Petrus, ZWARTE ZON (BLACK SUN), acryl op papier |
Offers zijn van alle tijden. Het Oude Testament begint met
de offers van de gebroeders Kaïn en Abel aan God. Van Abel stijgt de rook van
zijn offer omhoog van Kaïn slaat de rook tegen de grond. Een volgens die tijd
treurig gevolg van het feit dat het offer van Kaïn God niet welgevallig is en
dat van Abel wel. Het resultaat van deze goddelijke miskleun is
broedermoord. Kaïn slaat zijn broer Abel dood.
Offeren doe je aan goden van wie je iets wilt hebben: een
overwinning, een goeie oogst, dat ‘s morgens de zon weer opkomt, dat je mag
slagen voor je rij examen of dat je de lotto wint. Offers breng je
als dienaar aan een God die heerst over jouw leven. Je wilt hem als heerser van
het heelal, van de wereld of het lot der mensen met jouw offer gunstig stemmen in de hoop dat je leven er beter van wordt. Maar met heersers weet je het
maar nooit. Je offer kan ook verkeerd vallen zoals bij Kaïn en dan ben je
alsnog de klos. Heersers zijn grillig zodat dat je als offeraar nooit zeker van
je zaak bent. Mensen die in een heersende god geloven zijn dan ook altijd een
beetje bang van hun God. Ze leven in voortdurende angst dat ze wat te verliezen
hebben.
Als Katholiek jongetje heb ik van jongs af aan geleerd dat
God liefde is en dat hij ons mensen met het offer van zijn zoon bevrijd heeft
van al onze erfelijke zonden. God zelf heeft zijn eigen zoon geofferd voor ons
mensen. Meer kan niet en dus hoeven wij mensen niet meer te offeren.
Tijdens een Katholieke mis wordt dan ook geen offer gebracht maar met het brood
en wijn ritueel herdacht dat God’s zoon Christus zich offerde voor ons mensen.
Zeker in de tijd van Christus maar ook nu nog betekent dat een revolutionaire
wending in de verhouding tussen God en de mensen. We hoeven ons geen zorgen te maken of God van ons houdt.
Liefde maakt offers dus overbodig want liefde laat zich
immers niet kopen met wat voor een offer dan ook. Pseudo of surrogaat liefde
wel maar dat is dan ook geen echte liefde, Dat is berekende liefde. Geliefden weten
dat van elkaar en hebben dus geen offers nodig. Wat ze wel nodig hebben zijn
tekens van liefde waaruit blijkt dat je trouw blijft aan je liefde en dat je
steeds aan haar of hem denkt. Als de nood aan de man komt ben je wel bereid om
zelfs je leven te offeren voor je geliefde maar alleen dan.
De cultus van het offer is gericht op een heersende God.
Iemand die gunsten kan geven en nemen en dus is het maar het beste om Hem
gunstig te stemmen. Geen offer brengen zou wel eens tot veel ellende kunnen
leiden. Een liefhebbende God heeft daarentegen geen offers nodig. Hij heeft je
lief ondanks je gebreken en tekortkomingen. Als je die ook nog eens onder ogen
wil zien, zal hij je nog meer liefhebben. Dat is wat ik geleerd heb als
Katholiek jongetje.
Ook katholieken gedragen zich echter niet altijd volgens hun wijsleer.
BeantwoordenVerwijderen@ZJA
BeantwoordenVerwijderenDat klopt ja. Dat heet zondigen en er wordt me toch wat afgezondigd.