Posts tonen met het label vuurland. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vuurland. Alle posts tonen

vrijdag 16 september 2016

DARWIN EN DE VUURLANDERS AAN BOORD VAN DE BEAGLE (december 1832)

Kapitein Robert Fitzroy van De Beagle. Fitzroy maakte al heel jong carrière
bij de Royal Navy. Hij werd al kapitein op zijn eerste reis met de Beagle.
Hij was toen 23 jaar. Op zijn 28ste jaar voer hij opnieuw uit met de Beagle
maar nu samen met Darwin. Hun reis duurde van 1831 tot 1836. 

In hoofdstuk X van zijn boek “De reis met de Beagle” vertelt Darwin ons het merkwaardige verhaal van de gijzelneming van een groepje Vuurlanders door kapitein Fitzroy (1805-1865) op een eerder door hem gemaakte reis naar Vuurland. Hij nam vier Vuurlanders mee nadat een groep Vuurlanders een boot hadden gestolen die gebruikt werd bij de walvisvangst. Darwin vertelt het alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Wat het misschien indertijd ook wel was. Er was bij de gegijzelden een kind waarvoor de kapitein betaald had met een parel knoop. Een ruilhandel die blijkbaar als normaal werd beschouwd. 

HMS Beagle in the Straat van Magellan bij  Monte Sarmiento, reproductie van R. T. Pritchett's uit de geïllustreerde editie van The Voyage of the Beagle.

Darwin vertelt dat de kapitein de gijzelaars meenam naar Engeland om ze daar op zijn eigen kosten op te voeden en het geloof bij te brengen. Als hij geen nieuwe opdracht van de Admiraliteit had gekregen om naar Vuurland terug te keren, zou Fitzroy op eigen kosten een schip hebben gehuurd om de Vuurlanders terug te brengen naar hun stam. Daarom waren ze nu aan boord:twee mannen en een jonge vrouw. Een van de mannen was in Engeland gestorven aan de pokken. Het plan van de kapitein was dat deze vier Vuurlanders samen met een zendeling een soort lange termijn beschavingsmissie zouden vervullen onder de inboorlingen. Daartoe was een zekere R.Matthews aangezocht, die ook aan boord van de Beagle was.

Wat volgt is een beschrijving van de twee mannen, York Minister en Jemmy, en de jonge vrouw Fuegia Basket:

York Minister

“York Minster a full-grown, short, thick, powerful man: his disposition was reserved, taciturn, morose, and when excited violently passionate; his affections were very strong towards a few friends on board; his intellect good.”

Jimmy Button. Links een portret na terugkeer naar zijn volk op Vuurland. Rechts als Engelsman gereed voor zijn beschavingsmissie als zendeling.

Jemmy was trots op zijn volk en land: “He was of a patriotic disposition; and he liked to praise his own tribe and country, in which he truly said there were "plenty of trees," and he abused all the other tribes: he stoutly declared that there was no Devil in his land.” Jemmy was ook ijdel: “Jemmy was short, thick, and fat, but vain of his personal appearance; he used always to wear gloves, his hair was neatly cut, and he was distressed if his well-polished shoes were dirtied. He was fond of admiring himself in a looking glass”.

Links Fuegia Basket (Darwin schrijft haar naam met een g), rechts Fuegia als de vrouw van Jemmy na terugkeer naar de eigen bevolking.

Over het meisje Fuegia Basket schrijft Darwin dat ze een mooie, bescheiden en gereserveerde jonge vrouw was met een aangename maar soms ook norse uitdrukking en dat ze snel kon leren, vooral talen. “This she showed in picking up some Portuguese and Spanish, when left on shore for only a short time at Rio de Janeiro and Monte Video, and in her knowledge of English. York Minster was very jealous of any attention paid to her; for it was clear he determined to marry her as soon as they were settled on shore.”

Hoewel ze de Engelse taal redelijk beheersten, was het uiterst moeilijk om iets over hun leven bij hun volk te horen. Volgens Darwin komt dat omdat ze zich niks anders kunnen voorstellen dan de wereld die ze kennen. Hij vergelijkt het met kinderen die zich ook nog geen alternatieven kunnen voorstellen voor wat ze zien. Het is een ervaring die je vaak ook nog kunt opdoen op het platteland in Latijns Amerika. Men kent alleen de eigen wereld en kan zich bijvoorbeeld niks voorstellen bij die van mij. Natuurlijk hebben de moderen media daar wat aan veranderd maar zijn eigen werld kent. 

Darwin stelt dan wel weer vast dat hun gezichtsvermogen uitzonderlijk was: “it is well known that sailors, from long practice, can make out a distant object much better than a landsman; but both York and Jemmy were much superior to any sailor on board: several times they have declared what some distant object has been, and though doubted by every one, they have proved right, when it has been examined through a telescope. They were quite conscious of this power; and Jemmy, when he had any little quarrel with the officer on watch, would say, "Me see ship, me no tell.”

Darwin noteert dat het interessant was om tijdens de eerste ontmoeting met een groepje Vuurlanders (zie mijn vorige blog), de reacties van “de wilden” op de drie min of meer beschaafde Vuurlanders te zien. Ze herkennen als het ware het eigen volk ondanks dat ze met een groep blanke Engelsen waren. 

“they immediately perceived the difference between him and ourselves, and held much conversation one with another on the subject. The old man addressed a long harangue to Jemmy, which it seems was to invite him to stay with them. But Jemmy understood very little of their language, and was, moreover, thoroughly ashamed of his countrymen. When York Minster afterwards came on shore, they noticed him in the same way, and told him he ought to shave; yet he had not twenty dwarf hairs on his face, whilst we all wore our untrimmed beards. They examined the colour of his skin, and compared it with ours. One of our arms being bared, they expressed the liveliest surprise and admiration at its whiteness, just in the same way in which I have seen the ourangoutang do at the Zoological Gardens.”

Vuurpander zoals afgebeeld in een van de boeken over
de reis van de Beagle.

Blijkbaar was het voor Darwin geen probleem om het gedrag van “de wilden” te vergelijken met dat van een dier. Was dit toen gebruikelijk of is dit een voorbode van de analytische geest van Darwin, waardoor hij uiteindelijk tot zijn theorie kwam dat de schepping een aaneenschakeling van genen is die zich in de loop van miljoenen jaren ontwikkelden tot steeds complexere vormen van leven om tenslotte uit te komen bij de mens?

De natuurbeschrijvingen door Darwin van de kusten van Vuurland laat ik voor wat ze zijn. Ik beperk me tot ontmoetingen met Vuurlanders. Op 25 december kwam Darwin op weg naar Wollaston Eiland een groep inheemsen in een kano tegen.

“These were the most abject and miserable creatures I anywhere beheld. On the east coast the natives, as we have seen, have guanaco cloaks, and on the west they possess seal-skins. Amongst these central tribes the men generally have an otter-skin, or some small scrap about as large as a pocket-handkerchief, which is barely sufficient to cover their backs as low down as their loins. It is laced across the breast by strings, and according as the wind blows, it is shifted from side to side. But these Fuegians in the canoe were quite naked, and even one full-grown woman was absolutely so. It was raining heavily, and the fresh water, together with the spray, trickled down her body. “

In een andere haven ziet hij een naakte vrouw een pas geboren baby voeden. Hij vond haar en de anderen er vreselijk uitzien. Ze waren niet volgroeid,  hun afschuwelijke gezichten besmeurd met witte verf, hun huid vies en vettig (vermoedelijk tegen de kou ingevet) , hun haren in de war, ze stootten valse klanken uit en gebaarden heftig. Darwin vroeg zich bij de aanblik van deze mensen met een zeker mededogen af of ze wel mede-schepselen waren. 


“Viewing such men, one can hardly make one's self believe that they are fellow-creatures, and inhabitants of the same world. It is a common subject of conjecture what pleasure in life some of the lower animals can enjoy: how much more reasonably the same question may be asked with respect to these barbarians! At night, five or six human beings, naked and scarcely protected from the wind and rain of this tempestuous climate, sleep on the wet ground coiled up like animals. Whenever it is low water, winter or summer, night or day, they must rise to pick shellfish from the rocks; and the women either dive to collect sea-eggs, or sit patiently in their canoes, and with a baited hair-line without any hook, jerk out little fish. If a seal is killed, or the floating carcass of a putrid whale is discovered, it is a feast; and such miserable food is assisted by a few tasteless berries and fungi.”

maandag 12 september 2016

DARWIN'S EERSTE KENNISMAKING MET VUURLANDERS (17 december 1832)

Darwin beschrijft de beschilderingen van de groep indianen die hij op Vuurland voor het eerst ontmoet. Er zijn nog foto's bewaard gebleven van die beschilderingen.

Darwin is bij het grote publiek bekend als de grondlegger van de evolutietheorie, die in het kort samengevat er op neer komt dat we van de apen afstammen. Daar hebben veel mensen moeite mee, vooral gelovige Christenen die menen dat het boek Genesis een realistisch verslag is van de schepping van mens en wereld. Zij vinden het een belediging van God’s schepping. Maar aangenomen dat God mens en wereld geschapen heeft, waarom zou hij dan zijn eerder geschapen materiaal waaronder dus apen niet als basis hebben gebruikt voor de kroon op zijn werk? Elke kunstenaar bouwt voort op zijn voorgaande werk dus waarom God zou God dat niet gedaan hebben ? Hij is en blijft toch wel de grootste kunstenaar.

Veel minder bekend is Darwin als antropoloog. Mijn onderzoek naar de Selk’nam, de oorspronkelijke bewoners van Vuurland, bracht me bij Hoofdstuk X van Darwin’s beroemde boek ‘Reis van De Beagle’. In dat hoofdstuk doet Darwin gewoontegetrouw nauwkeurig verslag, deze keer van ontmoetingen met de oorspronkelijke bevolking van Vuurland. In dat verslag worden deze Vuurlanders vaak ‘wilden’, ’schepselen’ of ‘miserabele creaturen’ genoemd. Zijn eerste kennismaking met hen vindt plaats bij het binnen varen van ‘De Baai van Goed Succes’ van Vuurland waar ze terrecht komen na Patagonië en de Falkland Eilanden, de eilanden waar Engeland nog niet zo lang geleden een echte oorlog met Argentinië om voerde. Waarschijnlijk gaat het hier om een groep van Yagana of Yaghan indianen.

While entering we were saluted in a manner becoming the inhabitants of this savage land. A group of Fuegians partly concealed by the entangled forest, were perched on a wild point overhanging the sea; and as we passed by, they sprang up and waving their tattered cloaks sent forth a loud and sonorous shout. The savages followed the ship, and just before dark we saw their fire, and again heard their wild cry.”

De volgende morgen stuurt de kapitein een groep om met de Vuurlanders te praten. Volgens Darwin is het verschil tussen wilden en beschaafde mensen zelfs groter dan dat tussen een wild dier en een huisdier.

When we were on shore the party looked rather alarmed, but continued talking and making gestures with great rapidity. It was without exception the most curious and interesting spectacle I ever beheld: I could not have believed how wide was the difference between savage and civilized man: it is greater than between a wild and domesticated animal, inasmuch as in man there is a greater power of improvement.”


Een groep beschilderde vrouwen van de Yamana indianen.

Darwin denkt dat ze door een familiehoofd met gezin worden ontvangen. Hij beschrijft ze als volgt: “The chief spokesman was old, and appeared to be the head of the family; the three others were powerful young men, about six feet high (1,80 Meter). The women and children had been sent away. These Fuegians are a very different race from the stunted, miserable wretches farther westward..”

De Vuurlanders zagen eruit als een groepje indianen, gekleed in de huid van een Guanaco (een Lama soort) met de wol aan de buitenkant en voor de rest naakt zijn met een vies koperrode kleur huid. De oude man heeft veren in zijn haren, de gezichten van het hele groepje zijn beschilderd:
The old man had a fillet of white feathers tied round his head, which partly confined his black, coarse, and entangled hair. His face was crossed by two broad transverse bars; one, painted bright red, reached from ear to ear and included the upper lip; the other, white like chalk, extended above and parallel to the first, so that even his eyelids were thus coloured. The other two men were ornamented by streaks of black powder, made of charcoal. The party altogether closely resembled the devils which come on the stage in plays like Der Freischutz.”(een romantische opera van Carl Maria von Weber, 1821)

Waarschijnlijk vanuit het besef dat een gesprek tussen de 2 groepen niet mogelijk is, bestudeert Darwin nauwkeurig de gezichtsuitdrukkingen en gebaren van de Vuurlanders. Om de vriendschappelijke bedoelingen duidelijk te maken, geven ze gekleurde doeken aan de Vuurlanders. Het gebaar werkt en er worden ingewikkelde vriendschapsgroeten gedeeld:

Their very attitudes were abject, and the expression of their countenances distrustful, surprised, and startled. After we had presented them with some scarlet cloth, which they immediately tied round their necks, they became good friends. This was shown by the old man patting our breasts, and making a chuckling kind of noise, as people do when feeding chickens. I walked with the old man, and this demonstration of friendship was repeated several times; it was concluded by three hard slaps, which were given me on the breast and back at the same time. He then bared his bosom for me to return the compliment, which being done, he seemed highly pleased. The language of these people, according to our notions, scarcely deserves to be called articulate. Captain Cook has compared it to a man clearing his throat, but certainly no European ever cleared his throat with so many hoarse, guttural, and clicking sounds.”

Al observerend beseft Darwin enigszins verbaasd dat de Vuurlanders net als de Amerikaanse indianen, Kaffers en Australische aboriginals veel betere imitatie kunstenaars zijn dan Europeanen, zowel in gezichtsuitdrukkingen, gebaren als ook in taal. Hij vraagt zich af wat hiervoor de verklaring is. Zijn ze betere waarnemers en ook gevoeliger dan zij die al lang beschaafd zijn?

They are excellent mimics: as often as we coughed or yawned, or made any odd motion, they immediately imitated us. Some of our party began to squint and look awry; but one of the young Fuegians (whose whole face was painted black, excepting a white band across his eyes) succeeded in making far more hideous grimaces. They could repeat with perfect correctness each word in any sentence we addressed them, and they remembered such words for some time. Yet we Europeans all know how difficult it is to distinguish apart the sounds in a foreign language. Which of us, for instance, could follow an American Indian through a sentence of more than three words? All savages appear to possess, to an uncommon degree, this power of mimicry. I was told, almost in the same words, of the same ludicrous habit among the Caffres; the Australians, likewise, have long been notorious for being able to imitate and describe the gait of any man, so that he may be recognized. How can this faculty be explained? is it a consequence of the more practised habits of perception and keener senses, common to all men in a savage state, as compared with those long civilized?”


Beschilderde Yamana indianen voeren een dans uit als onderdeel van hun inwijdingsceremonie.

Ik ben zelf verbaasd te lezen dat het groepje beschaafde Europeanen vervolgens gaat zingen en zelfs dansen in het bijzijn van de Vuurlanders. Ik probeer me zo’n groepje al zingend en dansend op de wilde kust van Vuurland voor te stellen. Het tart mijn verbeelding maar als Darwin het opschrijft moet het wel zo geweest zijn. Hoorde dit bij de gebruikelijke rituelen van ontdekkingsreizigers die in kontakt kwamen met wilden, inboorlingen of andersoortige oorspronkelijke bewoners? De Vuurlanders keken er blijkbaar dan weer niet zo van op. Misschien dansten en zongen ze als indianen rond vuren die men zo vaak vanaf zee had gezien en waarna het eiland ook vernoemd is door Magelhaes. De ontmoeting eindigt met het vragen naar meer geschenken door de Vuurlanders aan de Europeanen.

When a song was struck up by our party, I thought the Fuegians would have fallen down with astonishment. With equal surprise they viewed our dancing; but one of the young men, when asked, had no objection to a little waltzing. Little accustomed to Europeans as they appeared to be, yet they knew and dreaded our fire-arms; nothing would tempt them to take a gun in their hands. They begged for knives, calling them by the Spanish word "cuchilla." They explained also what they wanted, by acting as if they had a piece of blubber in their mouth, and then pretending to cut instead of tear it.”


maandag 5 september 2016

CHILI DAGBOEK 27: DE SELK'NAM GENOCIDE OP VUURLAND

Rechts boven de verkoopster zie je de poppen die gemaakt zijn op basis van
foto's van Selk'nam mensen, gemaakt in 1923.
Nog steeds op verkenning in Castro, de al eerder genoemde hoofdstad van het Chileense eiland Chiloé (zie de blog 'Chili Dagboek 26'), zag ik op een toeristenmarkt opvallende poppen. Toen ik de vrouw van de kraam vroeg waarop die geïnspireerd waren, liet ze me enkele ansichtkaarten zien van de Selk’nam, een volk op het zuidelijker gelegen eiland Vuurland. Ik had er nog nooit van gehoord. De foto’s waren gemaakt in 1923 toen er al bijna geen Selk’nam meer waren. Ze vertelde dat de stam is uitgestorven.

Achterop de ansichtkaart staat: "Geverfde mannen voor het spel Kewanix
bij het inwijdingsritueel Hain van de Selk'nam 19233

Vuureiland zou zijn naam te danken hebben aan de Selk’nam. Toen in de 16e eeuw Europese schepen, waaronder ook die van Nederlanders (zie mijn blogs ‘De geheime missie van Hendrik Brouwer naar Chili', 'Hollandse avonturen in Chili'), langs het eiland voeren op weg naar nieuwe veroveringen of op zoek naar een doortocht via het westen naar Indië, zagen de opvarenden vuren op het eiland. Vandaar dus de naam Vuurland. Ik kocht de ansichtkaarten met het voornemen thuis uit te zoeken wat er met de Selk’nam was gebeurd. 

Achterop deze kaart staat het volgende: "Ulen,
eigenwijs, beweeglijk en snel als de wind
tijdens de ceremonie Hain, Selk'nam 1923"

Op Wikipedia vond ik het volgende over de Selk’nam:

“The Selk'nam, also known as the Onawo or Ona people, are an indigenous people in the Patagonian region of southern Argentina and Chile, including the Tierra del Fuego islands. They were one of the last aboriginal groups in South America to be encountered by ethnic Europeans or Westerners in the late 19th century. With the discovery of gold and expansion of sheep farming, the Argentine and Chilean governments began efforts to explore, colonize and integrate the indigenous peoples of Tierra del Fuego (the "land of fire", named by early European explorers observing smoke from Selk'nam fires) into their cultures.”

Achterop staat: "Tanu, westerse hemel, vrolijk en
onschadelijk tijdens de ceremonie Hain,
Selk'nam 1932  

Dat koloniseren liep uit op het bekende drama: de verdwijning van de Selk’nam als volk. Er is waarschijnlijk nog maar een persoon,  een Chileense mestizo genaamd Joubert Yanten Gomez, die zich de taal van de Selk’nam heeft eigen gemaakt.

Bij deze figuur staat achterop: "Matan,
inwijding ceremonie Hain, Selk'nam 1923"

Op dezelfde Wikipedia pagina lees ik dat de Selk’nam een nomadisch volk was dat leefde van de jacht. Ondanks de kou op Vuurland waren ze schaars gekleed. Zij deelden Vuurland met nog twee andere stammen: de Haush (of Manek’enk) en de Yamana of Yahgan.

Een beruchte jager op Selk'nam was een zekere Julius Popper. Hier zien we zijn groep
aan het werk. Op de voorgrond ligt een neergeschoten Selk'nam met nog
de pijlen in zijn rechter hand en zijn boog in de linkerhand.
(foto van Wikipedia)

Uiteindelijk zijn deze stammen op Vuurland en in het zuiden van Argentinië en Chili helemaal verdwenen onder andere door de moordpartijen van kolonisten. De kolonisten, die zich aan het einde van de negentiende eeuw vestigden op het eiland, vonden dat de schapen op hun grondgebied ook hun privébezit waren terwijl de Selk’nam de schapen als wild zagen waarop ze vrijelijk mogen jagen. De kolonisten beschouwden dat als stroperij en huurden gewapende groepen of militia om te jagen op de Selk’nam en hen te doden, een vorm van volkerenmoord.

Deze foto laat zien dat er onder de Selk'nam een ware slachting plaatsvond.


Anderen, waaronder paters Salesianen, probeerden de Selk’nam voor hun ondergang te behoeden. Een van hen verkende tussen 1884 en 1924 de regio en publiceerde in 1915 een taalboek van de Selk’nam. De woordenschat van de Selk’nam bestond uit 4000 woorden en 1400 zinnen en betekenissen. Andere kolonisten en Christelijke missieposten probeerden door middel van nederzettingen de stammen te redden, maar het mocht niet baten.Naar schatting waren er in 1896 nog 3000 Selk’nam. Nog geen 25 jaar later zouden er nog maar 279 Selk’nam overgebleven zijn. Een Salesiaan telde in 1945 nog maar slechts 25 overlevenden. In 1974 zou de laatste Selk’nam gestorven zijn.

Zakenman Maurice Maitre met een groep Selk'nam op de
Parijse Wereld Tentoonstelling in 1889

Op de Spaanstalige Wikipedia pagina kun je meer in detail lezen hoe de genocide van de Selk'nam als gevolg van de Chileense kolonisatie van Vuurland heeft plaatsgevonden.