vrijdag 25 april 2025

36. MEXICAANSE VERTELLINGEN. DE EENZAAMHEID VAN ROSA

 

Portret van een meisje, Mexico 1976 ( foto; petrus nelissen)

Rosa praat aan een stuk door. Het is alsof ze een bekentenis aflegt die haar verlost van al haar angsten en verdriet. In het begin was alles goed tussen haar en Efraïm. Het leek wel een sprookje. Efraïm was de prins die haar op zijn paard kwam halen. 


Samen reden ze door de duisternis de bergen in achter het huis van Rosa. Ze zat voorop tussen zijn armen waarmee hij de leidsels vasthield. Ze voelde zijn warme lijf tegen haar aan. Hij leidde het paard behendig over het smalle pad van losse stenen naar boven. Ze voelde zich gerust en vol vertrouwen in de toekomst.


In hun schuilplaats, een oude en verlaten hut diep in de bergen, verloren ze zich in het vuur van een zorgeloze gepassioneerde liefde. Na verloop van tijd begon onzekerheid hun liefde, tederheid, warmte en geborgenheid te ondermijnen. Waar moesten ze het geld vandaan halen voor eten en drinken? Moesten ze voor altijd in de oude hut blijven en vooral waar zou hun kind geboren worden? Praktische vragen waar Efraïm geen antwoord op had en zijzelf ook niet.


Het ergste was voor Rosa de eenzaamheid overdag. Alleen al bij de gedachte daaraan kon ze haar gevoelens niet bedwingen. Ze begon te huilen maar bedwong zich zodat ze met zacht gesnik verder vertelde. Diego en Sara wisten er geen goed raad mee. Ze voelden zich beschaamd om getuige te zijn van zoveel verdriet maar bleven bedremmeld staan en luisteren naar zoveel verdriet. 


Na verloop van tijd voegde zich bij de eenzaamheid de angst, angst dat ze straks van iedereen verlaten zou moeten bevallen. Wat alles nog erger maakte was dat het leek alsof Efraïm onverschillig was geworden voor Rosa. Het was blijkbaar zijn manier om de problemen te ontlopen. Hij wist zich geen raad meer met de situatie. Wat eerst zo eenvoudig leek, werd hem teveel.


Rosa zag hem met de dag onzekerder worden. Haar stoere minnaar die haar had durven schaken, kwam steeds vaker dronken thuis. ’s Morgens vroeg als hij met zijn kater van de avond tevoren vertrok, beloofde hij haar niet meer te drinken. Een belofte waar hij zich niet aan hield. Hij bleef zijn verdiende geld uitgeven aan drank.


Tot groot verdriet en nog meer ellende voor Rosa had hij een kwade dronk. Zijn onverschilligheid in haar lot, sloeg om in verwijten. Het was haar schuld dat ze in problemen zaten. Had ze maar niet zwanger moeten worden! Rosa voelde de grond onder zich weg zinken. Zoveel verraad aan hun liefde had ze zich nooit van haar leven kunnen voorstellen. 


Een enkel verkeerd woord van haar kon hem tot razernij brengen. Haar vraag wat ze dan verkeerd had gezegd, maakte zijn razernij zo groot dat hij haar begon te slaan. Zo gingen de dagen in eenzaamheid en angst voorbij, koud en hongerig in een vervallen hut. In al die ellende begon het kind in haar zich aan te kondigen. Ze voelde het af en toe bewegen in haar buik.


1 opmerking: