vrijdag 28 juni 2024

47. AMERICA LATINA. EL ESCORIAL

El Escorial is een stadje van ongeveer veertienduizend inwoners dat bekendheid geniet vanwege het klooster dat in opdracht van Filips II werd gebouwd. Hij besloot daartoe ter nagedachtenis van de overwinning op 10 augustus 1557 van de Spaanse legers op de Fransen in de slag bij Saint-Quentin (zestig kilometer ten oosten van Amiens in Noord-Frankrijk). Op 15 april 1561 schreef Filips II aan het hoofd van de orde van Hiëronymus dat hij uit erkentelijkheid voor de Heer, die hem de overwinning had geschonken, een klooster zou laten bouwen


Onze laatste bedevaart, maar je kunt het natuurlijk ook een toeristische uitstap noemen, is het niet ver van Madrid liggende Escorial zoals het klooster-paleis kortweg wordt genoemd. Het is gebouwd door koning Filips de Tweede, de koning die de Hertog van Alva naar de Lage Landen stuurde om de orde en de vrede te herstellen en belastingen te heffen (de tiende penning) onder de opstandige protestanten.

Qua omvang is het gebouw gelijk aan of evenaart het misschien het paleis van Versailles dat door de koningen van Frankrijk is gebouwd in 1624. Dat was de tijd waarin de contouren van de gloednieuwe Burger-Republiek der Nederlanden zich steeds duidelijker begonnen af te tekenen. Paleizen waren toen nog geen prioriteit bij de Hollandse opstandelingen en zouden dat eigenlijk ook nooit worden. Een flinke burgermanswoning werd het ideaal van de nieuwe regenten.

De Spaanse koning Filips II was de Franse koningen voor. De bouw van het Escorial begon al voor 1600. Het indrukwekkend grote gebouw heeft een totaal andere uitstraling dan Versailles. Daar spat de luxe en overdaad vanaf. Het Escorial heeft de uitstraling van een klooster, een koninklijk en kerkelijk machtscentrum tegelijk. Dat was het natuurlijk ook. Voor Filips II vielen kerk en staat samen in zijn almachtige persoon.  

In hem kwamen Gods wil en de Wereldlijke macht samen. Dat was nu precies waar men in de Nederlanden niet meer aan wilde. Daar vond men dat het volk ook wat te zeggen had. Nu ja, burgers met een goed gevulde portemonnee hadden zich het recht toegeëigend om de vorst af te zetten. Godvrezende burgers, dat dan weer wel.

Met een groepje onder leiding van een gids, de enige manier om in het gebouw te komen, dwalen we door enkele vertrekken en de kapel. We zien maar een klein deel van het enorme gebouw waaronder de kapel en merkwaardig genoeg ook de slaapkamer van de koning. Paleis en klooster zijn weelderig versierd zoals het hoort voor een machtig rijk als Spanje. De slaapkamer daarentegen is  sober en eenvoudig. Achter de deur hangt een kopie van een klein schilderij van Jeroen Bosch. 

De gids vertelt dat er indertijd meer schilderijen van Jeroen Bosch in het paleis hingen waaronder ook het befaamde drieluik ‘Tuin der Lusten’.  Sinds de Spaanse burgeroorlog hangen de originelen niet meer in het Escorial maar in het nationaal museum het Prado in Madrid.

Waarom had Filips schilderijen in zijn klooster-paleis hangen van Jeroen Bosch? Was hij een kunstverzamelaar zoals veel Europese vorsten? In Wenen verzamelde de Oostenrijkse Habsburgers zoveel schilderijen van Brueghel dat ze nu een hele zaal vol beslaan in het Kunsthistorisch museum te Wenen.

Of heeft het te maken met de kloosterorde van Hiëronymus een kerkvader waarna Jeroen (Hiëronymus) Bosch is vernoemd? Of was het Filips te doen om het zedelijke, moralistische karakter van de schilderijen van Bosch? 

In de visie van Bosch worden wij mensen permanent bedreigd door het kwaad: dieven, moordenaars, hoerenlopers, gokkers en ander naar volk. Zij doen alles wat God en Rome verboden hebben. De streng katholieke Filips zal de schilderijen van Bosch waarschijnlijk opgevat hebben als een waarschuwing tegen goddeloosheid, wat ze ook zijn.


1 opmerking: