donderdag 6 augustus 2020

MARC CHAGALL EN DE KUNST 3

Marc Chagall, "Autour d'Elle", kleurenlitho, na 1900

Kunst van een waanzinnige?
“Maar mijn kunst, zo meende ik, is misschien de kunst van een waanzinnige, ongrijpbaar als flamboyant kwikzilver, een blauwe ziel die over mijn doeken flitst. En wat mij betreft: <Weg met het naturalisme, het impressionisme en het realistisch kubisme!> Ze maken me treurig en beklemmen me. Alle vraagstukken - volume, perspectief, Cézanne, negerplastieken - worden steeds weer aan de orde gesteld. Waar gaat dat heen? Wat is dit voor een tijd die de lof zingt van techniek als kunst, een tijd waarin het meest dorre formalisme wordt vergoddelijkt? Leve onze dwaasheid; geef haar een warm onthaal! Een verzoeningsbad. Een revolutie in de diepte, niet alleen aan de oppervlakte. - Noem mij geen fantast! Integendeel, ik ben realist. Ik houd van de aarde.” (blz.143)

Kunst en de ziel.
“Ik zelf geloof niet dat wetenschappelijke invloeden gunstig zijn voor de kunst. Impressionisme en kubisme zijn me totaal vreemd. Kunst lijkt me meer dan wat dan ook een gemoedstoestand. De ziel van een ieder is heilig, van alle tweevoeters overal ter wereld. Slechts het rechtschapen hart, met zijn eigen logica en rede, is vrij. De ziel die dit stadium uit zichzelf heeft bereikt, namelijk het stadium dat door de mensen litteratuur, onlogica, wordt genoemd, is de zuiverste.” (blz.149)

Primitieve kunst en de paus.
“Die scholen zijn slechts formele bagage, zult u zeggen. De primitieve kunst bezat reeds de technische volmaaktheid waar de huidige generaties uit alle macht naar streven, waarbij ze goochelen met en zelfs soms totaal vervallen tot steriele stileringen. Ik vergelijk de formele bagage met de paus van Rome, weelderig gekleed naast de geheel naakte Christus, of met een rijk versierde kerk naast een gebed in het vrije veld.” (blz. 149)

Wat is een kunstenaar?
“Ik zei vaak: ik ben geen kunstenaar. Wat dan wel? Een koe? Wat doet het ertoe? Ik heb er zelfs over gedacht dat evenbeeld van mij op een visitekaartje te zetten. Het begon er in die dagen op te lijken of de wereldpolitiek door koeien werd bedreven. Het kubisme hakte ze in stukken, en het expressionisme mismaakte ze. En opeens zag je dat voorgevoel werkelijkheid worden. Ik heb met mijn  eigen ogen gezien hoe de schilderijen van Derain, Juan Gris en anderen in de galerie van Kahnweiler verkrampten. De verf maakte zich ervan los.” (blz.151)

Oorlog en kunst.
“Kunnen wij het helpen dat we de wereldgebeurtenissen slechts kunnen zien achter het doek, door de verf heen, als ze zich daar trillend verdichten, als duivelse gifgassen? Europa maakt een begin met de oorlog. Picasso, het kubisme is aan z’n eind. Wat doet Servië ertoe? Val ze aan, al die barrevoets boeren. Steek Rusland in brand, en ons erbij…” (blz.151)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten