dinsdag 4 augustus 2020

MARC CHAGALL EN DE KUNST 1


In 3 opeen volgende blogs heb ik uitspraken van Chagall over kunst verzameld die hij doet in zijn autobiografie “Mijn Leven”.

Zijn eerste lessen in kunst krijgt hij van zijn leermeester, eigenaar van een fotowinkel waar Chagall in dienst is.
“<Kunst is een schone zaak,> zei hij, <maar loopt niet weg. En bovendien waar is kunst goed voor? Kijk eens hoe goed ik het voor elkaar heb. Een prachtig appartement, mooie meubels, vaste klanten, een vrouw, kinderen, aanzien.Dat kun jij ook allemaal krijgen.Als je tenminste bij mij blijft.>” (blz. 88)

Kunst is levensadem.
“Waar het om gaat is de kunst, de schilderkunst, anders schilderen dan al die anderen. Zal God, of wie dan ook, me de kracht geven om mijn levensadem in mijn doeken te blazen, de adem van gebed en verdriet, een gebd om verlossing, om wedergeboorte?”  (blz.90)

Zijn eerste naaktstudie
“Een stilleven tekent zich nu op magische wijze af voor mijn geestesoog. Ze poseert voor me. Een liggend, wit en welvend naakt. Ik schuif schuchter om haar heen. Ik moet bekennen dat ik voor het eerst een naakt zag. Ook al is ze dan bijna officieel mijn verloofde, ik was bang haar te benaderen, dichterbij te komen, deze heerlijkheid aan te raken. Ik heb toen dus een modelstudie van haar geschilderd en opgehangen -de volgende dag komt mijn moeder binnen en ziet die studie aan de muur. <Wat is dat?> Een naakte vrouw, borsten, dat donkere vlakje. Ik schaam me; zij ook. <Haal die meid weg!> zegt ze. Moedertje, ik hou zoveel van je! Maar…heb je jezelf dan nog nooit naakt gezien? Echt, ik kijk alleen maar en teken wat ik zie. Meer niet.>” (blz.103)

Een vak leren.
“Toen ik eindelijk weer vrij man was, besloot ik een vak te leren waarvan de uitoefening me zou toestaan in de hoofdstad te wonen. Ik ging in de leer bij een meester-schilder van uithangborden, zodat ik een diploma van een beroepsopleiding kon behalen. Ik was bang voor het examen. Ik kon misschien mooi fruit tekenen of een rokende Turk, maar op de letters zou ik vast en zeker zakken.” (blz.114)

Russische kunst
“Het was echt zo dat ik, altijd als ik over de Russische kunst dacht of sprak, dezelfde verwarrende en verwarde gevoelens broer, vol bitterheid en ontgoocheling. Het was of de Russische kunst door het noodlot was veroordeeld eeuwig aan de leiband van het Westen te lopen. Als de Russische schilders waren veroordeeld de leerlingen van het Westen te zijn, waren ze, geloof ik, trouwens nogal eigenzinnige leerlingen, gewoon van nature.” (blz.132)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten