dichter Emile Verhaeren (1855 – 1916) die in St. Amands geboren is. Een merkwaardig beeld voor een merkwaardige dichter want hij schreef zijn gedichten niet in het Vlaams maar in het Frans.

Dat is niet wat je verwacht van een Vlaming maar vroeger was dat normaal. Het Frans was de voertaal van de burgerij, ook in een dorp aan de Schelde. Op de lagere school sprak hij met zijn schoolvrienden wel het plaatselijke Vlaams, zo lees ik op de aan hem gewijde website. Daar lees ik ook dat zijn verfransing werd voltooid door een strenge jezuïtenopleiding in Gent. Toentertijd de normale gang van zaken.

Ondanks deze achtergrond heeft hij dus een standbeeld gekregen in zijn geboorteplaats en een museum. Natuurlijk stelt men zich nu de vraag of een Franstalige Vlaamse dichter wel zoveel eer bewezen moet worden? Je kunt je voorstellen dat Vlaamse nationalisten en puristen daar anders over denken. Niettemin zijn er Vlamingen die niet zo over hun eigen geschiedenis denken. Er is zelfs een Emile Verhaeren Genootschap dat het provinciaal museum Emile Verhaeren in St. Amands beheert.

Over de vraag of Emile Verhaeren nu wel of geen Vlaming is, schrijft het Genootschap het volgende:

Verhaeren, een Vlaming ?
Geen auteur, zelfs geen Nederlandstalige, heeft Vlaanderen met zoveel liefde als Verhaeren bezongen. Niettegenstaande zijn vernieuwingsdrang op artistiek vlak, was hij een kind van zijn tijd. Wie school liep, studeerde in het Frans. Wie schreef, schreef in het Frans. En wie schrijver werd, had nauwelijks een andere keuze dan te opteren voor het prestigieuze Frans.
Toch voelde Verhaeren zich Vlaming in hart en nieren (“et pourtant, je suis le fils de cette race ”). Zijn oeuvre wordt getekend door een immense liefde voor Vlaanderen, vanaf zijn debuutbundel Les Flamandes (1883) tot de vijfdelige cyclus Toute la Flandre (1904 - 1910). Maar Verhaeren moest ook ervaren dat zijn verzen en zijn proza het Vlaamse volk niet bereikten. Pas met de oprichting van het tijdschrift Van Nu & Straks (1893) kregen Vlaamse schrijvers de kans in het Nederlands te schrijven. Voor Verhaeren was het echter te laat om nog over te schakelen naar het Nederlands.
Maar deze sombere medaille heeft ook een lichtende keerzijde. De Fransschrijvende Verhaeren heeft Vlaanderen op de Europese literaire kaart gezet. Frans was immers de enige cultuurtaal waarin men heel Europa kon bereiken.

Een stukje boeiende geschiedenis over Vlaanderen. Je leest hier dat pas aan het einde van de negentiende eeuw Vlaamse schrijvers terecht kunnen in een eigen Vlaams tijdschrift. Vanuit Nederland is zoiets haast niet voor te stellen. Het had dan ook maar een haartje gescheeld of Vlaanderen zou volledig verfranst zijn, maar gelukkig is een moedertaal toch altijd taai genoeg om eeuwenlange verwaarlozing en onderdrukking te overleven. Voor ons Nederlanders toch een mooie bijkomstigheid. Dank zij de Vlamingen is het Nederlands taalgebied met 6 miljoen Nederlands sprekenden uitgebreid en loopt de taalgrens tot aan de Franse grens.

Ondertussen blijft het een merkwaardig beeld daar aan de Schelde. Waarom is Verhaeren met gestrekte arm afgebeeld alsof hij een vel papier, wie weet een gedicht, in de wind houdt. Wil hij het tonen aan de luchten, de wolken, de wind en misschien ook wel de Schelde of is het juist bedoeld als een bezwerend gebaar tegen mogelijke kwade krachten?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten