Dit uiterst merkwaardige beeld zie ik
al jaren. Ik kom het tegen op mijn 'kleine Schelderondje', een van
mijn fietsroutes langs de Schelde. Het beeld staat aan de Schelde
voor een paar restaurantjes in de gemeente St. Amands. Ik weet dat
het een beeld is van de dichter Emile Verhaeren (1855 – 1916) die
in St. Amands geboren is. Een merkwaardig beeld voor een merkwaardige
dichter want hij schreef zijn gedichten niet in het Vlaams maar in
het Frans.
Dat is niet wat je verwacht van een
Vlaming maar vroeger was dat normaal. Het Frans was de voertaal van
de burgerij, ook in een dorp aan de Schelde. Op de lagere school
sprak hij met zijn schoolvrienden wel het plaatselijke Vlaams, zo
lees ik op de aan hem gewijde website. Daar lees ik ook dat zijn
verfransing werd voltooid door een strenge jezuïtenopleiding in
Gent. Toentertijd de normale gang van zaken.
Ondanks deze achtergrond heeft hij dus
een standbeeld gekregen in zijn geboorteplaats en een museum.
Natuurlijk stelt men zich nu de vraag of een Franstalige Vlaamse
dichter wel zoveel eer bewezen moet worden? Je kunt je voorstellen
dat Vlaamse nationalisten en puristen daar anders over denken.
Niettemin zijn er Vlamingen die niet zo over hun eigen geschiedenis
denken. Er is zelfs een Emile Verhaeren Genootschap dat het
provinciaal museum Emile Verhaeren in St. Amands beheert.
Over de vraag of Emile Verhaeren nu wel
of geen Vlaming is, schrijft het Genootschap het volgende:
Verhaeren, een Vlaming ?
Geen auteur, zelfs geen
Nederlandstalige, heeft Vlaanderen met zoveel liefde als Verhaeren
bezongen. Niettegenstaande zijn vernieuwingsdrang op artistiek vlak,
was hij een kind van zijn tijd. Wie school liep, studeerde in het
Frans. Wie schreef, schreef in het Frans. En wie schrijver werd, had
nauwelijks een andere keuze dan te opteren voor het prestigieuze
Frans.
Toch voelde Verhaeren zich Vlaming
in hart en nieren (“et pourtant, je suis le fils de cette race ”).
Zijn oeuvre wordt getekend door een immense liefde voor Vlaanderen,
vanaf zijn debuutbundel Les Flamandes (1883) tot de vijfdelige cyclus
Toute la Flandre (1904 - 1910). Maar Verhaeren moest ook ervaren dat
zijn verzen en zijn proza het Vlaamse volk niet bereikten. Pas met de
oprichting van het tijdschrift Van Nu & Straks (1893) kregen
Vlaamse schrijvers de kans in het Nederlands te schrijven. Voor
Verhaeren was het echter te laat om nog over te schakelen naar het
Nederlands.
Maar deze sombere medaille heeft ook
een lichtende keerzijde. De Fransschrijvende Verhaeren heeft
Vlaanderen op de Europese literaire kaart gezet. Frans was immers de
enige cultuurtaal waarin men heel Europa kon bereiken.
Een stukje boeiende geschiedenis over
Vlaanderen. Je leest hier dat pas aan het einde van de negentiende
eeuw Vlaamse schrijvers terecht kunnen in een eigen Vlaams
tijdschrift. Vanuit Nederland is zoiets haast niet voor te stellen.
Het had dan ook maar een haartje gescheeld of Vlaanderen zou volledig
verfranst zijn, maar gelukkig is een moedertaal toch altijd taai
genoeg om eeuwenlange verwaarlozing en onderdrukking te overleven.
Voor ons Nederlanders toch een mooie bijkomstigheid. Dank zij de
Vlamingen is het Nederlands taalgebied met 6 miljoen Nederlands
sprekenden uitgebreid en loopt de taalgrens tot aan de Franse grens.
Ondertussen blijft het een merkwaardig
beeld daar aan de Schelde. Waarom is Verhaeren met gestrekte arm
afgebeeld alsof hij een vel papier, wie weet een gedicht, in de wind
houdt. Wil hij het tonen aan de luchten, de wolken, de wind en
misschien ook wel de Schelde of is het juist bedoeld als een bezwerend gebaar tegen
mogelijke kwade krachten?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten