dinsdag 5 januari 2021

MARTEN TOONDER: KUNST EN LIEFDE IN OORLOGSTIJD

 

In 1975 werd Marten Toonder (1912-2005) gevraagd een zelfportret te tekenen. In het Marten Toonderjaar 2012 is de gouache eenmalig  in 300 exemplaren uitgegeven. Toonder heeft zichzelf getekend temidden van de twee hoofdfiguren Tom Poes en Olivier B. Bommel met achter hem de duistere magiër Hocus Pas. Op de achtergrond het zogenaamde kasteel van Bommel, geërfd van zijn voorvaderen.

Ik ben over de helft in de autobiografie van Marten Toonder (De Bezige Bij, 1998), de schepper van een wereld waarin Tom Poes en Olivier Bommel de hoofdrol spelen. Zijn verhalen horen in de top tien van de Nederlandse litteratuur zowel wat betreft woord en taalgebruik als ook de prachtige tekeningen die de verhalen illustreren. Toch is Toonder een bescheiden man in zijn boek. Hij is geen Harry Mulisch om maar eens iemand te noemen.

Jarenlang heeft hij zich geoefend in tekenen, tekenen en nog eens tekenen in een baan die tegenwoordig niemand meer zou willen omdat ze onvoldoende toekomstperspectief biedt. Ik denk dat in onze blitse tijd ook nog maar weinig mensen zoveel geduld kunnen opbrengen als Toonder heeft gehad om zich te bekwamen in de tekenkunst en tegelijkertijd met zijn jeugdliefde een gezin op te bouwen. Daarom alleen al is het een leerzaam boek voor jongelui.

Net als hij zijn Tom Poes uitgevonden heeft en met succes in de Telegraaf gepubliceerd wordt, breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Een pandemie maar dan vele malen erger. Nergens heb ik zo treffend gelezen als in zijn biografie wat zo een oorlog met de daarop volgende bezetting betekent voor een doorsnee burger. De realiteit van de bezetting dring langzaam maar zeker het dagelijkse leven binnen zoals water zacht sijpelend naar binnen stroomt om uiteindelijk je hele huis onder water te zetten. 

Van dichtbij beschrijft hij hoe de Joden stap voor stap buiten de Nederlandse gemeenschap worden geplaatst met hulp van collaborerende Nederlanders totdat ze rijp zijn om netjes en volgzaam als vee te worden afgevoerd naar strafkampen. Maar ook hier weer een langzaam doorbrekend besef van wat er werkelijk gebeurd in die kampen, dat ze het eindstation zijn voor de meesten.  Je leest hoe hij met kleine stappen als tekenaar en dankzij zijn broer Gerard Jan stap voor stap wordt betrokken bij het verzet dat zich bezig houdt met het bevoorraden van onderduikers door het stelen van voedselbonnen, namaken van persoonsbewijzen en op een gegeven moment ook helpt bij het drukken van verzetskranten.

Toonder stapt er in zonder poeha, zonder gewichtigdoenerij en zonder valse hoop. Hij blijft wie hij is, een mens onder de mensen. Zo ook zijn vrouw die het volste vertrouwen in zijn doen en laten heeft. Ze proberen er onder de omstandigheden zonder klagen er het beste van te maken samen met hun zoon Eiso en de hen omringende familie. Phiny en Marten houden contact met iedereen, ook hun ouders of beter gezegd juist hun ouders.

Onder deze bedreigende omstandigheden weet Toonder nog het een en ander te organiseren rond een filmstudio om mensen werk te verschaffen zodat ze niet naar de Arbeidsdienst in Duitsland worden afgevoerd. Hij kan dankzij de Telegraaf die zwaar gecensureerd wordt Tom Poes blijven publiceren zodat er brood op de plank is en soms een beetje meer. Ook als zijn vrouw zwanger wordt van hun tweede kind en het geestelijk en fysiek heel zwaar krijgt, blijft hij overeind in zijn werk en voor zijn gezin. Toonder is als Tom Poes die steeds weer een list weet te verzinnen en als Bommel voor wie geld geen rol speelt maar mensen.

What do you want to do ?
New mail
What do you want to do ?
New mail

Geen opmerkingen:

Een reactie posten