Posts tonen met het label rojas pinilla. Alle posts tonen
Posts tonen met het label rojas pinilla. Alle posts tonen

vrijdag 16 september 2022

66. HET BELOOFDE LAND. NIEUWE OPSTANDELINGEN

 

"De presidentsverkiezingen van 19 april 1970 waren moeilijk en controversieel. Rojas en Misael Pastrana Borrero waren allebei kandidaat voor het ambt. Rojas leek de verkiezingen te winnen totdat er een landelijke storing in communicatiesystemen plaatsvond. Nadat deze waren hersteld waren de stemmen al geteld. De resultaten lagen erg dicht bij elkaar, met een kleine marge in het voordeel van Pastrana Borrero. De aanhangers van Rojas betwistten de resultaten en beschuldigden de regering van president Carlos Lleras Restrepo van fraude. De zaak werd aanhangig gemaakt bij het Verkiezings Hof, dat op 15 juli 1970 in het voordeel van Pastrana Borrero besliste en hem als president van Colombia bekrachtigde. Deze vermeende verkiezingsfraude leidde tot de vorming van de 19 april-beweging." (Wikipedia: Elecciones Presidenciales de Colombia de 1970)

Met de vreedzame overgang van een militaire dictatuur van Rojas Pinilla naar een burgerlijk gemankeerd democratisch bewind kwam geen einde aan de sociaal-economische ongelijkheid. De elite bleef met het teruggekeerde twee partijenakkoord aan de macht en de rest had het nakijken, dat wil zeggen vooral de landloze of kleine campesinos op het platteland en de krottenwijkbewoners aan de rand van de steden. 

Het platteland bleef arm, de grootgrondbezitters hun politieke bazen. De armoede in de krottenwijken rond grote steden was nog schrijnender. Er was  onvoldoende werk om gezinnen aan een inkomen te helpen laat staan een fatsoenlijk bestaan. Alleen de middenklasse kon zich de illusie maken er bij te horen en in de toekomst een groter deel van de koek te krijgen. 

Voor revolutionair links genoeg reden om door te gaan met hun guerrilla acties ver weg in de oerwouden aan de randen van het land, daar waar de overheid nog maar nauwelijks aanwezig is en de wildernis begint. 

De twijfelachtige verkiezingsoverwinning van de Conservatieve president Misael Pastrana (1970-1974) maakte het er niet beter op. De landhervormingen die de liberale president Lleras Restrepo met de oprichting van de boerenbeweging ANUC een nieuwe impuls had willen geven, stagneerde met als gevolg onder de campesinos veel opstandigheid. 

Nadat president Pastrana vanwege strubbelingen over grondbezit een einde aan de subsidiëring van de ANUC maakte, werd de opstandigheid onder boeren groter. Ze lieten zich niet meer in hun hok terugjagen. 

Binnen de ANUC werd een heftig debat gevoerd tot hoever men met zijn verzet tegen de bestaande orde kon gaan. Dat leidde tot een splitsing, de ene stroming radicaler dan de ander maar beide eisten hoe dan ook grond voor boeren.

Het gevolg was een volgens velen pre-revolutionaire situatie die gevoed werd door het conflict over verkiezingsfraude tussen enerzijds de ANAPO en anderzijds de gekozen regering Pastrana. 

De overtuiging onder ANAPO aanhangers dat Pastrana de verkiezingen tezamen met de zittende president Lleras Restrepo had gefraudeerd - wat goed denkbaar is - leidde tot de oprichting van de guerrillabeweging M-19, een verwijzing naar de verkiezingsdatum 19 april 1970. Colombia had nu maar liefst drie guerrilla groepen; de orthodox communistische FARC, de Cubaans georiënteerde ELN en de populistisch linkse M-19.

Het twee partijen akkoord mocht dan een einde gemaakt hebben aan de militaire dictatuur, een op democratie gebaseerde vrede was verder weg dan ooit. Linkse guerrillagroepen stonden tegenover de traditionele machtselite van de Liberale en Conservatieve partij met het leger. 

Deze gewelddadige cocktail werd versterkt door groepen ANUC boeren die op vreedzame wijze grond van grootgrondbezitters bezetten. Grootgrondbezitters besloten het recht in eigen hand te nemen en de boeren met hulp van gewapende groepen, huurlingen van het leger, van hun land te verjagen.

Wat doe je als student als je om je heen zoveel armoede en sociaal onrecht ziet? Het mag een wonder heten dat studenten niet massaal kozen voor een van de guerrillagroepen waar velen in de sporen van Camilo Torres de dood zouden hebben gevonden. Het Colombiaanse leger was dank zij steun en hulp uit de VS een goed uitgerust leger geworden dat de guerrilla steeds beter wist te bestrijden. 

Oscar en Fernando en met hen vele anderen waren zich wel bewust van dat sociale onrecht en het geweld dat hen omringde, weliswaar ver weg in de wildernis met hier en daar aanslagen in de bewoonde wereld maar dichtbij genoeg om het als bedreigend te ervaren. 

Vanuit het besef dat het gewapende geweld zou leiden tot nieuwe bloedbaden en miljoenen vluchtelingen van het platteland naar de krottenwijken rond de steden, zochten zij naar een andere weg. Sociaal-economische hervormingen zonder moord en doodslag. In die opvatting werden zij gesteund door hun en intussen ook mijn mentor professor Frans Rosier.

(wordt vervolgd)
 

vrijdag 2 september 2022

64. HET BELOOFDE LAND. GEMANKEERDE DEMOCRATIE

 

Het Frente Nacional was een politiek pact tussen de Liberale en Conservatieve partij van Colombia, met als doel generaal Gustavo Rojas Pinilla uit de macht te zetten, die na een staatsgreep in 1953 van plan was zichzelf aan de macht te bestendigen. Deze overeenkomst was van kracht tussen de jaren 1958 en 1974.

Het vertrek van militair dictator Rojas Pinilla onder druk van de traditionele politieke partijen en de publieke opinie kun je een overwinning van de democratie noemen. Het betekende het herstel van geheime en vrije verkiezingen als basis voor de verdeling van de politieke macht maar dan wel beperkt tot de twee traditionele politieke partijen die zich presenteerden als een Nationaal Front. De rest van de politieke partijen had het nakijken. 

Het herstel van de oude politieke machtsorde had tot doel te voorkomen dat het geweld tussen de Liberalen en Conservatieven opnieuw zou oplaaien en Rojas Pinilla af te zetten. Dat lukte maar de nieuwe democratische rechtsorde was wel een gemankeerde democratie. Immers de verkiezingen waren niet echt vrij. Dankzij het Nationale Front zou voortaan een kandidaat van de Liberale of Conservatieve partij president zou worden. De uitsluiting van de ANAPO in 1962 deed nog eens extra afbreuk aan het democratisch herstel.  

De politieke vrede tussen de beide traditionele partijen veranderde bovendien te weinig aan de sociale ongelijkheid en de armoede. De linkse partijen en partijtjes voelden zich gesterkt in hun vreedzame als ook gewelddadige verzet tegen de bestaande orde. De laatsten vormden geen echte bedreiging van de macht daarvoor opereerden ze te ver weg in de rimboe. Ze waren er ook niet in geslaagd om brede steun te organiseren in de grote steden. FARC (orthodox communistisch) en ELN (Cubaans georiënteerd) ontregelden met hun acties voornamelijk het platteland dat nu juist het meest had geleden onder de onverklaarde burgeroorlog -La Violencia - tussen de Conservatieven en Liberalen. 

Daarentegen kreeg het vreedzame politieke verzet met de oprichting van de ANAPO een flinke steun in de rug gekregen. Ondanks dat de ANAPO was opgericht door voormalig militair dictator Rojas Pinilla wist de ANAPO zich te ontwikkelen tot een brede nationalistische  partij met hervormingsgezinde politici uit verschillende politieke partijen waaronder dissidente politici uit de beide traditionele partijen. Van meet af aan beschouwden zij het pact tussen hun partijen als fundamenteel ondemocratisch. En dan waren er natuurlijk ook nog de opportunisten. Zij die in de eigen partij geen kans kregen om een grote rol te spelen, dachten in de ANAPO een nieuwe kans te krijgen.

(wordt vervolgd)