vrijdag 27 november 2020

87. MIJN SPROOKJESJAREN ZESTIG, DE MEIREVOLTE IN PARIJS

 

Demonstratie van studenten met de oproep "Macht aan de Arbeiders", Parijs mei 1968

Terwijl de studenten in Parijs de straatstenen uit de grond rukken om de politie te bekogelen, rijd ik vredig mijn rondjes met de ijskar door de polders en de dorpen langs de Maas bij Oss. Oproer en opstand zijn ver weg.


“In mei 1968 brak vanuit een studentenopstand een algemene staking uit over heel Frankrijk, de Parijse studentenrevolte genaamd. Ook in andere landen waren er grootschalige protesten. Al snel namen de gebeurtenissen bijna revolutionaire vormen aan, tot het protest uiteindelijk uitstierf na onderdrukking door de overheid… De proteststakingen waren vooral gericht tegen de "oude maatschappij" en traditionele moraliteit, waarbij vooral het onderwijssysteem en werkgelegenheid bekritiseerd werden… 1968 was over het algemeen een onrustig jaar waarin internationaal veel politieke revoluties en opstanden uitbraken, maar de politieke gevolgen uiterst klein waren. De gebeurtenissen hadden echter wel een enorme sociale impact. Mei 1968 wordt als een kantelmoment gezien tussen de oude, conservatieve maatschappij met haar moralistische idealen op vlak van religie, patriottisme en respect voor autoriteit naar een meer progressieve maatschappij die individualisme en meer sociale vrijheid propageert. “
(Wikipedia: Meirevolte)


Niettemin volg ik de oproer met enige belangstelling op TV en in de kranten. De op Parijse muren gekalkte leuzen  “verboden te verbieden” en “de verbeelding aan de macht”, doen me denken aan de Amsterdamse provo’s. De rebellie van de Provo's vond ik toen al boeiend. Ik hou wel van ludieke gezagsondermijning maar ik heb niet de illusie dat de Parijse leuzen ooit werkelijkheid zullen worden. Verbeelding en politieke macht gaan niet altijd goed samen. Hitler, Musolini en Lenin hadden ook zo hun verbeelding maar het is met hun macht een ramp voor de mensen geworden. Verboden heb je nodig voor een minimum aan orde. 

De leus “alle macht aan de arbeiders” waar studenten mee door de Parijse straten sjouwen vertrouw ik ook niet. Als kind uit een familie van arbeiders, bijna iedereen werkt er in de bouw of de fabriek, geloof ik er niet in. Ik heb van hun nooit gehoord dat ze macht willen hebben laat staan alle macht en ik denk niet dat ze zouden weten wat ze er mee zouden moeten doen. Hun wereld is die van op het werk, het eigen huis, liefst zelf gebouwd voor het leven, en hun gezin. Dat allemaal brengt meer dan genoeg zorgen met zich mee.

Politieke macht bestaat niet in hun wereld. Macht kennen ze van hun baas, de politie of de burgemeester. Zelfs mijn vader, toch een voltijdse vakbondsbestuurder bij de vakbond Sint Joris voor slagers en bakkers, is niet met macht bezig maar met loonsverhoging, vakantiegeld, arbeidsomstandigheden, ontslagregelingen enz. praktische zaken die belangrijk zijn voor de werkman en daar heeft hij zijn handen vol aan.

Dat de Franse studentenopstand met een sisser afloopt, verbaast me dan ook niet. Generaal de Gaulle brengt na verkiezingen de Franse natie weer op orde. De studenten terug naar de collegezalen en de arbeiders weer in de fabrieken. Er moet per slot van rekening brood op de plank komen en met verbeelding aan de macht, verboden te verbieden en alle macht aan de arbeiders komt dat er niet van.

(verschijnt elke vrijdag)
 

What do you want to do ?
New mail
What do you want to do ?
New mail

1 opmerking: