donderdag 27 juni 2024

1. HOE ZIT DAT IN OSS? EEN KLEINE POLITIEKE GESCHIEDENIS VAN DE STAD

Deze foto komt uit het fotoboek van mijn ouders. Op de foto staat een groep slagers en andere werknemers van Zwanenberg in het midden van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Mijn halve familie werkte toen bij Zwanenberg. 


Verantwoording

Wie zijn geschiedenis niet kent, moet een schop onder zijn achterwerk krijgen. Sinds de moderne beschaving een volstrekt onverantwoorde uitspraak maar een waarheid als een koe. Je geschiedenis, jouw geschiedenis, die van je gezin waarin je opgroeit, die van je stad en ja ook die van je land bepalen mee wie je bent en wat je wordt. 


Mijn geschiedenis en met mij van vele anderen begint in Oss, een stadje ten zuiden van de Maas gelegen tussen de Brabantse hoofdstad Den Bosch en de Gelderse studentenstad Nijmegen, de vestigingsplaats van de Katholieke Universiteit van Nijmegen, het intellectuele sieraard van de katholieke zuil en de voorhoede van de katholieke emancipatie in Nederland. Dat die universiteit is herdoopt in Radboud Universiteit is een teken dat de katholieke emancipatie is voltooid. Er zijn andere prioriteiten.


Ik ben geboren op 18 mei in 1946, een jaar na de Tweede Wereldoorlog en een dag na de eerste parlementsverkiezingen in het bevrijde Nederland. Een voorbode van mijn bestemming als politicoloog? Wie zal het zeggen. Ons lot is nog altijd verborgen in het mysterie van de toekomende tijd.


Wat ik toen nog niet wist was dat mijn wereld en de rest van de wereld nog aan het bijkomen was van de Tweede Wereldoorlog met zijn miljoenen doden, de atoombom op Nagasaki en Hiroshima in Japan met als gevolg honderduizenden doden en nieuwe angsten, de door bombardementen vernietigde steden en de nieuwe geopolitieke situatie met Noord Amerika als de bevrijder, de grote overwinnaar en het machtigste land in de wereld. De Europese grootmachten Frankrijk, Engeland en Duitsland met daar achteraan ook het kleine Nederland lagen uitgeteld op de grond.


Misschien wel het allerergste dat de wereld was overkomen, was de industrieel georganiseerde massamoord op ongeveer 6 miljoen joden en allerlei andere minderheidsgroepen die door de Nazi's als uitschot van de samenleving werden beschouwd. Kon zo een grote zonde die zelfs de categorie Doodzonde te boven ging, ooit vergeven en vergeten worden?


Oss was niet slecht uit de oorlog gekomen. Ik herinner me uit mijn jeugd geen oorlogsschade, hooguit oorlogsbuit zoals half verrotte kistjes met kruit in een sloot in de polder. Dat was goed voor ons vuurtje stoken. Rijkdom zag ik niet maar ook geen bittere armoede. Zoals het hoorde, werden er volop nieuwe huizen gebouwd. Wij kwamen in zo een huis te wonen, in de Merelstraat.


Later betrokken we een woning in de Roodborststraat, nog steeds de Vogelwijk die behoorde tot de Don Bosco parochie met zijn nieuwe kerk, zijn nieuwe jongensschool en een bijzonder levendige verkennersgroep. Na de lagere school volgde het Titus Brandsma lyceum, het katholieke brandpunt voor een verantwoorde degelijke en katholieke opleiding onder leiding van paters Karmelieten. 


Daarna ben ik uitgevlogen om pas na 52 jaar terug te keren in Oss. In die tussentijd ben ik in bijna alle hoeken van de aardbol geweest, wonende en werkende in verschillende landen. En nu ben ik terug, niet om mijn geschiedenis op te tekenen maar die van mijn geboortestad Oss.


Industrie stad in wording


Oss was al ver voor mijn tijd, een industriestad geworden met bijbehorend industrieproletariaat gerecruteerd uit een bevolking van arme, landloze en kleine boeren. De armoedige boeren op klompen  werden door de kunstboterfabrieken en de exportslagerijen in snel tempo omgesmeed tot even armoedige arbeiders. 


"In 1881 krijgt Oss aansluiting op het spoorwegnet, hetgeen een grote verbetering voor het vervoer van goederen en personen is. Toch bijven aan- en afvoer lastig. De fabrikanten en de gemeente ontwikkelen dan ook plannen voor de aanleg van een kanaal naar de Maas, maar daar komt op dat moment niets van terecht.De boterfabrikant Van den Bergh besluit daarop in 1891 uit Oss te vertrekken. Hij bouwt in Rotterdam, 'op Feijenoord', een nieuwe fabriek. In 1916 wordt het woonhuis van boterfabrikant Jurgens afgebroken om plaats te maken voor een groot fabrieksgebouw. Het bedrijfsterrein strekt zich dan uit tot aan de Nieuwe Brouwersstraat en Torenstraat. Honderden mannen, vrouwen en kinderen vinden werk in het bedrijf. De architect C. Estourgie (1884-1950) is de ontwerper van de nieuwe fabriekshallen langs de Kerkstraat. De felle concurrentie tussen Van den Bergh en Jurgens eindigt in 1927 met de oprichting van de Margarine Unie. De fabriek in Oss blijft gewoon doordraaien. Maar na het samengaan van de Unie met de Lever Brothers uit Engeland (Unilever), wordt de productie vanuit Oss overgebracht naar Rotterdam. Voor Oss is het verdwijnen van de fabriek een grote slag voor de werkgelegenheid. Philips begint in de verlaten hallen in 1931 een fabriek voor lichtarmaturen." (Margarine, margarine en nog eens margarine!)  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten