woensdag 1 mei 2013

ROOMSE POPPENKAST



Toen ik bovenstaande ansichtkaart van de nieuwe Paus in Rome zag, viel mij direct het woord poppenkast te binnen. De Paus als Jan Klaassen achter het gordijntje die naar ons kleuters op het bankje voor de poppenkast zwaait in afwachting wat hij nu weer voor avonturen zou gaan beleven met zijn Katrien, Pietje de Dood en de politieman. Er zou wel weer flink geknuppeld worden. Bij Jan Klaassen ging het er immers nooit fijntjes aan toe. Pietje de Dood werd aan het slot altijd door Jan weg geknuppeld en daarna voor de zekerheid in een zak gedaan. De zaken lagen toen helder. Of dat nu ook nog zo is met al die opvoedkundige subtiliteiten, betwijfel ik. Kleuter zijn moet tegenwoordig veel ingewikkelder zijn dan vroeger, maar dat terzijde.

Is het erg dat het pausschap en godsdienst in het algemeen veel weg heeft van een poppenkast? Voor Maarten van Rossum, om nu maar eens iemand van de intellectuele scene van Nederland te noemen, vast wel. Hij noemde gisterenavond aan de nationale borreltafel van P&W de abdicatie van koningin Beatrix en de inhuldiging van Koning Willem Alexander immers ook minachtend een poppenkast. Natuurlijk zijn Paus en Koningschap een poppenkast, maar is dat erg en moet je er wel minachtend over doen?

Ik denk het niet. Neem nu Maarten van Rossum zelf. Zijn gebrek aan levensvreugde, zijn allergische reacties op alles wat symbolisch is en met gevoelens te maken heeft, zijn gebrek aan inlevingsvermogen en zijn overwaardering van intellectuele efficiency maken hem tot een verlamde zwartkijker die zelfs nog te lui is om te getuigen voor het weinige waar hij nog wel voor staat. Met zo iemand een door de NRC georganiseerde reis door Amerika te maken, lijkt me eerder een vorm van geestelijke zelfmoord dan leerzaam.

Maarten van Rossum is wat mij betreft het voorbeeld van de tot onmacht verdoemde intellectueel bij gebrek aan gevoel voor die poppenkast. Het dringt niet tot hen door dat mensen de poppenkast van Paus en Koning nodig hebben om zich staande te kunnen houden in de wereld. Hoe anders moeten zij hun verbondenheid met hun medemensen beleven? Niet iedereen is het gegeven om in de vaak vijandige wereld overeind te blijven als eenzame wolf uitsluitend vertrouwend op de superieuriteit van zijn intellect.

Mensen hebben elkaar nodig. Dat begint al bij onze geboorte. Het eerste wat we leren is voedsel te delen (caritas heet dat in de Roomse kerk) en een gemeenschappelijke taal te spreken. Die gedeelde basis blijft ons hele leven bij ons. Hoe we ons ook individueel ontwikkelen,  de behoefte om ergens bij te horen blijft ons hele leven bij ons. Om dat gedeelde leven te bevestigen heb je af en toe poppenkast of deftiger gezegd rituelen nodig, je eigen nationale, regionale, dorpse of stedelijke poppenkast. Dat geeft houvast en rust in een toch al woelige en soms gevaarlijke wereld. Dus is het al met al maar goed dat er poppenkast is anders zou ons geestelijk en gevoelsleven verdorren en daar wordt je niet vrolijk van zoals je bij van Rossum kunt zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten